Blad 2
In de nieuwe Algemene bijstandswet (Abw)de IOAW en de
IOAZ is bepaald dat het verlenen van premies voor het
aanvaarden of behouden van arbeid of voor het voltooien
van scholing of opleiding bij verordening dient te worden
geregeld. Met ons voorstel tot het vaststellen van de
verordening premies activering uitkeringsgerechtigden
wordt voldaan aan deze wettelijke verplichting.
Hierna zal achtereenvolgens aandacht worden besteed aan:
het beleidskader 2)
de uitwerking xn de verordening 3)
het financiële kader 4)
2HET BELEIDSKADER
De per 1 oktober 1994 ingetrokken vrijlatingsbepalingen
boden door het centrale algemene karakter van de regels
geen of nauwelijks ruimte tot een gedifferentieerde
aanpak van stimulering van uitkeringsgerechtigden. De
effectiviteit van dit (landelijke) beleid stond ter
discussie. Het plaatselijke premiebeleid dient dan ook
anders dan voorheen vooral gericht te worden op meer
doeltreffende bevordering van de zelfstandige
bestaansvoorzienning, dit in overeenstemming met één van
de hoofddoelstellingen van de Abw.
Voorwaarden voor een effectief stimuleringsbeleid zijn:
het beleid dient als gemeentelijk
arbeidsmarktinstrument te worden ingezet in samenhang
met de lokale arbeidsmarkt en de overige
arbeidsmarktinstrumenten;
de inhoud en de vorm van financiële prikkel moet in
overeenstemming zijn met de individuele
omstandigheden en mogelijkheden van de
uitkeringsgerechtigde, in het bijzonder op diens
arbeidsmarktpositie
het premiebeleid zal moeten aansluiten bij de
persoonlijke verantwoordelijkheid van de
uitkeringsgerechtigde voor de zelfstandige
bestaansvoorziening
Uitgaande van deze lijnen moet het verstrekken van
individuele premies gezien worden als een middel bij
uitstek tot het ondersteunen van het proces van
toeleiding naar de arbeidsmarkt. De onlangs in een
convenant neergelegde verdeling van verantwoordelijkheden
tussen de arbeidsvoorzieningsorganisatie en de gemeente
met betrekking tot de wederzijdse cliënten biedt een goed
aanknopingspunt om de bovenvermelde uitgangspunten te
realiseren
Blad 3
De gemaakte afspraken over de criteria voor
categorisering, de door beide contractpartners te leveren
inspanningen ten aanzien van de onderscheiden categorieën
zullen zeker bijdragen aan een gerichte inzet van
premies
De verdeling van verantwoordelijkheden maakt meer dan
voorheen duidelijk dat de gemeente een bijzondere ver
antwoordelijkheid heeft voor die uitkeringsgerechtigden,
voor wie de afstand tot de arbeidsmarkt te groot is zodat
deze kan worden overbrugd met reguliere arbeidsvoor-
zienningsinstrumentenVoor deze personen die worden
ingedeeld in de C-categorie heeft de gemeente de
verantwoordelijkheid om de afstand tot de arbeidsmarkt
niet groter te laten worden en waar mogelijk te
verkleinen. In samenhang met het welzijnsbeleid en het
sociale vernieuwingsbeleid dient de maatschappelijke
activering van deze doelgroep te worden bevorderd. Het
verlenen van premies - bijvoorbeeld voor onbetaald werk
in de sfeer van maatschappelijk nuttige activiteiten -
kan zowel de eerste fase van de toelating naar de
arbeidsmarkt, als ook de maatschappelijke participatie
ondersteunen. In de laatste tijd is het belang van
sociale activering ter voorkoming van tweedeling in de
maatschappij erkend. Wij menen dat dit ook zijn neerslag
dient te vinden in de verordening
Deze uitgangspunten hebben de vorm van het premiebeleid
bepaald langs de volgende lijnen:
maatwerk, voor zoveel mogelijk;
categoriale benadering, indien verantwoord;
ontwikkelingsmodel;
inkomensbescherming voor oude gevallen.
Beleidskader voor 1996
Wij stellen voor de hierboven geformuleerde
uitgangspunten ook voor 1996 te laten gelden.
Weliswaar is het lastiger dan gedacht om de maatwerk
intentie vorm en inhoud te geven, maar niettemin zijn in
1995 enkele treffende voorbeelden van maatwerk toegepast,
zoals
premies voor onbetaalde werkervaring bij Stichting de
Opstap;
premies voor seizoenwerk (sla-plukkers)
premies aan alleenstaande ouders die bij bezetting
van zgn. Melkert-I banen vooralsnog blijven
aangewezen op uitkering.
Hoewel de resultaten enigszins achterblijven bij de
verwachtingen, ondermeer door de reorganisatie van de
instelling voor trajectbemiddeling, menen wij dat de