Blad 12 beschikbare middelen (uitgezonderd de kwaliteitsverbeteringen die kunnen worden bereikt bij het afsluiten van een nieuw contract per 1 april 1996 met een vervoersmaatschappij). Dit betekent dat degenen die zijn gedwongen te kiezen voor het collectief systeem (bv. op grond van de handicap of het niet in het bezit zijn van een auto) met een dergelijke beleidskeuze worden benadeeld. Voorts wijzen wij erop dat de kans bestaat dat de categorie ouderen met een laag inkomen (een grote categorie bij vervoers- gerechtigden) zullen kiezen voor de financiële vergoeding als extra inkomsten in plaats van de mogelijkheid voor het vervoer. Hiermee bestaat het gevaar dat deze categorie in een sociaal isolement raakt Hiertegenover staat uiteraard dat het primaat van het col lectief vervoer de gehandicapten beperkt in de vrijheid (tot het maken van keuzen) In dit kader vragen wij nog uw aandacht voor de uitvoerbaarheid van een besluit tot het bieden van een keuzemogelijkheid. Indien u er voor kiest het in 1994 vastgestelde beleid ter zake niet te bestendigen, maar per 1 januari 1996 de gehele doel groep de keuzemogelijkheid te bieden om een financiële vergoe ding te ontvangen of deel te nemen aan het collectief vervoers systeem, dient de vigerende verordening in die zin te worden aangepast zoals verwoord in het concept-besluit. Tevens dient bij de keuzemogelijkheid de hoogte van de financiële vergoeding te worden vastgesteld. Op grond van de koppeling aan de kosten per gebruiker van het collectief vervoer, stellen wij u voor de vergoeding voor 1996 vast te stellen op f 1.500,=. De hoogte van de vergoeding kan daarna jaarlijks worden vastge steld. Wij stellen u voor de vaststelling van de financiële vergoedingen voor voorzieningen WVG per 1 januari 1996 te delegeren aan het college. Tot slot brengen wij u nog de consequenties onder de aandacht van de implementatie van uw bovenbedoeld besluit. De gehele doelgroep zal vóór 1 januari 1996 moeten worden gevraagd of men kiest voor een financiële vergoeding of voor het collectieve vervoer. Dit kan door middel van een brief die aan elke WVG-gerechtigde kan worden gezonden; het WVG-bureau van de Stichting Thuiszorg heeft aangegeven een dergelijk onderzoek onder een groep van ca 1370 personen niet voor 1 januari 1996 te kunnen uitvoeren. Men schat hier voor een tijdspanne van 2 a 3 maanden nodig te hebben (mede in verband met eventuele bezwaar-procedures) Gelet hierop stellen wij u voor de door u vast te stellen verordening wel van kracht te laten zijn per 1 januari 1996, doch de status quo te handhaven tot 1 april 1996; in de vigerende overeenkomst met de Stichting Thuiszorg is opgenomen dat voor extra werkzaamheden die voortkomen uit een Blad 13 wijziging van het vigerende beleid meerkosten kunnen ont staan, die apart vergoed zullen moeten worden. 11. Resumé. Gelet op het feit dat de mogelijkheden van het collectief vervoer in belangrijke mate kan worden uitgebreid en de kwali teit sterk kan worden verbeterd indien wordt gekozen voor het primaat bij het collectief vervoer, zouden wij er de voorkeur aan geven om het in 1994 vastgesteld beleid te bestendigen. Aangezien u in uw vergadering van 13 november 1995 de voorkeur hebt uitgesproken voor het bieden van een keuzemogelijkheid en omdat n.a.v. het onderzoek blijkt dat een dergelijke mogelijk heid (financieel) haalbaar is, stellen wij u voor te besluiten conform het bijgevoegd concept-besluit. Hierbij delen wij u mee dat de commissie voor Welzijn u in haar vergadering van 8 december 1995 heeft geadviseerd met ons voorstel in te stemmen. Leeuwarden, 13 december 1995. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 298