4.5 Accountant 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5.1 Algemeen 'Tussen partijen is in de loop van 1988 onderhandeld om tot een aanzienlijke bezuiniging te komen op de aanneemsom... Reeds daaruit had het aanneemster duidelijk kunnen zijn dat opdracht geefster haar budget strak wenste te bewaken. In het bestek is een tamelijk uitgebreide regeling terzake van meerwerk opgeno men, die uitdrukkelijk afwijkt van hetgeen gebruikelijk is en van hetgeen daaromtrent in de op de overeenkomst toepasselijke UAVis bepaald. Ook dit was een aanwijzing voor aanneemster, dat opdrachtgeefster ten aanzien van eventueel meerwerk zou trachten dit in het bouwbudget in te passen en dienaangaande de overeengekomen procedure nauwgezet zou volgen en hand haven "Arbiters zijn derhalve van oordeel, dat aanneemster zich niet heeft gehouden aan de tussen partijen overeengekomen regeling met betrekking tot de uitvoering van meerwerk en dat zij daar door opdrachtgeefster de mogelijkheid heeft onthouden te zoe ken naar goedkopere oplossingen en tevens de mogelijkheid heeft onthouden eerst overeenstemming met aanneemster te bereiken omtrent de omvang van een eventuele meerwerkpost. Onder die omstandigheden zijn arbiters van oordeel, dat op drachtgeefster niet kan worden verplicht tot vergoeding van het gestelde meerwerk, zodat de vordering van aanneemster dient te worden afgewezen." Dit alles lijkt als voor de onderhavige situatie geschreven, daargelaten de vraag of onder de gegeven omstandigheden terugvordering van het teveel betaalde zal kunnen plaatsvinden. Uit een gesprek met de accountant van de gemeente Leeuwarden, is gebleken dat aan hem geen opdracht is gegeven enige rol te spelen in de administratieve organisatie van of specifieke controle op het project van het nieuwe stadskantoor. Dit -overigens niet ongewone- feit kan worden verklaard uit de omstandigheid dat: men juist bezig was de achterstand in de controle van de jaarreke ningen weg te werken, men van de zijde van de gemeente de rol van de accountant pas zag wanneer er te controleren cijfers voorhanden zijn, ook van de zijde van de accountant terzake geen initiatieven werden genomen. Inmiddels zijn de achterstanden ingelopen en is een meer actieve relatie ontstaan. Context De commissie wil voorop stellen dat in haar ogen de binnenstad van Leeuwarden is verrijkt met een fraai gebouw. Een budgetoverschrijding van de zich hier voordoende omvang is op zichzelf niet ongebruikelijk. Niettegenstaande dat, is de commissie, het geheel overziende, van oor deel, dat nagenoeg alle reeds genoemde participanten aan het besluit vormingsproces over en de uitvoering van de bouw van het stadskantoor duidelijke fouten hebben gemaakt. Dit dient te worden bezien tegen de achtergrond van het feit dat de raad begin 1990 een begroting voor de bouw van het stadskantoor heeft vastgesteld op basis van een prijs per bruto vierkante meter vloeroppervlak. Er was toen zelfs nog geen archi tect aangezocht, noch een programma van eisen beschikbaar. De raad heeft -gegeven ernstige bezuinigingsronden alsmede de slechte ervaring met de verbouwingskosten van de Westerkerk- het gehele proces onder grote druk gezet door vergaande bezuinigingen te verlangen. Op het oorspronkelijke budget moest op 19 november 1990 reeds een aanvul lend krediet van 2,1 miljoen ter beschikking worden gesteld, terwijl ruim een jaar later een kredietverhoging met ruim 3 miljoen moest plaatsvin den. Feitelijk werd ook deze begroting al tijdens het begin van de bouw met f 300.000,- overschreden. Om vertraging in de bouw en daarmee samen hangende kostenposten te voorkomen, heeft de projectmanager reeds in januari 1992 mondeling opdracht gegeven de bouw te starten. Toen hij per brief van 12 maart 1992 de opdracht schriftelijk verstrekte, was de eerste overschrijding van het uiteindelijke budget dus al een feit. De aannemer heeft, ondanks zijn kennis van de betreffende bepalingen in het contract, afwijkingen van het bestek wel steeds gemeld, maar niet gewacht op overeenstemming over de prijs, noch ook op een schriftelij ke opdracht van de opdrachtgever. Daarbij was het uiteraard van belang wie in het geval van meerwerk, uitgaande boven het afgesproken budget, die opdrachtgever feitelijk was. De projectmanager gedroeg zich ten onrechte als zodanig, terwijl dit juridisch de gemeente was. In de praktijk liep de termijn tussen melding en overeenstemming over de prijs op tot soms meer dan een jaar. Ter illustratie hiervan heeft de onderzoekscommissie, zie bijlage 14, van een aantal meer en minder werkzaamheden uitgerekend hoeveel dagen er verlopen zijn tussen de verschillende contractueel verplichte activitei ten met betrekking tot het meer en minder werk. Ondertussen was het meerwerk wel uitgevoerd op grond van mondelin ge toestemming van directie en/of projectmanager. De lange termijn die geconstateerd is met betrekking tot de prijs-onderhandeling zou volgens de aannemer onder andere te wijten zijn aan bezuinigingen die steeds weer werden aangebracht en die leidden tot nieuwe tekeningen van de architect en nieuwe berekeningen van adviseurs, alsmede, volgens de toezichthouder, aan het feit dat de directievoering te druk was met het oplossen van praktische problemen en geen tijd had voor het onderhan delingsproces over de prijs van het meer en minder werk. Dode letter De commissie moet concluderen dat op deze wijze de speciaal met het oog op een bescherming van de opdrachtgever aangescherpte contractsbepalingen een dode letter zijn gebleven. De aangevoerde argumenten kunnen daarvoor geen enkel excuus vormen. Bezuinigingen Overschrijding bij de opdracht Overschrijding door meerwerk 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 325