3.
PRODUKTENSTRUCTUUR DSW, VERANDERINGEN EN ONTWIKKELINGEN
Ten opzichte van 1998 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd in de productenstructuur van de dienst:
1. De naamgeving van het beheersproduct "Intake" is gewijzigd in "indicatiestelling". Dit mede in relatie met
de nieuwe WSW, waardoor nieuwe regelgeving van kracht is geworden ten aanzien van het beheer van de
wachtlijst en de daarmee samenhangende indicatie- en intakeprocedures. Onder het nieuwe wettelijke
regime zal de indicatiestelling plaatsvinden door een onafhankelijke instantie; het managen van de
werkzaamheden rondom het beheer van de wachtlijst en het bewaken van de intake-en indicatieprotocollen
behoort tot de verantwoordelijkheid van het betreffende gemeentebestuur. In de voorliggende begroting
zijn onder het product "indicatiestelling" zowel de kosten van de interne intake-activiteiten alsook de
dienstverleningskosten van de externe instantie opgenomen. Overigens betreft het nog ruwe ramingen
aangezien de condities waaronder de externe indicatiestelling zal plaatsvinden nog niet geheel zijn
uitgewerkt.
Tenslotte wordt nog onder de aandacht gebracht dat de gewijzigde regelgeving voor de indicatiestelling leidt
tot structurele hogere kosten in vergelijking met de oude situatie. Voor de overgangssituatie in de jaren
1998/1999 zijn eenmalig extra middelen beschikbaar gesteld aan de verschillende SW-bedrijven. In de
daaropvolgende jaren zal sprake zijn van een structurele uitzetting waarvan in de wetgeving de
verantwoordelijkheid expliciet bij de gemeentebesturen wordt gelegd. De kosten van indicatiestelling
moeten derhalve worden gezien als de kosten van een gemeentelijke taak, en kunnen niet worden
beschouwd als normale bedrijfsvoeringkosten van de uitvoerende SW-bedrijven. Dit pleit ervoor een
dusdanige verrekening van de kosten van indicatiestelling met de verantwoordelijke gemeenten tot stand te
brengen dan wel de uitvoering van deze taak dusdanig te positioneren, dat de kosten van deze activiteiten
geen nadelige invloed uitoefenen op het exploitatieresultaat van de uitvoeringsorganisatie. Vanuit de DSW
zullen op dit punt nog nadere voorstellen worden gedaan.
2. Onder het beleidsproduct "Instandhouding en bevordering arbeidsbekwaamheid" is een nieuw
beheersproduct opgenomen, namelijk "Begeleid werken". Dit in verband met de in de nieuwe wet
opgenomen verplichting om jaarlijks een bepaald percentage van de nieuw ingestroomde medewerkers een
arbeidsplaats aan te bieden door middel van een gesubsidieerde dienstbetrekking bij een onafhankelijke
werkgever. De hieraan verbonden kosten bestaan naast de interne overhead uit het inhuren van de diensten
van een onafhankelijke instantie voor de bemiddeling en begeleiding van de deelnemers en de te verstrekken
loonkostensubsidie. Vooralsnog is ervan uit gegaan dat het totaal aan kosten kan worden gedekt door het
totale bedrag aan rijkssubsidie dat correspondeert met het aantal uit te plaatsen deelnemers (voor 1999
geraamd op 13 personen).
3. Het beleidsproduct management en staf Stichting Werkwijzer" is komen te vervallen, als gevolg van de
eerder gememoreerde B&W-beslissing
4. In de clustering van de activiteiten die behoren tot het beleidsproduct "uitvoering werkobjecten SW", is een
wijziging aangebracht teneinde de clustering beter aan te laten sluiten bij de interne aansturing van de
dienst. De wijzigingen ten opzichte van 1998 zijn:
De productgroep Varia bestaat uit de afdelingen kartonnage en verpakkingen. In tegenstelling tot 1998
wordt de afdeling montage niet tot deze productgroep gerekend maar tot de nieuwe productgroep
"techniek".
De productgroep techniek bestaat uit de afdelingen metaal, montage en het productiegedeelte van de
afdeling hout; laatstgenoemde activiteit was in 1998 nog verantwoord onder de productgroep
werkgelegenheidsprojecten, vanwege het feit dat op de houtafdeling tevens een werkervaringsproject
wordt uitgevoerd. In de thans gehanteerde indeling wordt derhalve een splitsing aangebracht tussen het
project- en het productiegedeelte van deze activiteit.
De activiteiten detachering, uitvoering werkgelegenheidsprojecten en arbeidsonderzoek zijn in de
nieuwe opzet samengevoegd tot de productgroep uitvoering werkgelegenheidsprojecten.
Na doorvoering van deze wijzigingen kan op beleidsniveau een tweetal productgroepen worden onderscheiden
namelijk:
Instandhouding en bevordering arbeidsbekwaamheid;
Uitvoering werkobjecten SW.
Met deze twee producten wordt uitdrukking gegeven aan de dubbele missie die in het kader van de uitvoering
van de WSW bij de DSW is neergelegd. Centraal hierbij staat de sociale doelstelling van de DSW, te weten het
aanbieden van werkgelegenheid aan de betreffende doelgroepen en het bevorderen en instandhouden van de
arbeidsbekwaamheid van deze personen. Het gaat hierbij om "mensgeoriënteerde" diensten. Als afgeleide
hiervan is als tweede productgroep de uitvoering van werkobjecten benoemd, als middel om de sociale
doelstelling te bereiken. Deze groep producten betreft de output van de op de markt gerichte
voortbrengingsprocessen. Met deze tweedeling in wat wel wordt genoemd "mensbedrijf" en "werkbedrijf' wordt
een duidelijke scheiding aangebracht tussen enerzijds de zorgtaken van de DSW en anderzijds de meer
economisch georiënteerde productietaken. Door het onderkennen van deze twee bedrijfsferen en de daarbij
behorende kosten en opbrengsten, wordt het duale karakter van de bedrijfsvoering helder in beeld gebracht en is
het tevens mogelijk de productietaak van de DSW in grote mate volgens marktconforme criteria te beoordelen.
Het jaar 1999 zal naar verwachting in veel opzichten in het teken staan van het beoogde herstructureringstraject
van de dienst. Aangezien gekozen is voor een open proces waarvan het tempo en de richting gaande weg, op
basis van gericht onderzoek, vaste vormen zal moeten gaan krijgen, is niet te voorspellen op welke wijze de
herpositionering zal doorwerken op de bedrijfsvoering, de organisatorische positie en het productenpakket van
de dienst. Dit betekent dat de thans gepresenteerde begroting, waarbij grotendeels is uitgegaan van ongewijzigd
beleid, noodgedwongen een grote mate van onzekerheid in zich draagt. De in voorbereiding zijnde reorganisatie
van de dienst heeft tevens tot gevolg gehad dat een aantal vacatures die in de afgelopen periode zijn ontstaan,
vooralsnog niet structureel kunnen worden ingevuld. Hangende het onderzoek en de besluitvorming omtrent de
toekomstige positie van de organisatie zal noodgedwongen gekozen moeten worden voor de inhuur van tijdelijk
personeel. In de begroting komt dit tot uitdrukking door het financiële equivalent van de vacatures toe te voegen
aan de post tijdelijk personeel. Het is evident dat de noodzaak om in de personele sfeer in grote mate met
tijdelijke hulpstructuren te werken, een zware wissel trekt op de veerkracht van de organisatie. Tevens is
duidelijk dat in deze interim-situatie een grote discrepantie ontstaat tussen de formele organisatie- en
functiestructuur en de feitelijke situatie. Het is dan ook van groot belang dat binnen afzienbare tijd de eerste
concrete stappen worden gezet in de richting van een, meer permanente, toekomstvaste organisatorische
inrichting van de DSW.
6
