HOOFDSTUK IX REGLEMENT VAN ORDE
Artikel 20.
1. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor
zijn vergaderingen en overige werkzaamheden.
2. Het dagelijks bestuur kan een reglement van orde vast
stellen voor zijn vergaderingen en overige werkzaamheden.
HOOFDSTUK X DE REGIONAAL COMMANDANT
Artikel 21.
1. De dagelijkse leiding van de Regionale Brandweer/Centrale
Post Ambulancevervoer Fryslan berust bij de regionaal
commandant. Hij wordt benoemd, geschorst en ontslagen door
het algemeen bestuur.
2. Bij afwezigheid, ziekte of ontstentenis van de regionaal
commandant voorziet het dagelijks bestuur in diens ver
vanging
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 222 van de Gemeentewet
en met inachtneming van de taak van de gemeentelijke brand
weercommandanten is de regionaal commandant belast met de
uitvoering van de bijstand als in de artikelen 23 en 24
nader omschreven. Hij volgt daarbij de algemene richt
lijnen die hem door het dagelijks bestuur zijn gegeven.
4De regionaal commandant woont de vergaderingen van het
algemeen bestuur en het dagelijks bestuur bij.
Hij heeft hierin een adviserende stem.
HOOFDSTUK XI HET PERSONEEL
Artikel 22.
1. Het dagelijks bestuur benoemt, schorst en ontslaat het
personeel, de regionaal commandant gehoord.
2. Voor het personeel, daaronder begrepen de secretaris en de
regionaal commandant, zijn de rechtspositieregelingen die
zijn of zullen worden vastgesteld voor het personeel in
dienst van de gemeente Leeuwarden van overeenkomstige
toepassing.
HOOFDSTUK XII BEPALINGEN BETREFFENDE HULPVERLENING EN
BIJSTAND
Artikel 23.
1. Met inachtneming van de gegeven richtlijnen bepaalt de
regionaal commandant indien om bijstand wordt gevraagd,
welke gemeente deze moet verlenen, afhankelijk van de aard
van de melding, de situatie van en in de bijstand ver
krijgende gemeente, de situatie van en in de bijstand
10
verlenende gemeente en de situatie in de omliggende
gemeenten op het moment dat bijstand wordt gevraagd. Hij
bepaalt tevens de omvang van de gevraagde bijstand. Hij
geeft hiervan onmiddellijk kennis aan de burgemeester van
zowel de bijstand verkrijgende als de bijstand verlenende
gemeente
2. Hij is bevoegd de brandweer van een deelnemende gemeente
zonodig in staat van verhoogde paraatheid te doen brengen
en zolang als nodig is te doen houden.
Hij geeft hiervan onmiddellijk kennis aan de burgemeester
en de commandant van de brandweer van die gemeente.
Artikel 24
1. Elke gemeente voldoet aan een verzoek van de regionaal
commandant tot het verlenen van bijstand of het in staat
van verhoogde paraatheid brengen van haar brandweer.
2. Elke bluseenheid, die tot het verlenen van bijstand is
uitgerukt, stelt zich ter plaatse ter beschikking van de
burgemeester
3. Alle omstandigheden in een gemeente, die het verlenen van
bijstand aan andere gemeenten zouden kunnen bemoeilijken of
onmogelijk maken, moeten door of vanwege de brandweer
commandant van de betreffende gemeente onverwijld ter
kennis worden gebracht van de regionaal commandant
4. Het aanvragen van bijstand door de gemeente moet geschieden
via de regionaal commandant.
HOOFDSTUK XIII FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 25.
1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met
de organisatie van de administratie en het
vermogenswaarden en de controle.
2. De artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet
overeenkomstige toepassing.
Artikel 26.
1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een ontwerp-begroting
op voor het volgend dienstjaar, alsmede een meerjarenraming
voor tenminste drie op dat dienstjaar aansluitende jaren.
De ramingen in de ontwerp-begroting en de meerjarenraming
worden toegelicht. Zowel de ontwerp-begroting als de meer
jarenraming worden zes weken voordat zij aan het algemeen
bestuur worden aangeboden door het dagelijks bestuur toege
zonden aan de raden.
2. De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de colleges
voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de
kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190 lid 2
van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
betrekking tot
beheer van
zijn van
11