Dienst Welzijn
Melkert-experimentbaan. Daarvan was er één via het in Leeuwarden ontwikkelde
model van solliciteren met een cheque. De Leeuwarder resultaten wijken overigens
niet af van behaalde resultaten elders in het land. Wel zullen de inspanningen in 1996
moeten worden geïntensiveerd om de toegezegde 300 banen ook daadwerkelijk te
kunnen realiseren.
3. Grote Stedenbeleid
Het GSB is een centraal thema in het huidige kabinetsbeleid. In 1995 heeft dat beleid
vorm gekregen in samenwerking tussen het rijk en de 19 aangewezen grote steden.
Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen het overleg met de vier grootste steden
(G4) en de 15 overige grote steden (G15). Met beide combinaties heeft het rijk een
convenant gesloten. Ook in Leeuwarden is een begin gemaakt met de voorbereiding
van het GSB.
Er is een kadernotitie opgesteld, waarin een inventarisatie is gemaakt van thema's en
activiteiten die in het GSB aan de orde zouden moeten komen. Vanuit de sector
Additionele Werk-gelegenheid werd deelgenomen aan de gemeentelijke delegatie, die
de voorbereiding heeft verzorgd van het convenant met de G15, dat op 30 oktober
1995 werd ondertekend. In aansluiting hierop heeft de gemeenteraad besloten om dit
convenant als kader te hanteren voor de invulling van het GSB in Leeuwarden.
In het kader van het GSB zijn ook besprekingen gestart met de Provincie Friesland
om tot afspraken te komen over de samenwerking provincie/gemeente op het terrein
van het GSB. Eind 1995 zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart voor de
afsluiting van een convenant tussen de gemeente en de provincie inzake samenwer
king op het gebied van het GSB.
4. Banenpool en Jeugdwerkgarantiewet (JWG)
Met de Stichting Werkwijzer is in 1995 onderhandeld om te komen tot de opstelling
van een subsidiecontract, op grond waarvan de Stichting volgens bepaalde normerin
gen kan worden gesubsidieerd voor te leveren prestaties. Met ingang van het jaar
1996 zal met deze subsidiemethodiek ervaring worden opgedaan.
Overigens werd de stichting vanuit de sector ondersteund bij de ontwikkeling van
projecten die moeten leiden tot meer plaatsingsmogelijkheden voor banenpoolers en
JWG-ers.
5. Werkervaringsplaatsen
De structurele subsidierelatie met de Stichting de Opstap is per 1 januari 1995 beëin
digd. Daarvoor in de plaats kwam een inkoop-relatie van werkervaringsplaatsen op
incidentele basis. In 1995 werden 70 werkervaringsplaatsen ingekocht. Op deze
plaatsen konden Leeuwarder uitkeringsgerechtigden met behoud van uitkering werker
varing opdoen als bijzondere vorm van scholing. Van deze plaatsen werden er 40
mede bekostigd door het RBA-Friesland en met inzet van ESF-middelen.
52
Dienst Welzijn
In 1995 heeft een extern onderzoek plaats gevonden naar de reële kostprijs voor een
werkervaringsplaats bij de Opstap. Dit onderzoek heeft geleid tot een verhoging van
het subsidiebedrag per plaats. Bij de verdere uitwerking van de plannen inzake invoe
ring van de WIW zal ook de positie van de Opstap binnen de gemeentelijke uitvoe
ringsstructuur voor additionele werkgelegenheid opnieuw worden bezien.
6. Alhandeling beëindiging subsidierelatie PMZW
In 1994 is besloten om de structurele subsidierelatie met de instellingen, die opvang
en ontwikkelingsprojecten uitvoerden voor mensen zonder werk, met ingang van 1995
te beëindigen. Het betreft hier de Stichting PMZW, de Stichting JWL en de Stichting
de Opstap.
De beëindiging van de subsidierelatie heeft ertoe geleid dat de gemeente verwikkeld is
geraakt in een tweetal juridische procedures met de besturen van de Stichting PMZW
en de Stichting JWL, respectievelijk met voormalige werknemers van deze Stichtin
gen. Deze procedures duren nog voort.
7. Centrum voor Beroepsoriëntatie en Beroepsoefening Friesland
In de discussie over de positionering van het CBB-F heeft het College op advies van
een ingestelde verkenningsgroep besloten om op operationeel niveau samenwerking te
zoeken met het ROC Friesland College en in de toekomst eventueel ook met andere
onderwijsinstellingen. Het CBB kan hiermee haar positie op de scholingsmarkt behou
den en versterken.
11.2.4 Onderwijs
Algemeen
Het onderwijsbeleid van de landelijke overheid kan met de volgende trefwoorden
worden gekarakteriseerd:
- autonomievergroting;
- decentralisatie;
- deregulering.
Wat betreft de decentralisatie van een aantal onderwijstaken naar de gemeenten gaat
het met name om taken op het terrein van de achterstandsbestrijding, het Onderwijs in
Eigen Taal en Cultuur en het NT2-beleid, de schoolbegeleiding en de huisvesting.
Deels gaat het om nieuwe taken en deels om het vergroten van de bestaande mogelijk
heden en bevoegdheden van de gemeenten op bepaalde terreinen. Hoewel de effectue
ring van de decentralisatievoorstellen pas in (de loop van) 1997 zal plaatsvinden, is al
in 1995 door de sector met de voorbereidende werkzaamheden begonnen. Uitgangs
punt hierbij was en is de in juni 1995 verschenen nota Lokaal Onderwijsbeleid van
staatssecretaris Netelenbos. Het overleg over de vormgeving hiervan met de (bijzonde
re) schoolbesturen van primair en secundair onderwijs is daartoe reeds gestart.
Per 1 februari 1995 is de (voormalige) afdeling OSAB/ASBO geprivatiseerd. Sinds
die datum is de sector Onderwijs van de dienst Welzijn verantwoordelijk voor de
beleidsvoorbereidende en -uitvoerende werkzaamheden op het terrein van het lokale
onderwijsbeleid. De voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden ten aanzien van
het openbaar (vooral primair) onderwijs worden verricht door de Stichting ASBO.
53