r Blad 14 tueel op kunnen reageren. Lid 5-9 De wet bepaalt dat de onderwijsraad om advies wordt ver zocht wanneer een bevoegd gezag de gemeente daarom vraagt, danwel wanneer de gemeente uit eigen beweging hiertoe over gaat. De onderwijsraad brengt binnen vier weken zijn advies uit. Het advies wordt tegelijkertijd met het programma be kend gemaakt. Op de advisering door de onderwijsraad is van toepassing hetgeen in algemene zin over advisering is gere geld in de Awb. In dit verband is met name het bepaalde in artikel 3:6, tweede lid, artikel 3:7 en artikel 4:20 van belang. Zo kan op grond van artikel 3:6, tweede lid de gemeenteraad het programma vaststellen indien de onderwijs raad het advies niet binnen vier weken uitbrengt. Op grond van artikel 3:7 is de gemeente gehouden, al dan niet op verzoek, de gegevens beschikbaar te stellen die de onder wijsraad nodig heeft voor het uitbrengen van advies. Wan neer de raad afwijkt van het advies van de onderwijsraad worden ingevolge artikel 4:20 Awb de redenen daarvan ver meld in de motivering. In de leden 5 t/m 9 is in procedurele zin aangegeven op welke wijze de onderwijsraad kan worden ingeschakeld voor het inwinnen van advies over de vaststelling van het huis vestingsprogramma in relatie tot de aspecten van de vrij heid van richting en vrijheid van inrichting. Hierbij is aangesloten op de procedurele lijn zoals die van toepassing is op de inschakeling van de onderwijsraad bij de vaststel ling of wijziging van de huisvestingsverordening (zie arti kel 7 met de daarbij behorende toelichting de verordening Procedure overleg huisvesting) Volgens de wet is het de gemeenteraad die tijdens het over leg over het programma kan besluiten 'uit eigen beweging' een verzoek om advies in te dienen bij de onderwijsraad. Op grond van het vijfde en het zevende lid delegeert de raad dit aan burgemeester en wethouders. Dit sluit ook aan op de (voor de hand liggende) keuze om ook het voeren van het overleg over het programma over te laten aan burgemeester en wethouders. In lid 6 is bepaald dat alle deelnemers aan het overleg in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze te geven over de inhoud van een (voorgenomen) verzoek om advies aan de onderwijsraad. Dit tegen de achtergrond dat iedereen erbij gebaat is dat duidelijkheid bestaat over de beweegredenen bij een, meer of alle partijen om zich tot de onderwijsraad te wenden. Deze gedachtenwisseling laat uiteraard het recht van een individueel schoolbestuur of van de gemeente om de onderwijsraad in te schakelen, ook wanneer de andere over legpartners daaraan geen behoefte hebben, onverlet. De zienswijzen van de schoolbesturen dienen schriftelijk te Blad 15 worden vastgelegd omdat de onderwijsraad bij zijn oordeels vorming over een verzoek om advies ook afwijkende meningen zal willen betrekken. Ingevolge de wettekst is het de gemeenteraad die in alle gevallen de onderwijsraad verzoekt om advies. In lid 7 wordt tot uiting gebracht dat de raad - in navolging van het bepaalde in lid 5 - dit overdraagt aan burgemeester en wethouders Het is van belang dat het door burgemeester en wethouders ingediende verzoek om advies goed gedocumenteerd is en ver gezeld gaat van alle stukken die relevant (kunnen) zijn voor de adviseur (artikel 3:9 Awb). De onderwijsraad stelt zich namelijk op het standpunt dat de adviestermijn van vier weken een aanvang neemt vanaf het moment waarop de onderwijsraad beschikt over de stukken die hij relevant acht voor de advisering. Bij een eventuele inschakeling van de onderwijsraad is het van belang dat de gemeente goed in de gaten houdt dat hierdoor de besluitvorming geen ernstige vertraging oploopt. Dit geldt zeker wanneer het overleg waarin kenbaar werd gemaakt dat een of meer van de overlegpartners een advies van de onderwijsraad wenste, na de zomer plaatshad. Met het oog op het bepaalde in artikel 11, lid 4 verdient het dan nadrukkelijk aanbeveling om zo spoedig mogelijk tot de indiening van het advies over te gaan. Minstens zo be langrijk is dat, zoals hiervoor is opgemerkt, hierbij de Onderwijsraad de beschikking krijgt over alle relevante stukken Artikel 11 Tijstip vaststelling Lid 1 Hier wordt de mogelijkheid geopend om desgewenst afzonder lijke bedragen vast te stellen voor specifiek gemeentelijk beleid. Hierbij kan gedacht worden aan het treffen van be paalde huisvestingsvoorzieningen teneinde bepaalde onder wijsinhoudelijke ontwikkelingen te stimuleren, zoals bijvoorbeeld de integratie tussen het basisonderwijs en delen van het speciaal onderwijs. Tevens kan een deel van het budget worden geoormerkt voor de gerichte aanwending van middelen voor de uitvoering van een meerjarige onder- houdsplanning van schoolgebouwen, die op lokaal niveau is overeengekomen Het afsplitsen van een bedrag voor een specifieke categorie van voorzieningen kan een belangrijk instrument voor de gemeente zijn om bepaalde accenten te leggen in de uitvoe ring van haar zorgplicht voor een adequate onderwijshuis vesting. Teneinde dit instrument effectief te kunnen inzet ten is het wel noodzakelijk om voorafgaande aan het moment van de indiening van huisvestingsverzoeken hierover aan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 272