Blad 48 Vermindering Artikel 11:13 1 Wanneer de betrokkene inkomsten verkrijgt uit of in verband met arbeid, waaronder mede wordt verstaan een uitkering krachtens de Algemene Arbeidsongeschikt heidswet, of bedrijf, ter hand genomen op of na de dag waarop hem het ontslag is verleend danwel schrif telijk mededeling is gedaan van het voornemen hem ontslag te verlenen, wordt op de in artikel 11:6 be doelde uitkering een vermindering toegepast tot het bedrag waarmee die inkomsten en uitkering samen de bezoldiging te boven gaan. Voor de bepaling van het bedrag waarmede de uitke ring, vermeerderd met inkomsten zoals bedoeld in de eerste volzin, de bezoldiging overschrijdt, wordt een vermindering van de uitkering ingevolge artikel 11:23, eerste lid, niet in aanmerking genomen. 2 Ten aanzien van de betrokkene aan wie een uitkering is toegekend en die wegens blijvende ongeschiktheid tot het verrichten van zijn betrekking ontslag is verleend uit de betrekking die hij gedurende de met recht op uitkering doorgebrachte tijd bekleedde en waarin hij deelnemer was in de zin van het pensi oenreglement, worden inkomsten, bedoeld in het eerste lid, als volgt berekend. De inkomsten, ter hand geno men met ingang van of na de dag waarop het ontslag plaats vond uit de betrekking die door betrokkene gedurende de met recht op uitkering doorgebrachte tijd werd bekleed, worden verrekend over de maand waarop zij betrekking hebben of geacht kunnen worden betrekking te hebben. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, ge schiedt deze verrekening op zodanige wijze dat de oorspronkelijk toegekende uitkering wordt verminderd met het bedrag waarmee het pensioen, al dan niet aan gevuld met een wachtgeld of uitkering, vermeerderd met de inkomsten uit of in verband met arbeid of be drijf met inbegrip van de oorspronkelijk toegekende uitkering de oorspronkelijke bezoldiging over schrijdt. Indien na die vermindering een bedrag aan overschrijding van de bezoldiging resteert, wordt het aanvullende wachtgeld of de aanvullende uitkering verminderd met het resterende bedrag aan overschrij ding 3 Het eerste lid vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen gedurende vakantie, verlof of non-activiteit, onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag terzake waarvan hem de uitkering is toege kend. 4 Wanneer de betrokkene op of na de dag, bedoeld in het Blad 49 eerste lid, inkomsten of hogere inkomsten verkrijgt uit arbeid of bedrijf ter hand genomen vóór evenbe- doelde dag, is ten aanzien van die inkomsten of hoge re inkomsten het bepaalde in het eerste lid van over eenkomstige toepassing. De hierbedoelde vermindering vindt echter niet plaats, indien de inkomsten of hogere inkomsten het gevolg zijn van algemene loonsverhogingen, of indien betrokkene aannemelijk maakt dat die inkomsten niet het gevolg zijn van verhoogde werkzaamheid of van andere oorzaken, verband houdende met het ontslag. 5 Onder inkomsten, bedoeld in de voorgaande leden, wor den niet verstaan inkomsten, verkregen wegens over werk of gratificatie. 6 Indien inkomsten worden verkregen uit hoofde van een vrijwillige verbintenis bij instituten als het Korps nationale reserve, de reserve-, rijks- en gemeentepo litie en de bescherming bevolking, kan worden bepaald dat op die inkomsten de vermindering geheel of gedeeltelijk tot wederopzegging achterwege blijft. Opgave van inkomsten Artikel 11:14 1 De betrokkene doet van het ter hand nemen van arbeid of bedrijf op of na de dag waarop hem ontslag is ver leend of hem schriftelijk mededeling is gedaan van het voornemen hem ontslag te verlenen, onverwijld mededeling aan Burgemeester en Wethouders of aan een door dezen aan te wijzen ambtenaar. Daarbij doet hij voorzover mogelijk opgave van de inkomsten die hij uit danwel in verband met die arbeid of dat bedrijf zal verkrijgen. Tijdelijke of blijvende wijzigingen in alle evengenoemde bedragen geeft hij tijdig voor het verschijnen van de eerstvolgende uitkeringster mijn op. 2 Indien de in het eerste lid bedoelde bedragen niet vooraf door de betrokkene zijn op te geven doet hij vóór het verschijnen van elke uitkeringstermijn opga ve van hetgeen hij sedert het ter hand nemen van de arbeid of het bedrijf danwel sedert de vorige opgave heeft verkregen. Brengt de aard van de arbeid of het bedrijf, ter beoordeling van Burgemeester en Wethou ders, mede dat de inkomsten over een langere termijn moeten worden berekend, welke echter niet langer dan een jaar mag zijn, dan geschiedt de opgave dienover eenkomstig en wordt het bedrag van de vermindering voorlopig vastgesteld onder voorbehoud van verreke ning aan het einde van evenbedoelde termijn. 3 Bij de vaststelling van het bedrag van de verminde ring kan van een opgave, bedoeld in het tweede lid, worden afgeweken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 240