Blad 8
algemeen voor het gebied rond het Europaplein (en m.n.
voor het gebied ter weerszijden van dit deel van de
Harlingerstraatweg) dat er qua verschijningsvorm sprake
is van verschillende typen gebouwen. Hoge flatgebouwen
worden afgewisseld met vrijstaande of dubbele woningen
met kap, terwijl daarnaast weer sprake is van bebouwing
met een plat dak (bijv. aan de Heliconweg en de noord
zijde van dit deel van de Harlingerstraatweg)Wij ach
ten de locatie, gelet op de situering ervan, ruimtelijk
gezien dan ook geschikt om ter plaatse bebouwing van
een zekere omvang en met een (bescheiden) hoogte-ac
cent te realiseren. Gelet op de aard en omvang van de
bebouwing in de omgeving, blijven wij van mening dat er
geen stedebouwkundige bezwaren tegen bestaan om op dit
terrein binnen een stedelijke omgeving m.n. een woon
functie in de beoogde vorm en afmetingen tot stand te
brengen. De afstand van het appartementen-complex tot
de bestaande bebouwing is ons inziens binnen de stede
lijke context niet onacceptabel d.w.z. redelijk te noe
men. Wij kunnen dan ook niet inzien, dat als gevolg van
de beoogde bestemming (en het hierop gebaseerde bouw
plan) ter plaatse een goede woonsituatie zou worden
gefrustreerd. Duidelijk is ook dat het terrein er
a.h.w. om vraagt, om te worden bebouwd; inrichten met
openbaar groen zou niet passen in de structuur van de
omgeving, nog afgezien van de financiële aspecten die
dit zou betekenen.
Nader ingaande op de overige bezwaren merken wij voorts
het volgende op. Het ontwerp-plan gaat er inderdaad
vanuit dat ter plaatse, afgezien van woningen, dienst
verlenende bedrijven zijn toegestaan, althans op de
begane grond. Gelet op de ligging, namelijk in de on
middellijke omgeving van een hoofdontsluitingsweg, ach
ten wij dit hiervoor een geschikte locatie. Het wonen
in het plangebied is zondermeer de hoofdfunctie.
Dienstverlening leent zich in het algemeen evenwel goed
voor combinatie met een woonfunctie. Verspreid door de
wijk komen dan ook diverse dienstverlenende bedrijven
voor, m.a.w. een dergelijke functie is in het geheel
niet ongebruikelijk. Aangezien ter plaatse alleen de
begane grond hiervoor zal mogen worden gebruikt, zal de
verkeersaantrekkende werking (en ook de geluidsover
last) beperkt zijn, temeer nu volgens het bouwplan
slechts een beperkt deel (ca. 150 m2) als kantoor zal
worden ingericht. Wat betreft het parkeren, kan worden
opgemerkt dat elk appartement (8) beschikt over een
garage. De parkeersituatie in de omgeving (m.n. langs
de Bilderdijkstraat) is voorts zodanig dat in de
Blad 9
beperkte behoefte aan parkeerruimte overdag als gevolg
van het kantoor (2 a 3 parkeerplaatsen) gemakkelijk zal
kunnen worden voorzien. Al met al zijn wij van mening,
dat er als gevolg van het toelaten van deze functie in
de omgeving niet of nauwelijks sprake zal zijn van ver-
keers- en parkeeroverlast.
In het ontwerp-plan wordt voor dit terrein uitgegaan
van een maximum bebouwingspercentage van 100, overigens
van het bouwvlak en niet van het gehele perceelTen
opzichte van het gehele terrein bedraagt het percentage
50, hetgeen niet ongebruikelijk is. Wij hebben hiervoor
reeds aangegeven waarom deze locatie naar onze mening
geschikt is om bebouwing van een zekere omvang en met
een bepaalde hoogte te realiseren. Gelet op de toekom
stige bebouwing ter plaatse (zowel ruimtelijk als func
tioneel) is er naar onze mening voorts geen directe
aanleiding om een kap voor te schrijven (en nadere ei
sen te stellen aan de dakhelling)mede gezien het feit
dat in de omgeving allerlei dakvormen voorkomen,
variërend van een plat dak tot een volledige kapverdie-
ping. Overigens merken wij in dit verband op, dat de
Welstandscommissie Hüs Hiem een positief welstandsad
vies heeft uitgebracht.
Wat betreft eventuele waardevermindering van panden,
merken wij op, dat men te zijner tijd desgewenst een
beroep kan doen op artikel 4 9 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening (verzoek om planschadevergoeding)
Ten aanzien van de vermindering van toetreding van zon
licht merken wij het volgende op. Daar waar de toekom
stige bouwmassa ongeveer in het verlengde ligt van de
aangrenzende villa (Harlingerstraatweg 93), zal er nau
welijks sprake zijn van beperking van toetreding van
zonlicht, in vergelijking met wat hier volgens het gel
dende bestemmingsplan gebouwd zou kunnen worden. Tussen
de belendingen aan de Harlingerstraatweg zal - met het
oog op voldoende lichttoetreding - voorts sprake zijn
van een open ruimte van 5 a 6 m. Er ontstaat geen
strijd met de bepalingen in het Bouwbesluit betreffende
de daglichttoetreding tot (aangrenzende) gebouwen. Ten
einde de toetreding van zonlicht op de betreffende ach
tererven in voldoende mate te garanderen, zijn aan het
zuidoostelijk deel van het bouwperceel (deels) beper
kingen gesteld wat betreft de maximale bouwhoogte, na
melijk respectievelijk 3 en 6 m. Wat betreft de tegen
over gelegen woningen aan de Bilderdijkstraat zal er in
het voor- en najaar tijdens de ochtenduren inderdaad
sprake zijn van een beperking van zonlicht. Mede gelet
op de afstand tussen de voorgevels van deze woningen en