Intentieovereenkomst
Leeuwarden
1.4 Besluitvorming vindt plaats op basis van overeenstemming tussen beide partijen, waarbij
elke partij ongeacht het aantal door haar afgevaardigde vertegenwoordigers één stem heeft.
Bij het staken der stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
1.5 Het planteam voert volgens de planning (bijlage 3) zijn activiteiten uit.
2.1 BEMOG zal in het kader van het onderzoek de volgende werkzaamheden verrichten en
inbrengen in de samenwerking:
a het professioneel interpreteren, onderbouwen, becommentariëren en nader definiëren van
het programma en het bouwvolume genoemd in het werkdocument (bijlage 1);
b het onderzoeken van de ruimtelijke potenties van de resultaten van punt a;
c het onderzoeken van de financiële basis voor de ontwikkeling cq de economische
uitvoerbaarheid;
d het interpreteren van het distributie-planologisch onderzoek van de gemeente ("Ontwik
kelingsvisie Binnenstad 1995"); hierbij aandacht schenkend aan de volgende punten:
gebruik maken van de potenties van het aanwezige bedrijfsleven in en buiten het
plangebied;
kansen van het verplaatsingsbeleid;
wisselwerking met lokale projecten.
2.2 BEMOG draagt zorg voor de afstemming van informatie met en inbreng van informatie van
eigenaren en potentiële (nieuwe) ruimtevragers.
2.3 De gemeente zal in het kader van het onderzoek de volgende werkzaamheden verrichten en
inbrengen in de samenwerking:
a het aanleveren van beschikbare basisgegevens;
b het regisseren en coördineren van het integrale planproces;
c het bevorderen van tijdige besluitvorming;
d de communicatie: het organiseren van informatie- en discussiebijeenkomsten;
e het afstemmen op het binnenstadsbeleid;
f het afstemmen binnen beleidsontwikkelingen op het gebied van:
distributie-planologisch beleid;
verkeer- en vervoerbeleid;
beleid wonen;
g het onderzoeken van de subsidiemogelijkheden en het bevorderen van de subsidie
verlening;
h het opstellen en actualiseren van de grondexploitatie.
2.4 De gemeente draagt zorg voor de afstemming van informatie met en inbreng van informatie
van hogere overheden.
2.5 Gemeente en BEMOG zorgen gezamenlijk voor:
het onderzoeken van het meest geschikte juridisch kader waarbinnen partijen in samen
werking de planontwikkelingen vervolgens de realisatie zouden kunnen stimuleren;
het onderzoeken van de gewenste kwaliteit van de openbare ruimte;
2
Intentieovereenkomst
Leeuwarden
2.6 Partijen kunnen in het planteam besluiten dat bepaalde werkzaamheden door derden dienen
te worden verricht. De gemeente vervult hierbij de rol van opdrachtgever.
2.7 Alle werkzaamheden dienen tijdig door partijen te zijn afgerond, waarna de resultaten van
het onderzoek zullen worden vastgelegd in een ontwikkelingsplan dat op 1 november 1996
gereed moet zijn. Het ontwikkelingsplan bevat een functioneel, een ruimtelijk en een
verkeersconcept. Tevens is een uitvoeringsparagraaf opgenomen met financiële taakstelling
per partij en de organisatie van het ontwikkelings- en realiseringstraject.
2.8 Op basis van het ontwikkelingsplan bepaalt elk der partijen of en zo ja op welke voorwaar
den zij de samenwerking wenst te continueren. Deze intentieovereenkomst heeft tot doel te
komen tot een ontwikkelingsplan en een samenwerkingsovereenkomst ter ontwikkeling en
realisatie van dit ontwikkelingsplan. Het opstellen van de voorwaarden en ondertekening
van de samenwerkingsovereenkomst zal uiterlijk 1 maart 1997 zijn geschied.
2.9 Het ontwikkelingsplan wordt eigendom van de gemeente, nadat de haalbaarheidsstudie is
afgesloten en partijen na redelijk overleg besluiten niet met elkaar verder te gaan.
2.10 Het voornemen van tussentijdse verwerving van gronden en opstallen moet worden gemeld
in het planteam. Gezamenlijk wordt besloten om tot eventuele verwerving over te gaan. De
verwerving wordt gedaan door BEMOG waarna doorlevering aan de gemeente geschiedt
via de gebruikelijke gemeentelijke besluitvorming.
3.1 Partijen dragen ieder zelf de kosten van de in artikel 2 lid 1 t/m 5 genoemde door hen te
verrichten werkzaamheden. Hieronder worden mede de op het moment van het sluiten van
deze overeenkomst reeds verrichte werkzaamheden verstaan. Partijen hebben nimmer de
mogelijkheid de betreffende kosten op elkaar te verhalen.
3.2 Ten aanzien van werkzaamheden waarvan partijen conform artikel 2 lid 6 hebben besloten
dat deze door derden dienen te worden verricht, stellen partijen bij deze een startbudget vast
van 100.000,=. De gemeente beheert dit budget doch zal alleen in overleg met BEMOG
overgaan tot het aangaan van verplichtingen. Partijen kunnen in het planteam besluiten dat
en met welk bedrag het budget moet worden bijgesteld. Overschrijding van het budget is
alleen toegestaan met instemming van beide partijen. De overschrijding zal door elk der
partijen voor een gelijk deel worden gedragen.
3.3 Partijen dragen elk voor de helft bij aan het budget. Bij oprichting van het planteam, doch
uiterlijk 15 april 1996 zullen partijen ieder een bedrag van 50.000,= op een speciaal
hiervoor geopende bankrekening overmaken. De bankrekening zal op naam van de
gemeente staan en door de gemeente worden beheerd.
3
Artikel 2: Werkzaamheden
Grontmij
Artikel 3: Kosten
Grontmij