architect stuurt op 28 augustus 1990 de projectmanager een door hem getekende 5 leerd programma van eisen, wordt een krediet van f 300.000,- beschik baar gesteld. Eigen beheer Aan de hand van gesprekken met projectontwikkelaar/beleggers, archi tecten en andere deskundigen is besloten de totstandkoming van het nieuwe kantorencomplex in eigen beheer te doen. De mate waarin garanties werden geboden voor de kwaliteit van het project is daarbij als belangrijkste criterium gehanteerd. Het standpunt van het college op vragen met betrekking tot dit punt luidde: "Inschakeling van een projectontwikkelaar betekent dat weliswaar de financiële risico's voor de gemeente worden ingedamd, maar dat daarentegen de risico's met betrekking tot de kwaliteit van het gebouw zullen toenemen. Het college acht dergelijke risico's onaanvaardbaar en is van mening dat de financiële risico's tot aanvaardbare proporties kunnen worden teruggebracht door onder andere een zorgvuldige calculatie, een strak budgetteringssysteem en een goed projectmana gement." 2.2 De idee-ontwikkeling Plan van Aanpak Op 10 januari 1990 schrijft de directeur Stadsontwikkeling en Milieu een niet-openbare nota voor het college waarin een plan van aanpak voor de nieuwbouw van het stadskantoor wordt geadviseerd. Voorgesteld wordt, en overgenomen door B&W en de raadscommissie OPI, om een projectorganisatie op te zetten bestaande uit diverse groe pen die een duidelijke afgebakende taak hebben: a) Een projectgroep bestaande uit twee externe technische deskundi gen, een extern aan te trekken projectmanager, een deskundige met betrekking tot gebouwbeheer/-gebruik en administratieve ondersteu ning. De primaire taak van deze groep is om, binnen vooraf vastgestelde randvoorwaarden, op te treden namens de gemeente waarbij zij primair verantwoordelijk is voor de bewaking van de voortgang, de kwaliteit en het budget. Op 28 februari 1990 doet het college van Burgemeester en Wethou ders aan ir. J.C. Snijder schriftelijk een aanbieding om als projectma nager voor de nieuwbouw van het stadskantoor te gaan functione ren. De aan de projectmanager toebedachte taken en verantwoorde lijkheden zijn terug te vinden in bijlage 3 van dit rapport. In hoofdlijn bestaan die uit het bewaken van de kwaliteit, de kosten en de voortgang van het project. b) Een stuurgroep bestaande uit een collegelid alsmede één directeur per dienst. De primaire taak van de stuurgroep is om namens het college sturing te geven aan het bouwproces. In bijlage 4a staat een nadere uitwer king van de taak en werkwijze van de stuurgroep. Door een collegelid deel te laten uitmaken van de stuurgroep is de mogelijkheid geschapen om het college van Burgemeester en Wethouders frequent te kunnen laten terugkoppelen naar de com missie OPI. c) Een gebruikersgroep onder leiding van de projectmanager, met een adviserende functie. Het tweede advies van de directeur Stadsontwikkeling en Milieu betreft 4 de te volgen procedure. Die bestaat uit drie hoofdonderdelen (voor een nadere uitsplitsing wordt verwezen naar bijlage 5): a) Organisatorische voorbereiding b) Planvoorbereiding c) Planuitwerking. In de nota wordt er van uitgegaan dat eind februari 1990 (wordt feitelijk 3 april 1990) gekomen kan worden tot het uitnodigen van vier architecten die op korte termijn hun ideeën geven van de projectaanpak. In juni 1990 (wordt 12 juni) zou de Raad het onderhandelingsresultaat met de beleggers/projectontwikkelaars kunnen bespreken, terwijl in december 1990 een raadsbesluit genomen zou kunnen worden inzake de start van de bouw. Op 2 april 1990 neemt de Raad een besluit tot de bouw van een nieuw stadskantoor, en stelt daarbij drie kredieten beschikbaar voor de plan ontwikkeling (f 300.000,-), tijdelijke aanpassingen in de huisvesting en voor een haalbaarheidsonderzoek naar de concentratie van de techni sche functies. Op 13 januari 1992 wordt definitief het groene licht gege ven met het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet ten behoeve van de bouw van het stadskantoor. 2.3 Van ontwerp tot gunning Uitgangspunten De uitgangspunten voor het ontwerp staan in de hierboven genoemde nota van de directeur Stadsontwikkeling en Milieu en zijn terug te vinden in bijlage 6. In het verslag van de gecombineerde vergadering van de raadscom missie Financiën en OPI, d.d. 1 maart 1990, wordt gesproken over de wijze waarop het project gerealiseerd kan worden en over de financie- ringsvorm. Uit het verslag blijkt de bezorgdheid van de Raad over het in de hand houden van de bouwkosten. Door de fractie van het GPV/RPF/SGP wordt bijvoorbeeld geïnformeerd naar de instrumenten die gehanteerd worden bij het bewaken van de budgetten. De project manager zegt dat dit plaats vindt door in de voorbereidende fase de kosten regelmatig te evalueren. In het verslag van de bespreking met de uitgenodigde architecten, d.d. 3 april 1990, wordt hierover, naast een aantal inhoudelijke kanttekeningen, opgemerkt dat als indicatie voor de investeringen uitgegaan kan worden van een prijs van f 1.800 per vierkante meter bruto vloeroppervlak (bvo) voor kantoor inclusief parkeeraccomodatie maar exclusief afrondkosten, infrastructurele aanpassingen en bouwrente. Keuze en opdrachten Nadat uit vier architectenbureaus gekozen is voor EGM-architecten BV, opdracht naar EGM. Op 10 september 1990 wordt de overeenkomst gesloten, waarbij namens de gemeente Leeuwarden getekend wordt door de Burgemeester, de Gemeentesecretaris en de Projectmanager (zie bijlage 7). De eerste opdracht bestaat uit het maken van een voorlo pig ontwerp, conform artikel 2.1 uit de overeenkomst. In een niet gedateerde, door de projectmanager ondertekende brief krijgt EGM opdracht voor fase 6 (Definitief ontwerp), met het verzoek deze fase zover af te ronden dat in de tweede helft van februari 1991 opdracht gegeven kan worden voor de Besteksfase. Op 27 mei 1991 gaat de Raad accoord met de bouw van het Stadskan toor waarvoor een krediet beschikbaar gesteld wordt van totaal

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 314