2.4 De bouw en de nasleep Aanbesteding f 47.808.900,--. Op 11 juni 1991 geeft de projectmanager opdracht voor de fasen Bestek en Prijsvorming, met het verzoek deze fasen zo in te richten dat in september/oktober 1991 tot aanbesteding en prijsvorming overgegaan kan worden. In de opdracht zitten verwerkt de zinsneden: "De kostenra ming behorende bij het definitief ontwerp is aanleiding om tot kostenver laging te komen door een sobere opzet. Uw begroting voor de besteks fase zal getoetst worden aan het beschikbare budget." Op 30 september 1991 ligt het bestek er. Wat de commissie in het bijzonder opgevallen is, zijn de, met instemming van de projectmanager, aangebrachte aanscherpingen op de UAV (Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van overheidswerken) met betrekking tot de procedure rondom het meer en minder werk. In bijlage 8 staan, in vergelijking met de bepalingen uit de UAV, deze aanscherpingen ver meld. Om rekenvergoedingen* (van de aannemers die uitgenodigd zullen worden voor de aanbesteding) te beperken, wordt besloten dat de architect een hoeveelhedenstaat zal maken, wat ook gebeurt. Op 27 september 1991 nodigt de projectmanager namens het gemeente bestuur vijf aannemers uit om in te schrijven op de bouwkundige werken ten behoeve van de nieuwbouw van het stadskantoor. In deze brief wordt verder meegedeeld dat de inschrijver met de meest aannemelijke aanbieding: a) in de gelegenheid gesteld zal worden de hoeveelheden te con troleren, gevraagd zal worden een aanbieding te doen voor de coördi natiekosten van de nevenaannemers, gevraagd zal worden een aanbieding te doen voor de afkoop van de loon- en prijsstijgingen conform de RWU-1991 (Risicore geling Woning- en Utiliteitsbouw). Verdere mededelingen die van belang zijn uit de brief zijn: a) Onder verantwoordelijkheid van de aannemer moeten de heipa len voor zijn rekening en risico worden geheid door een heibe- drijf dat door de opdrachtgever is aangetrokken en waarmede reeds prijsovereenstemming is bereikt. b) Indien het gemeentebestuur bezwaar maakt tegen de aanneem- som, dient nader overleg aan de hand van de begroting plaats te vinden. De aannemer dient hierbij alle medewerking te verle nen, ten einde te komen tot een definitieve vaststelling van de aannemingssom, passend binnen het door het gemeentebestuur goedgekeurde budget. Op 30 oktober 1991 vindt de aanbesteding plaats. De laagste inschrijver is Bredero Bouw BV te Bunnik in samenwerking met de Bataafse Aanne ming Maatschappij te Leeuwarden voor een bedrag van f 18.238.000,- excl BTW; in deze prijs zit een bedrag van circa f 450.000,- voor de aanpassing van het Burmaniahuis. De overige aannemers zitten uiteraard boven de prijs van BAM-Bredero en wel met een verschil van 1-1,5 miljoen gulden. In de stuurgroepvergadering van 29 november 1991 wordt weliswaar aan de hand van een notitie van de projectmanager geconstateerd dat de bouwkundige aanneemsom binnen het betreffende budgetdeel past, maar dat na de aanbesteding gebleken is dat er nog een bedrag van ruim f 600.000 nodig is als gevolg van onder andere brandweer- en b) c) Om als aannemer een Juiste prijs te kunnen aanbieden, moet aan de hand van de tekeningen en de besteksvoorwaarden bepaald worden hoeveel arbeid en materiaal er nodig is. Daarvoor mogen aannemers een vergoeding in rekening brengen, de zogenaamde rekenvergoeding. 6 Gunning welstandseisen. De projectmanager deelt mee dat hij besparingen ver langt van circa 1 miljoen gulden. Het college van Burgemeester en Wet houders wordt van deze en andere financiële ontwikkelingen via een niet openbare nota (16-12-1991) op de hoogte gebracht. Daaruit blijkt dat een kredietoverschrijding dreigt van ongeveer f 3 miljoen. De raads commissie wordt op 18 december in besloten zitting geïnformeerd. On dertussen worden enkele meningsverschillen tussen de laagste inschrij ver en de gemeente opgelost. Het gunningsproces staat onder druk omdat enerzijds de inschrijvers hun prijzen tot 1-1-1992 gestand doen en anderzijds de speciale hei installatie gereserveerd moet worden. Daarom wordt op 3 januari 1992 in de B&W-vergadering een raadsvoorstel vastgesteld ten behoeve van een extra krediet. De raadscommissie Middelen komt op 7 januari in een extra vergadering bijeen. Uit het verslag komt naar voren dat er teleur stelling is, mede gelet op de bezuinigingen. Op 13 januari 1992 wordt het raadsvoorstel met betrekking tot een aanvullend krediet gewijzigd (motie den Oudsten; zie bijlage 9) overge nomen. De posten Onvoorzien 1 miljoen), omgevingsplan (f 250.000,-) en PR (f 50.000,-) mogen alleen door B&W gebruikt worden nadat in de commissie Middelen gebleken is dat een politieke meerderheid met besteding kan instemmen. Het college wordt opgedragen zich tot het uiterste in te spannen het project binnen de nu beschikbaar gestelde kredieten te voltooien. Op 14 januari 1992 besluit het college van B&W de bouwkundige werken te gunnen aan Bam Bredero Bouw BV te Bunnik voor een nog nader binnen het budget vallend bedrag. De projectmanager wordt van het gunningsbesluit op 29 januari 1992 schriftelijk op de hoogte gesteld onder de mededelingen dat de coördinator ter zake reeds geïnformeerd was via de B&W-besluitenlijst. Op 5 maart 1992 wordt namens het College van Burgemeester en Wet houders door de projectmanager opdracht verleend aan BAM Bredero BV voor het bouwen van het Stadskantoor en het renoveren van het Burmaniahuis voor een bedrag van f 18.829.000 exclusief btw (zie bijlage 10). In de op 12 maart 1992 getekend opdracht staat verder vermeld dat: a) in de opdracht begrepen is de opdracht van het heiwerk van 16 januari 1992 b) deze datum aangemerkt wordt als datum van de opdracht. Voor zover de feitelijke gang van zaken te reconstrueren is, moet daarbij afgegaan worden op de verslagen van de werk- en bouwvergaderingen. Daaruit blijkt dat a) het werk onder grote tijdsdruk staat, b) iedereen zich maximaal inzet om het project tot een kwalitatief goed einde te brengen. Meer en minder werk Van belang voor deze rapportage is vooral de ontwikkeling van het saldo van meer en minderwerk, waarbij alleen gekeken is naar de kosten van de bouwkundige werkzaamheden en hetgeen dat daarmee annex was. De onderzoekscommissie heeft zich dus niet bezig gehouden met de techniek van de bouw, noch met de werkzaamheden van de installa teurs. Zoals in het contract geregeld was, was de projectmanager geman dateerd budgethouder. Hij bewaakte dus het totale budget en liet zich daarbij voor de registratie bijstaan door een medewerker van de Dienst Stadsontwikkeling en Milieu. Naar aanleiding van een besluit in de 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 315