1. INLEIDING Voor U ligt het verslag van het gemeentelijk discriminatiemeldpunt over het jaar 1994. In 1985 is, gelet op het belang dat gehecht wordt aan een aktief gemeente lijk beleid met betrekking tot het bestrijden van rascisme en discrimina tie, door de gemeenteraad besloten tot het instellen van een telefonisch meldpunt. Het meldpunt is thans onder gebracht bij de dienst Welzijn en heeft een drietal funkties, te weten een signalerings-een bemiddelings- en een voorbeeldfunktie Met de signaleringsfunktie wordt beoogd om inzicht te verwerven in de aard en omvang van de onderhavige problematiek in Leeuwarden. In het kader van de bemiddelingsfunktie wordt uitvoering gegeven aan de opdracht om klachten zodanig te behandelen dat er voor melders een bevredi gende situatie ontstaat. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat er verwezen wordt naar een bepaalde organisatie of instelling, die voor de verdere afhandeling zorg draagt. Ook kan het meldpunt zelf een bemiddelende rol op zich nemen, dan wel een nader onderzoek verrichten, waarbij het hoor-en- wederhoor-principe wordt toegepast. Verder is in veel gevallen ook een luisterend oor voldoende. Tenslotte heeft het meldpunt een voorbeeldfunktie; door het instellen en funktioneren van het gemeentelijk discriminatiemeldpunt wordt naar de leeuwarder bevolking toe duidelijk gemaakt dat de gemeente verschijnselen op het gebied van racisme en discriminatie niet te tolereren acht. Per 1 september 1993 is de taak van het meldpunt met betrekking tot signalering en bestrijding van discriminatie naar etniciteit uitgebreid met de behandeling van klachten met sexuele gerichtheid als achtergrond. De binnengekomen meldingen worden voorgelegd aan een interne commissie die tot taak heeft te adviseren omtrent de wijze waarop de melding dient te worden afgedaan. Deze commissie, onder voorzitterschap van de verantwoorde lijke wethouder, bestaat uit een vertegenwoordiger van de politie, het hoofd van de afdeling SaCu, een juridisch medewerker en de bij het meldpunt betrokken beleidsmedewerker. Het jaarverslag 1994.dat op verzoek van de Raad beperkt van opzet is, is als volgt ingedeeld. Het voorliggende hoofdstuk (1) betreft de inleiding. In hoofdstuk 2 worden de meldingen in gekwantificeerde vorm weergegeven. Vervolgens worden de gekwantificeerde gegevens in de hoofstukken 3 en 4 in beschrijvende zin aan een nadere analyse onderworpen. Tenslotte wordt in het afsluitende hoofdstuk 5 een aantal conclusies getrokken omtrent het functioneren van het meldpunt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 54