3. Verslag van het gesprek met het Fries WAO-beraad (d.d. 22 juni 1995)
Hieronder volgen de belangrijkste uitkomsten van het gesprek:
Gevolgen herkeuring
Leeuwarden telt op dit moment ongeveer 6000 WAO-gerechtigden.
Op dit moment worden WAO-ers tot 40 jaar opgeroepen voor de herkeuring. Veel van deze
mensen worden grotendeels of volledig goedgekeurd, waardoor ze uit de WAO raken, voor
korte tijd in de WW terecht komen en vervolgens op bijstand zijn aangewezen. Op langere
termijn zal de gemeente, i.e. de sector Sociale Zaken met een grote groep ex-WAO-ers te
maken krijgen. Er wordt op dit moment al wel overlegd tussen bedrijfsverenigingen en de
sector Sociale Zaken, maar gelet op toekomstige ontwikkelingen moet dat overleg intensiever
worden en moeten er voorzieningen komen, vooral gericht op maatschappelijke participatie
van mensen die uit de WAO zijn gestuurd, maar niet of nauwelijks kansen hebben op de
arbeidsmarkt.
Over ongeveer twee jaar zullen de effecten van de WAO-ingreep zich sterker doen gelden en
bedrijfsverenigingen, maar vooral ook de gemeente doen er goed aan voor die tijd beleid en
bijbehorende voorzieningen in het leven te roepen.
Overleg en werkafspraken tussen de gemeentelijke sector Sociale Zaken, bedrijfsverenigingen
en belastingdienst zijn ook noodzakelijk. Veel mensen die voor hun inkomen afhankelijk zijn
van zowel Sociale Zaken als een bedrijfsvereniging, krijgen te maken met (soms hoge)
belastingaanslagen die ze niet kunnen betalen. Wanneer ze daarover contact opnemen met de
belastingdienst, verwijst deze ze door naar de bedrijfsvereniging en de bedrijfsvereniging
verwijst door naar Sociale Zaken. "Slachtoffers" die op deze manier van het kastje naar de
muur worden gestuurd worden hier wanhopig van en een deel van hen zoekt hulp bij het Buro
Sociale Raadslieden (BSR). Het BSR biedt in de meeste gevallen uitkomst, maar boven
beschreven situaties zijn te voorkomen door een beter op elkaar afgestemde uitvoeringspraktijk
van bedrijfsverenigingen en Sociale Zaken. Een één-loket-voorziening voor alle uitkerings
gerechtigden van waaruit ook heel gericht kan worden doorverwezen, kan uitkomst bieden.
Gemeentelijk minimabeleid
Veel mensen die het WAO-beraad benaderen denken dat het minimabeleid van de gemeente
alleen bedoeld is voor cliënten van de sector Sociale Zaken. Het WAO-beraad krijgt vooral
veel klachten over het gebrek aan voorlichting over de mogelijkheden tot kwijtschelding van
belastingen. De WAO-ers als doelgroep worden kennelijk niet voldoende bereikt door de
gemeentelijke voorlichting. Ook medewerkers van de bedrijfsverenigingen zijn veel te weinig
op de hoogte van het gemeentelijk (minima)beleid.
Verder pleit het WAO-beraad voor meer differentiatie/meer keuzemogelijkheden in het
minimabeleid: ook de doelgroep van het minimabeleid is zeer gedifferentieerd!
Relatief weinig ouderen komen op het (wekelijkse) spreekuur van het WAO-beraad. Waar
schijnlijk is voor deze groep de drempel voor deze en vergelijkbare voorzieningen (ook
voorzieningen die tot het minimabeleid horen?) toch nog hoog.
4
Cliëntenraad van Sociale Zaken
Het WAO-beraad pleit voor een professionalisering van de cliëntenraad. Deze raad zou
volgens een doeltreffend informatiesysteem permanent op de hoogte moeten blijven van
ontwikkelingen op lokaal en landelijk niveau die de positie van minima beïnvloeden en deze
cliëntenraad zou op gezette tijden representatieve, relevante gegevens over de positie van de
verschillende groepen minima en de wensen van die verschillende groepen t.a.v. het minima
beleid moeten verzamelen. Een dergelijke cliëntenraad is in staat om als krachtige vertegen
woordiger van de minima in Leeuwarden onderhandelingen aan te gaan met vertegenwoordi
gers van de gemeente over beleidskwesties die voor minima van belang zijn.
5