12
13
Intensivering van beleid
Investeringsfonds
Voor de uitvoering van de voorbereide projecten moeten gemeentelijke middelen
tijdig beschikbaar zijn. Omdat financiële ruimte in enkele investeringsbronnen
terugloopt (stadsvernieuwingsfonds, meerjarenprogramma's), moet er een alternatie
ve vorm gevonden worden om vastgestelde plannen en/of aangegane verplichtingen
te kunnen uitvoeren. Wij vinden het dan ook wenselijk een gemeentelijke investe
ringsfonds in te stellen. De omvang daarvan is moeilijk te bepalen, omdat voor
diverse "bekende" projecten de totale kosten noch het gemeentelijk aandeel daarin
niet bekend zijn. Ook kunnen er nieuwe projecten naar voren komen.
In het overzicht financiële verplichtingen naar aanleiding van overeenkomsten/
convenanten (bijlage 4) staan enkele voorbeelden van projecten, danwel projectonder
delen die niet volledig gedekt zijn of kunnen worden uit de reguliere gemeentelijke
budgetten. Daarom achten wij een spoedige vorming van een gemeentelijk investe
ringsfonds wenselijk. In hoofdstuk 1zijn wij al ingegaan op de gewenste omvang
van dit fonds.
2.2 Grote Stedenbeleid
Het Grote Stedenbeleid (GSB) is gericht op de ontwikkeling van grote steden als
trekkers van de economie. Door beleidsintensivering moet worden voorkomen dat
duale steden ontstaan. Steden die dreigende problemen hebben en een wenkend
potentieel maar die door de ernst van de problemen de dynamiek dreigt te verliezen.
Het kabinet werkt het Grote Stedenbeleid met een aantal grote steden verder uit.
Op 30 oktober 1995 sloot Leeuwarden als een van de G-15 gemeenten een convenant
afgesloten met het kabinet. Dit convenant "Steden staan voor stedelijkheid" is door
de raad vastgesteld als beleidskader voor het gemeentelijk beleid.
In de kadernotitie Grote Stedenbeleid Leeuwarden is gesteld dat Leeuwarden het is
met de analyse van het Rijk over de dreiging van duale steden. De ontwikkeling van
Leeuwarden tot een duale stad is een reëel gevaar en het verplicht ons om extra te
investeren in de stad.
Voor Leeuwarden is deelname aan het GSB een kans om een vernieuwende en
geïntensiveerde aanpak te realiseren. Hierbij staat niet alleen het werkgelegenheids
beleid centraal maar krijgen ook andere thema's zoals de zorg voor de maatschappe
lijk kwetsbaren aandacht. De gezamenlijke inspanningen (Rijk en convenantgemeen-
ten) richt zich ook nadrukkelijk op een sluitende aanpak voor deze groep mensen.
Het Grote Stedenbeleid heeft tot doel de kansen en potenties van de stad te verster
ken en te benutten en tegelijkertijd de problemen te bestrijden. Op gemeentelijk
niveau is hiervoor een integrale benadering nodig, gericht op een samenhangende
inzet van alle instrumenten en regelingen, die elkaar kunnen versterken. Daarnaast is
het noodzakelijk om de inzet van verschillende partijen die ook op (deel)terreinen
actief zijn te bundelen.
Intensivering van beleid
Gemeentelijke inzet
Een intensivering van het beleid vraagt om een extra inzet van de gemeente en haar
partners. Van de gemeente wordt die gevraagd op drie terreinen:
de bestuurlijke inzet;
een nieuwe aanpak door de gemeentelijke organisatie;
een inzet van extra financiële middelen.
Extra bestuurlijke inzet
De extra bestuurlijke inzet is gericht op de nadere invulling van het interactief
besturen. Dat houdt in dat de samenwerking met partners, zoals het Rijk, de
provincie en het bedrijfsleven zal worden uitgebreid en geïntensiveerd. In het kader
van het Grote Stedenbeleid zal ook de regiefunctie van de gemeente verder worden
uitgebouwd. Door deregulering en decentralisatie ontstaat meer ruimte voor de
gemeente om hier invulling aan te geven.
Tenslotte moet de samenhang met andere belangrijke beleidsontwikkelingen, zoals de
bestuurlijke vernieuwing, worden uitgewerkt.
Extra inzet gemeentelijke organisatie
Het Grote Stedenbeleid vraagt een extra inzet van de gemeentelijke organisatie. Een
integrale benadering vereist een intensieve afstemming tussen sectoren en diensten en
met de externe contacten. Bovendien wordt, nadrukkelijker dan voorheen, een
resultaat-gerichte aanpak gevraagd. De projectorganisatie Grote Stedenbeleid vervult
hierin een centrale rol.
De afspraken in het convenant worden uitgewerkt in gemeentelijke actieplannen op
de volgende terreinen:
Actieplan Economie en Werk;
Actieplan Zorg en Opvang;
Actieplan Jeugdcriminaliteit (of: "Jeugd en Veiligheid");
Integrale programma's wijk-/buurtbeheer;
Veiligheidsplan op wijk- en stadsniveau (zal grotendeels geïntegreerd
onderdeel vormen van integrale wijk- en buurtprogramma's);
Projecten in het kader van de bestrijding van achterstanden in het onderwijs.
De volgende stap is de actieplannen uit te werken in concrete voorstellen. Deze
hebben ondermeer betrekking op de volgende thema's:
Economie en werk:
werkgelegenheidsprojecten
bedrijfsomgeving
scholing en arbeidsmarkt
werken in wijken
technologie, innovatie en kennis
Via het actieplan economie en werk is een directe relatie met het werkgelegen
heidsbeleid.