Gemeente |eeuwarden
Nummer 3146
WvM/BSK
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
29 februari 1996 (bijlage nr. 42)
BESLUIT
het bestuursbesluit van de stichting "Stichting Het Nieuwe
Stadsweeshuis" tot het voor onbepaalde tijd verlenen van
het recht van opstal ten behoeve van de aanleg en in
standhouding van leidingen en kabels in de grond van de
navolgende in bloot eigendom van voormelde stichting toebe
horende percelen, kadastraal bekend gemeente Sexbierum,
sectie F nummers 697, 702 en 820 en gemeente Harlingen,
sectie F nummer 680 aan FRIMA B.V., goed te keuren.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter.
secretaris.
Oldehoofsierkerkhof 2
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
Telefoon 058 233 88 33
Voorlopig* vaststelling van de uitgaven en inkomsten voor
de materiële instandhouding van de openbare basisscholen
over de periode 1 augustus 1985 tot en met 31 december 1990
Bijlage nr. 43
Aan de gemeenteraad.
Op grond van het bepaalde in artikel 102 van de per
1 augustus 1985 inwerking getreden Wet op het Basisonder
wijs (WBO) dient u met betrekking tot de openbare ba
sisscholen jaarlijks vast te stellen:
a. het totaal van de bedragen die in het voorafgaande ka
lenderjaar zijn uitgegeven ten behoeve van de materiële
instandhouding
b. het totaal van de ontvangsten, dat is gebaseerd op de
bedragen die krachtens artikel 94 WBO voor de voorzie
ningen voor de materiële instandhouding voor het kalen
derjaar zijn vastgesteld;
c. het totaal van de aanvullende ontvangsten waaronder
wordt verstaan de bedragen die krachtens artikel 101
voor de materiële instandhouding voor het kalenderjaar
zijn vastgesteld en
d. een staat van voorzieningen die zijn ingesteld ten be
hoeve van het openbaar basisonderwijs.
Na een periode van vijf jaar dient u het totaal van de uit
gaven en ontvangsten voor de gehele periode vast te stel
len. Dit leidt tot een overschrijdingsbedrag over een
5-jaarlijkse periode, indien de uitgaven hoger zijn dan de
ontvangsten. In verband met de inwerkingtreding van de WBO
per 1 augustus 1985, beslaat het eerste 5-jaarlijkse tijd
vak een periode van vijf jaar en vijf maanden, te weten
1 augustus 1985 tot en met 31 december 1990.
Op grond van de wettelijke termijnen had de vaststelling
over het bovengenoemde tijdvak reeds in 1991 moeten plaats
vinden. De hoogte van de rijksvergoedingen voor het laatste
jaar van het 5-jaarlijks tijdvak is echter pas in december
>r het ministerie van
1993 vastgesteld
Onderwij!
tenschappen. Naar aanleiding van de ontvangen beschikkingen
is voor een aantal scholen en/of gebouwen beroep ingesteld.
Tot op heden zijn deze beroepszaken nog niet volledig afge
wikkeld. Als gevolg hiervan draagt de vaststelling van de
uitgaven en ontvangsten over het betrokken tijdvak slechts
een voorlopig karakter.
%^^vVXk'
Sjoch dizzc stêd; s|och wit der n'mom bart - It ilde spegelet hint yn wat de taJtomst hat - Piter Terpstra