Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet inzicht worden verkregen in: - de ruimte die de wet- en regelgeving bieden om (de taken van) Stadsbeheer te verzelfstandigen; - de eisen die de vrije markt aan een commerciële onderneming stelt en de mogelijkheden die de markt biedt; - de organisatie en de mate waarin deze aan de eisen van de markt voldoet. 1.3.1 De wet-en regelgeving De nationale en de europese wet- en regelgeving staan verzelfstandiging van de in dit onderzoek meegenomen taken niet in de weg. Alleen wanneer door de gemeente aan het verzelfstandigde Stadsbeheer de uitvoering (namens het gemeentebestuur) van gemeentelij ke en provinciale verordeningen wordt opgedragen, zal de eind verantwoordelijkheid van de gemeente goed moeten worden vastgelegd. 1.3.2 De eisen en de mogelijkheden van de markt. Wil een commerciële onderneming kunnen overleven dan moet deze in staat zijn om zijn produkten of diensten tegen een op de markt aanvaardbare prijs en kwaliteit te leveren. De onderneming kan dit door: als organisatie doelmatig te functioneren, een goede verhouding tussen het gebodene en de ervoor gevraagde prijs te hanteren (prijs-prestatie verhouding), afnemer-(klant-)gericht te werken en te leveren. Een organisatie die weliswaar goed genoeg is om op de markt te kunnen functioneren heeft echter minder kansen naarmate de markt moeilijker te betreden is. Zo kan een markt verzadigd zijn met aanbieders, kan de omvang van de markt krimpen, of kan intrede op een markt vol hindemissen zijn. De situatie op de markt en de deelmarkten van Stadsbe heer wordt in hoofdstuk 5 beschreven. 1.3.3 De kwaliteit van de organisatie De vraag of Stadsbeheer als organisatie geschikt is, of geschikt te maken is voor een externe verzelfstandiging vraagt naar een goed inzicht in de eigenschappen van de organisatie. De toetsing van de verzelfstandiging aan deze eigenschappen is beschreven in hoofdstuk 7. Zij variëren van concreet en objectief meetbaar tot de meer subjectieve eigenschappen. Voor het doel van dit onderzoek zijn ze als volgt onderverdeeld en benoemd; Het gemeentebestuur - Heeft het gemeentebestuur een voldoende eigen visie op verzelfstandigen om er voldoende achter te staan? - Is of kan er voldoende bestuurlijke sturing zijn om een verzelfstandiging te laten slagen? De ambtelijke top - Is er voldoende leiderschap bij de ambtelijk top aanwezig? - Heeft het hoger- en middelmanagement voldoende visie op ontwikkelingsmogelijkheden van hun organisatie(-onderdeel)? - Beschikt het management over voldoende algemene en commerciële managementkwali teiten? De medewerkers - Zijn de medewerkers voldoende geïnformeerd en gemotiveerd om een verzelfstandiging te laten slagen? - Laat de bedrijfscultuur een omslag naar commercieel werken - binnen redelijke termijn - toe? - Laat de personele samenstelling (leeftijdsopbouw, kennis, vaardigheden en ervaring) een verzelfstandiging toe? Werkwijzen en procedures - Is het produkt-assortiment voldoende diep en breed om een aantrekkelijke leverancier te zijn? - Is de produktie-wijze doelmatig genoeg om te kunnen concurreren? - Heeft de commerciële functie binnen het bedrijf voldoende vorm gekregen? - Geeft de organisatie voldoende blijk van innovatie-vermogen of vernieuwingsdrang? - Zijn de systemen voor management-informatie en planning control goed genoeg? - Zijn de materiële uitrusting en de kantoor- en produktie-automatisering voldoende? 1.4 Over verzelfstandigen Een externe verzelfstandiging betekent dat een organisatie in een andere zelfstandige rechtspersoon wordt ondergebracht. Doorgaans is sprake van privatisering wanneer de rechtspersoon naar het privaatrecht vorm krijgt. Over privatisering heeft de voormalig minister van Binnenlandse Zaken Van Dijk tijdens een toespraak in 1988 gezegd /..pr ivatisering is geen dogma maar een concept dat van geval tot geval zijn waarde moet bewijzen: Geen wondermiddel maar een medicijn dat in sommige gevallen heilzaam is en in andere gevallen juist schadelijk is". In- en externe verzelfstandiging Met "verzelfstandiging" van uitvoerende (overheids-)taken wordt het overdragen bedoeld van deze taken aan zelfstandige organisaties, die voorheen deel uitmaakten van de overdragende (overheids-)organisatie. Daarnaast kan er sprake zijn van het "afstoten" van uitvoerende taken, waarbij de uitvoering van taken in handen overgaat van reeds bestaande particuliere ondernemingen en nutsbedrijven. In dat geval geeft de overheid niet alleen de produktie maar ook de financiering en planning aan anderen en heeft de overheid geen bemoeienis meer met de uitvoering van de taak. Dit in tegenstelling tot het "uitbesteden" aan bestaande ondernemingen, waarbij de overheid alleen de produktie uit handen geeft, maar zelf de financiering en planning in handen houdt. De overheid blijft er voor zorgen dat de uitvoering van de taak blijft plaats vinden (zorgplicht). 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 9