Blad 6
en 5:3 de seniorenarbeidsduur is verminderd, ten hoog
ste gemiddeld 1/9 van de teruggebrachte seniorenar
beidsduur aan spaaruren opbouwen.
6 Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van
dit artikel nadere regels stellen.
De artikelen 4:3:1 tot en met 4:3:3 worden toegevoegd.
Artikel 4:3:1
1 Gehele of gedeeltelijke verhindering wegens ziekte de
betrekking te vervullen tijdens de spaarperiode schort
de opbouw van de spaaruren op vanaf het moment dat de
ziekte een aaneengesloten periode van twaalf weken
heeft geduurd tot het moment van volledig herstel.
2 Gehele of gedeeltelijke verhindering wegens ziekte de
betrekking te vervullen op het moment dat de rooster
vrije tijd ingaat, schort de opname van de roostervrije
tijd op tot het moment van volledig herstel.
3 Gehele of gedeeltelijke verhindering wegens ziekte de
betrekking te vervullen gedurende de opname van de
roostervrije tijd, schort de roostervrije tijd op vanaf
het moment dat de ziekte een aaneengesloten periode van
zes weken heeft geduurd tot het moment van volledig
herstel
Artikel 4:3:2
1 In geval van ontslag, op grond van artikel 8:1, wordt
roostervrije tijd zoveel mogelijk opgenomen gedurende
de opzegtermijn. In overeenstemming met de ambtenaar
kan hiervoor de maximale opzegtermijn zo nodig worden
verlengd.
Indien het voor de ambtenaar, in verband met het aan
vaarden van een andere betrekking, niet mogelijk is om
de opzegtermijn te verlengen, worden de niet opgenomen
spaaruren uitbetaald ingevolge het bepaalde in artikel
4:3:3.
2 In het geval van ontslag van artikel 8:4, 8:6 of 8:7,
wordt de ambtenaar in de gelegenheid gesteld om vooraf
gaand aan het ontslag de roostervrije tijd op te nemen.
3 In geval van ontslag op grond van artikel 8:12 is de
ambtenaar verplicht om met ingang van de dag dat het
voornemen disciplinair ontslag te verlenen aan de
ambtenaar is meegedeeld, de roostervrije tijd op te
nemen. Aansluitend op deze periode zal het ontslag op
grond van artikel 8:12 volgen. Het ontslag gaat in de
eerste dag na afloop van de roostervrije tijd.
4 In geval van ontslag op grond van artikel 8:5 worden de
reeds gespaarde spaaruren uitbetaald ingevolge het be
paalde in artikel 4:3:3.
5 In het geval van overlijden van de ambtenaar worden aan
de nabestaanden, met inachtneming van het bepaalde van
artikel 8:14:2, de reeds gespaarde spaaruren uitbetaald
Blad 7
ingevolge het bepaalde in artikel 4:3:3.
Artikel 4:3:3:
Indien spaaruren worden uitbetaald, worden zij uitbetaald
naar het op het moment van uitbetalen geldende uurloon van
de ambtenaar.
Artikel 51 lid 1
De zinsnede "werktijd per week" wordt vervangen door
"seniorenarbeidsduur" (2x)
De zinsnede "met behoud van de arbeidsduur" wordt ver
vangen door "met behoud van de formele arbeidsduur".
De zinsnede "werktijdvermindering" wordt vervangen door
"arbeidsduurvermindering"
In de laatste volzin wordt "acht" vervangen door "7,2".
Aan artikel 5:1 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd:
3 Bij de vaststelling van de feitelijke arbeidsduur per
week en de toepassing van artikel 4:3 wordt uitgegaan
van de met een vijfde teruggebrachte seniorenarbeids
duur
Artikel 5:3 lid 1:
De zinsnede "werktijd per week" wordt vervangen door
"seniorenarbeidsduur" (2x)
De zinsnede "met behoud van de arbeidsduur" wordt ver
vangen door "met behoud van de formele arbeidsduur".
De zinsnede "16 uur" wordt vervangen door "14,4 uur".
Artikel 5:3 lid 2:
"werktijd" wordt vervangen door "seniorenarbeidsduur"
5x)
In artikel 5:3 worden de leden 4 t/m 13 vernummerd tot 5
t/m 14.
Toevoegen aan artikel 5:3 een nieuw lid 4:
4 Bij de vaststelling van de feitelijke arbeidsduur per
week en de toepassing van artikel 4:3 wordt uitgegaan
van de met de helft teruggebrachte seniorenarbeidsduur
per week.
Artikel 5:3 lid 5 (nieuw):
"werktijd" wordt vervangen door "seniorenarbeidsduur"
2 x
Artikel 5:3 lid 6 (nieuw)
"werktijd" wordt vervangen door "seniorenarbeidsduur".
De zinsnede "vierde lid" wordt vervangen door "vijfde
lid".