Blad 2 Zienswij zen Er zijn 12 brieven ontvangen waarin een zienswijze omtrent het ontwerp kenbaar is gemaakt. De brieven liggen voor u bij de stukken ter inzage. Een lijst met de namen van de adressanten met daarbij een rubricering van de ingediende zienswijzen hebben wij als bijlage bij het ontwerp-besluit gevoegd. Wij laten hieronder puntsgewijs de zienswijzen volgen onder toevoeging van ons commentaar. A. Zienswijzen omtrent de bestemming van het braakliggende terrein aan de Harlingerstraatweg hoek Bilderdijk- straat Omtrent de bestemming van dit terrein in het ontwerp plan is een groot aantal zienswijzen kenbaar gemaakt, namelijk door: - de heer A.J.A. Velsink, Harlingerstraatweg 86 en 88; - de heer ing. J. van der Woude, Bilderdijkstraat 28; - de heer F.R. Moré en mevr. P. de Jong, Harlinger straatweg 93 (gemachtigde mevr. mr. M.E. van der Eijk-Klinkhamer te Groningen) - de heer G.P. Stapensea en mevr. L. Stapensea-Hansma, Helmersstraat 15; - de heer dr. J. Houwerzijl en mevr. mr. L.A.D. Hou werzij 1-Lindenbergh, Harlingerstraatweg 91, mede namens mevr. mr. E. Veder-Smit, Harlingerstraatweg 87; - de heer B. Hoekstra, Bilderdijkstraat 26; - de heer mr. P.C. Bokma, Harlingerstraatweg 85; - de fam. Leegstra-Van der Graaf, Bilderdijkstraat 30 (gemachtigde mevr. mr. R.C.M. Kamsma te Leeuwarden); - de heer S. de Haan, Harlingerstraatweg 88d. De zienswijzen omtrent de bestemming van dit terrein betreffen kort weergegeven het volgende: a. zoals herhaaldelijk in het ontwerp-plan is aange geven, heeft het gebied ten noorden van het FEC, waarin dit terrein ligt, een geheel eigen karak ter; het bestaat uit karakteristieke woningen; bij eventuele bouwactiviteiten zal veel aandacht moeten worden geschonken aan de beeldkwaliteit; na een verdere beschrijving van de bebouwing en de (in het ontwerp-plan opgenomen) bebouwingsca tegorieën wordt gesteld dat in strijd hiermee het ontwerp-plan, wat dit perceel betreft, voorziet in bebouwing met een hoogte tussen de 12 en 14 m, een onbepaalde dakvorm en een bebouwingsdichtheid van 100%; ook wordt de vestiging van dienstverle Blad 3 nende bedrijven mogelijk; de bebouwingsvorm zoals thans wordt voorgesteld, acht men in strijd met de opzet en het karakter van de wijk; b. vestiging van dienstverlenende bedrijven zal ver keer aantrekken, waardoor niet alleen de geluids overlast maar ook de parkeerproblemen zullen toe nemen c. de voorgestelde wijziging van de bestemming van dit perceel acht men in strijd met de uitgangs punten van het ontwerp-plan; d. realisering van de bestemming zal leiden tot waardevermindering van panden in de omgeving; e. vermindering van toetreding van zonlicht (tuin en woning) f. kans op vochtproblemen (door vermindering van licht) g. vrees voor schade aan het huis tengevolge van heiwerkzaamheden h. vermindering van uitzicht en aantasting van de privacy; i. gedwongen beëindiging van de inboedel- en opstal- verzekering; j beter zou het zijn hier een parkje aan te leggen; k. het woonkarakter van de wijk zal worden aange tast; 1. eventuele hoogbouw zal verstorend werken ten op zichte van de gehele wijk; m. een gebouw van een omvang en hoogte (te massief) als in het ontwerp-plan omschreven, past niet in deze buurt n. men wordt gedwongen aan te kijken tegen grote garagedeuren, hetgeen bepaald niet een mooi uit zicht is; o. bij de beoordeling uit een oogpunt van welstand dient uitgangspunt te zijn dat dit gebouw gezichtsbepalend is voor de wijk. Commentaar Naar aanleiding van deze zienswijzen merken wij het volgende op Ter plaatse is van kracht het van 10 januari 1940 date rende als bestemmingsplan geldende "Plan van uitbrei ding op terreinen gelegen ten zuiden van de Harlinger straatweg en ten oosten van de spoorweg van Leeuwarden naar Stiens" (plus een rooilijnbesluit dat van 16 no vember 1938 dateert)De desbetreffende grond is deels bestemd voor "Open bebouwing klasse I" (langs de Har lingerstraatweg) en deels voor "Gesloten bebouwing

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 36