Blad 2 Artikel 7a.3 Gebruikseisen Voor het exploiteren van een kamerverhuurpand worden, onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 6 en 7 van deze verordening, eisen vastgesteld, die in het kader van de veiligheid, alsmede de gezondheid, de reinheid en hygiëne van de gebruikers van dat kamerverhuurpand noodzakelijk zijn. Deze gebruikseisen zijn vermeid in Bijlage 9 van deze verordening Artikel 7a.4 Aanvraag exploitatievergunning 1. Bij het indienen van de aanvraag moet de aanvrager gebruik maken van de door of namens burgemeester en wethouders vastgestelde formulieren. 2. Bij de aanvraag moeten de gegevens en bescheiden worden overgelegd als genoemd in Bijlage 9 van de verordening. 3. De aanvraag en de daarbij behorende bescheiden moeten in viervoud worden ingediend. 4. De aanvraag en de daarbij behorende bescheiden moeten in het Nederlands zijn gesteld. 5. De bij de aanvraag om vergunning behorende bescheiden moeten door de aanvrager of diens gemachtigde worden ondertekend dan wel worden gewaarmerkt 6. Indien de aanvraag betrekking heeft op een wijziging van een bestaande situatie moet uit de aanvraag en de daar bij behorende bescheiden de bestaande en de nieuwe toestand duidelijk blijken. 7. De aanvrager krijgt door of namens burgemeester en wethouders een ontvangstbewijs toegezonden of uitge reikt, waarin de datum van ontvangst is vermeld. Artikel 7a.5 In behandeling nemen 1. Bij het niet voldoen aan de bij of krachtens artikel 7a.4 gestelde eisen, alsmede aan de eisen die gelden ingevolge de artikelen 4:1 en 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de door hen aangegeven ontbrekende gegevens over te leggen. 2. Indien de aanvrager van de in het eerste lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt wordt de aanvraag niet in behandeling genomen. 3. Indien de aanvrager naar het oordeel van burgemeester en wethouders de in het eerste lid bedoelde ontbrekende gegevens en bescheiden in onvoldoende mate heeft overge legd, delen zij de aanvrager binnen veertien dagen na de dag waarop hij die gegevens en bescheiden heeft overge legd schriftelijk mee dat de aanvraag niet in behande ling wordt genomen. Blad 3 Artikel 7a.6 Termijn van beslissing 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag voor een exploitatievergunning binnen 13 weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is, onderscheidenlijk na de dag waarop de in artikel 7a.5 bedoelde aanvulling of verbetering is ontvangen. 2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing voor ten hoogste 13 weken verdagen. Van het besluit tot verdagen wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid houden burgemeester en wethouders de beslissing aan indien a. voor hetzelfde kamerverhuurpand een bouwvergunning, dan wel een toestemming tot gebruikswijziging als bedoeld in het vigerend bestemmingsplan en/of een geldende Leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing is vereist en op de aanvraag dan wel wijziging van het gebruik nog niet is beslist; b. voor hetzelfde bouwwerk een omzettingsvergunning als bedoeld in Hoofdstuk III van de Huisvestingsverorde ning 1999 is vereist en op de vergunningsaanvraag nog niet is beslist; c. voor hetzelfde bouwwerk een aanschrijving is vereist wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbe sluit, als bedoeld in een der artikelen 14, 17 of 18 van de Woningwet, en deze binnen de in het eerste lid vermelde termijn is verzonden, doch aan die aanschrijving nog niet is voldaan. 4. De in het derde lid bedoelde aanhouding eindigt zes weken nadat is beslist op een aanvraag om bouwvergunning of een gebruikswijziging als bedoeld onder letter a van het derde lid, op een aanvraag om omzettingsvergunning als bedoeld onder letter b van het derde lid, dan wel is voldaan aan de aanschrijving als bedoeld onder letter c van het derde lid en burgemeester en wethouders hiervan in kennis zijn gesteld. Artikel 7a.7 Weigeren exploitatievergunning De vergunning moet worden geweigerd indien één van de volgende omstandigheden zich voordoet: a. de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van het kamerverhuurpand niet voldoet aan de in Bijlage 9 van de verordening vermelde gebruikseisen; b. de bouwvergunning dan wel de toestemming tot gebruikswijziging op grond van een bestemmingsplan en/of een geldende Leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing is geweigerd; c. de omzettingsvergunning ais bedoeld in hoofdstuk III van de Huisvestingsverordening 1999 is geweigerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 120