Blad 2
schriften de bedoeling blijkt om de gestapelde woningen,
als vermeld in artikel 4, lid B, onder d, te realiseren in
het gebied met de aanduiding "dichtheid 3 5 tot 4 5 wonin
gen/ha") Immers - aldus de vertegenwoordigers van de ge
meente - de mogelijkheid tot hoogbouw was daarmee (door de
onthouding van goedkeuring aan deze bepaling) niet verval
len, maar zou door middel van uitwerkingsplannen kunnen
worden gerealiseerd. In ieder geval hadden de bewoners aan
de Ungastins er rekening mee te houden dat hoogbouw in het
plangebied, waar inmiddels drie flatgebouwen zijn gereali
seerd, viel te verwachten.
Verzoeker is eveneens in de gelegenheid gesteld zijn stand
punt uiteen te zetten. Mevr. Van der Meer heeft er in dit
verband op gewezen dat er wel sprake is geweest van hoog
bouw maar nooit meer dan vijf lagen. Nu worden er drie
flatgebouwen gerealiseerd met zeven bouwlagen, met parkeer
en bergruimte op de begane grond en op het dak twee pent
houses, in totaal ongeveer 22 m hoog. Mevr. Van der Meer
heeft hierbij een ideeënschets getoond die in 1989 aan haar
man is overhandigd (tekening nr. 2497 Y 88 d.d. 10.05.89)
die aangeeft dat maar twee flatgebouwen zouden worden ge
bouwd, terwijl de zuidgevel van het dichtstbijzijnde flat
gebouw in het verlengde van de scheidslijn van de woningen
nrs8 en 6 zou komen te liggen. Thans is de oostelijke
zijgevel van het dichtstbijzijnde flatgebouw geheel in het
gezichtsveld van de woning Ungastins 8 gelegen, omdat het
gebouw in zuidelijke richting is opgeschoven. Mevr. Van der
Meer heeft verder opgemerkt, dat zij en haar man een
dergelijke invulling als thans wordt gerealiseerd niet heb
ben verwacht, terwijl deze ook niet strookt met de ideeën
van de gemeente destijds.
Daarna heeft de stichting nog een brief ontvangen van de
heer Van der Meer, met als bijlagen een kopie van een door
de gemeente aan de heer J.D. Eisma, Ungastins 11 te
Leeuwarden geschreven brief d.d. 18 november 1994 betref
fende het bouwplan waarvoor in februari 1995 vergunning is
verleend, alsmede een kopie van genoemde situatietekening.
In deze brief is tevens sprake van het bouwplan voor twee
flatgebouwen, dat niet realiseerbaar bleek.
Planologie
Voor het terrein waar inmiddels de drie flatgebouwen zijn
gerealiseerd gold aanvankelijk het op 19 december 1977
vastgestelde bestemmingsplan "Camminghaburen"dat op 23
mei 1978 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Bij dit
globale bestemmingsplan zijn uitgangspunten vastgesteld ten
aanzien van onder meer de verhouding tussen laagbouw en
gestapelde bouw. Minimaal 90% van de woningen zou in laag
bouw gerealiseerd dienen te worden. De overige 10% mocht
als gestapelde woningen worden gerealiseerd. Gedacht werd
aan maximaal vijf bouwlagen. In artikel 4 van de bij het
Blad 3
globale plan behorende voorschriften (Woondoeleinden) was
dan ook gesteld dat - zoals reeds opgemerkt - "de overige
woningen zullen bestaan uit gestapelde woningen in ten
hoogste 5 lagen"Bij het reeds genoemde besluit van 13
juni 1980 heeft de Kroon goedkeuring onthouden aan artikel
4 uitsluitend voor wat betreft de zojuist genoemde bepa
ling. De Kroon was namelijk van oordeel dat noch uit de
kaart noch uit de voorschriften de bedoeling blijkt om be
doelde gestapelde woningen te realiseren in een bepaald,
aangegeven gebied van Camminghaburen (het terrein aan de
Gratingastins vormt een onderdeel van dit gebied)In de
planvoorschriften was derhalve onvoldoende duidelijk aang
egeven dat in het algemeen alleen hogere flat)bebouwing in
het centrumgebied is toegestaan (nabij het centrum en langs
de verbindingszone centrum NS-halte)Uitgangspunt was en
is dat de zone tussen centrum en station een dichter en
daarmee stedelijker bebouwingsbeeld krijgt.
Volledigheidshalve merken wij in dit verband nog op, dat in
het nieuwe bestemmingsplan "Camminghaburen" het bezwaar van
de Kroon tegen een onvoldoende duidelijke bepaling is
opgeheven. Voor zover hoogbouw wordt toegepast, zal deze
worden gerealiseerd (zoals ook bij deze bouwlocatie het
geval is) in de nabijheid van of aan structuurbepalende
elementen (groen, water, wijkontsluitingswegen)
Terugkerend naar het bestemmingsplan "Camminghaburen" van
1977 merken wij op, dat burgemeester en wethouders de hier
voor genoemde bestemming "Woondoeleinden" moesten uitwerken
met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 van deze
voorschriften. Van belang daarbij is dat wat betreft wo
ningen (artikel 4) weer wordt verwezen naar de onderschei
dene dichtheden op de plankaart aangegevenVoorts was in
artikel 18, lid 2 bepaald dat het bouwen van bouwwerken
diende te geschieden overeenkomstig een door burgemeester
en wethouders uitgewerkt plan dat onherroepelijk was gewor
den
In het advies van de stichting wordt hierna nader ingegaan
op het nieuwe bestemmingsplan "Camminghaburen"Zoals reeds
opgemerkt, is bij besluit van 8 februari 1995, nr. B 466/94
aan BML Bouw B.V. te Leeuwarden vergunning verleend voor
het bouwen van 48 huur-, 24 koopwoningen en 18 garages op
het betreffende perceel. Medio 1989 is er inderdaad een
bouwplan ingediend voor twee 9-hoogflats met in totaal 84
woningen. De hiervoor genoemde, door de heer Van der Meer
overgelegde, situatietekening heeft hierop betrekking. Dit
project is evenwel niet gerealiseerd (het bleek financieel
niet haalbaar)
Globale beschrijving van de onroerende zaak van belangheb
bende en de ligging daarvan ten opzichte van het
dichtstbijgelegen flatgebouw.
Hierna volgt in het advies van de stichting een beschrij-