1.3 Algemene opmerkingen
1) Zoals uit de datering blijkt heeft de commissie zich niet kunnen houden aan
opdracht 'd', te weten het rapporteren aan de Raad voor 1 maart 1995. In
de constituerende bijeenkomst van 26 januari 1995 heeft de commissie
reeds laten blijken grote twijfels te hebben over de opdrachtdatum. Niet
geheel onlogisch gelet op een startvertraging van ruim 1 maand op een
doorlooptijd van 3 maanden.
2) De commissie heeft niet de tijd en de gelegenheid gehad om te verifiëren of
de budgetoverschrijding nu exact vaststaat. Dat staat overigens de conclu
sies niet in de weg.
1.4 De opbouw van het rapport
Hoofdstuk 2 geeft in vogelvlucht een historische schets met betrekking tot de
ontwikkeling van het stadskantoor.
In hoofdstuk 3 wordt het juridisch kader geschetst waarin het gehele project
proces gegoten was, zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk.
Hoofdstuk 4 geeft binnen dat kader uitvoering aan opdracht 'c' in de zin van
een beschrijving van de rol en verantwoordelijkheid van gemeentelijke organen,
projectmanager, architect, aannemer en accountant.
Tenslotte geeft de commissie in hoofdstuk 5 haar conclusies en een aantal
aanbevelingen die naar de mening van de commissie nuttig kunnen zijn voor
vergelijkbare toekomstige projecten.
2 HISTORIE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET STADSKANTOOR
2.1 De voorgeschiedenis
Centrale huisvesting in het kader van reorganisatie van het gemeentelijk apparaat in 1990 is
in 1989 besloten tot een centrale huisvesting van de nieuw te vormen
diensten. De argumenten hiervoor waren: verhoging van de interne com
municatie, verbetering van de klantgerichtheid en bereikbaarheid van het
apparaat, verbetering van de werkomstandigheden van het personeel
Een dergelijke vorm van huisvesting was slechts door middel van
nieuwbouw te realiseren.
Bij de keuze van de locatie voor het nieuw te bouwen stadskantoor zijn
de volgende criteria gehanteerd:
de locatie moet centraal in Leeuwarden liggen
- de locatie moet goed bereikbaar zijn;
de locatie moet voldoende mogelijkheden bieden tot het creëren van
parkeergelegenheid;
- de afstand tot het stadhuis mag niet te groot zijn.
Op grond van deze argumenten zijn een aantal locaties in de afweging
betrokken.
Burmaniacompiex Als uitvloeisel van de vestiging van Aegon op het Oude Veemarktterrein
is de gemeente Leeuwarden eigenaar geworden van de voormalige
Aegongebouwen waaronder het Burmaniacompiex, het kantorencomplex
van Aegon, gelegen aan de Nieuwestad en omringende straten.
Vanaf begin 1987 is getracht via bemiddeling door een makelaardij
combinatie een geschikte koper dan wel huurder voor het complex te
vinden. Nadat serieuze onderhandelingen met de Noordelijke Hoge
school Leeuwarden niet tot het gewenste resultaat leidden, heeft het
college van Burgemeester en Wethouders medio 1989 besloten de
toekomstige huisvesting van de gemeentelijke organisatie te betrekken in
de gedachtenvorming over de toekomstige bestemming van het kanto
rencomplex.
Het Burmaniacompiex voldeed goed aan de gestelde criteria die aan de
locatie voor een stadskantoor werden gesteld: centrale ligging, beperkte
afstand tot openbaar vervoerverbindingen en stadhuis, aanwezige
parkeervoorzieningen, voldoende stedebouwkundige mogelijkheden.
Bij de keuze van deze locatie voor het nieuwe stadskantoor is in de
afweging betrokken dat uit contacten met enkele projectontwikkelaars
kwam vast te staan dat een aanvaardbare opbrengst voor het Burmania
compiex (in verhouding tot de boekwaarde) slechts mogelijk was als de
gemeente bereid was het complex voor eigen huisvesting te benutten.
verbouw/nieuwbouw Het Burmaniacompiex voldeed niet aan de eisen die tegenwoordig aan
een kantoorgebouw worden gesteld, hetgeen impliceerde dat er een
aanzienlijke ver(nieuwbouw) aan het complex zou moeten plaatsvinden.
Raadsbesluit Op 2 april 1990 besluit de raad het Burmaniahuis aan te wijzen als
locatie voor het nieuwe stadskantoor. Het college wordt gemachtigd in
overleg met de Commissie OPI de verdere planontwikkeling ter hand te
nemen. Voor de eerste fase van de planontwikkeling, zoals een gedetail-
3