Blad 6 Het maximumbedrag per (1995: f 2.190,-) is afgeleid van de landelijke regelgeving. Hogere premies leiden tot vermindering van de uitkering. Bij de bepaling van de premie wordt uiteraard rekening gehouden met de duur van de opleiding, de studiebelasting e.d. Activiteitenpremie (artikel 6) Het verrichten van onbetaalde arbeid is zowel van belang uit oogpunt van toelating naar de arbeids markt, als ook vanwege het bevorderen van het maatschappelijk functioneren. Voor de goede orde wordt benadrukt dat het hier gaat om vrijwillig gekozen activiteiten. De huidige stand van wetgeving laat niet toe dat het verrichten van maatschappelijke nuttige activiteiten zondermeer een verplichtend karakter heeft als tegenprestatie voor het ontvangen van een uitkering. De maximale hoogte van de premie is vastgesteld op het bedrag van f 1.000,-. Hiermee is een relatie gelegd met het bedrag dat in de bijstandspraktijk als een forfaitaire onkostenvergoeding wordt vrijgelaten. De concrete vergoeding zal mede afhangen van de duur en de omvang van het vrijwilligerswerk. Aan de activiteiten moet wel de eis gesteld worden dat deze met behoud van uitkering mogen worden gedaan. Daaraan wordt voldaan, als zij niet leiden tot verstoring van de concurrentieverhoudingen en tot verdringing van betaalde arbeid. Overige premie (artikel 7) De verordening biedt in beginsel alleen de mogelijkheid van premies aan uitkeringsgerechtigden die op grotere afstand tot de arbeidsmarkt staan (de zogeheten B of C-categorie) Het is niet uitgesloten dat de meer kansrijken door een financiële prikkel kunnen worden geactiveerd tot uitstroom die anders wellicht niet zou zijn gerealiseerd. Te denken valt aan onaangenaam werk of tijdelijk seizoenwerk of zelfs werk dat minder passend is door bijvoorbeeld (te) grote reisafstand. Wel zal hierbij erop moeten worden toegezien dat het voldoen aan normale verplichtingen niet zondermeer wordt beloond met premies. Het feit dat uitkerings gerechtigden een tijdlang geen beroep doen op uitkering en dus niet ten laste van de gemeenschap komen legt onvoldoende gewicht in de schaal Blad 7 4FINANCIEEL KADER In de begroting van de dienst Welzijn voor 1996 is een bedrag van f 750.000,- geraamd voor het premiebeleid, zoals in de verordening vastgelegd. De middelen zijn beschikbaar gesteld uit het Fonds Sociale Vernieuwing en verantwoord in het verdeelbesluit Sociale Vernieuwing 5. SLOT Samenvattend stellen wij u voor de Verordening premies activering uitkeringsgerechtigden vast te stellen. Het voorstel is besproken in de raadsadviescommissie Economische en Sociale Zaken van 27 november 1995. De commissie adviseert u akkoord te gaan met het raadsvoorstel en -besluit. In het voorstel is verwerkt de door de commissie gesuggereerde uitbreiding van het categoriaal verlenen van een premie aan alleenstaande ouders met zorgtaken voor kinderen van 5 tot 12 jaar voor de duur van twee jaren met de mogelijkheid van verlenging wegens in de persoon of het gezin gelegen omstandigheden. Wij stellen u dan ook voor te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit Leeuwarden, 7 december 1995. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 257