aUtiiBIHMiiiiamMHMMMIiaHflHHMMMHaMHMIBaM Blad 12 2. Eis: Niveau 3. Eis Niveau Rookproductie van wanden en plafonds in vluchtwegen c.q. vluchtmogelijkheden (m.u.v. 5%): 5,4 m-1 klasse of 2,2 m-1 klasse 2. Bouwbesluit (Nieuwbouw artikel 16, lid 3) Rookproductie van wanden en plafond in andere ruimten (m.u.v. 510 m-1. Bouwbesluit (Nieuwbouw artikel 16, lid 2). Artikel 3.5 Bestrijden van brand Eis Niveau Iedere bouwlaag moet met het oog op brand bestrijding te zijn voorzien van een brand slanghaspel of een draagbaar brandblus- toestel Bouwbesluit (Nieuwbouw artikel 18, leden 5, en 7 Artikel 3.6 Noodverlichting en vluchtwegaanduiding Eis: Een kamerverhuurpand waarin 10 en meer perso nen kunnen worden gehuisvest moet in een besloten verkeersruimte en in de vluchtwegen een voorziening voor noodstroom aanwezig zijn welke gedurende 60 minuten een verlichtings sterkte van 1 lux kan geven, alsmede de vluchtwegaanduidingen verlicht. Niveau: Bouwbesluit (Nieuwbouw artikel 17, lid 4) Artikel 3.7 Ontruimingsalarminstallatie Eis: Een kamerverhuurpand waarin 10 en meer personen kunnen worden gehuisvest, moet zijn voorzien van een ontruimingsalarminstallatie. Niveau: Bouwverordening (artikel 5.2.2). Artikel 3.8 Definities 1. Als een brandcompartiment moet worden aangemerkt: het totale gebouw en/of één of meer met elkaar in verbinding staande afzonderlijke besloten ruimten waardoor geen vluchtweg voert, met een totale gebruiksoppervlakte van niet meer dan 500 m2 (Bouwbesluit, NEN 6082). 2. Als een (sub)brandcompartiment moet worden aangemerkt: een verblijfseenheid met een oppervlakte van niet meer dan 40 m2 en/of één of meer me' elKaar m veroinaing staande overige ruimten waardoor geen vluchtweg voert, Blad 13 met een totale gebruiksoppervlakte van minimaal 3.5 m2 en maximaal 40 m2 (Bouwbesluit, NEN 6082) Paragraaf 4 Gebruikseisen voor een kamerverhuurpand (artikel 7a.3) Artikel 41 Verlichting/elektrische installatie 1. Het is verboden een verlichtingsinstallatie of een verlichtingstoestel op zodanige wijze te gebruiken, dat het gebruik: door de eigenschappen van die installatie of dat toestel zelf gevaar oplevert voor het ontstaan van brand; door de wijze waarop die installatie of dat toestel is opgesteld of aangebracht, gevaar oplevert voor het ontstaan van brand. 2. Het in het eerste lid bedoelde gevaar als gevolg van de eigenschappen wordt niet geacht aanwezig te zijn bij het gebruik van elektrische sterkstroominstallaties voor lage spanning, die voldoen aan de veiligheids voorschriften voor laagspanningsinstallaties, opgenomen in NEN 1010, uitgave 1988. Artikel 42 Installaties voor verwarming en kookdoeleinden 1. In de stookruimte mogen geen brandbare goederen worden opgeslagen/opgesteld. Stooktoestellen die buiten een stookruimte zijn opgesteld, moeten vrij worden gehouden van brandbare goederen. 2. Een opening ten behoeve van ventilatie, op grond van enige regeling geëist, mag niet worden afgesloten. 3. Het is verboden een verwarmingsinstallatie of verwar mingstoestel op zodanige wijze te gebruiken, dat het gebrui k door de eigenschappen van die installatie of dat toestel zelf gevaar oplevert voor het ontstaan van brand; door de wijze waarop die installatie of dat toestel is opgesteld of aangebracht gevaar oplevert voor het ontstaan van brand. 4. Het in bijlage 9, artikel 4.2.3 bedoelde gevaar als gevolg van de eigenschappen wordt niet geacht aanwezig te zijn bij het gebruik van: centrale verwarmingsinstallaties die voldoen aan de veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstal laties, opgenomen in NEN 3028, uitgave 1986; centrale verwarmingsinstailaties voor het stoken van gas dat wordt gedistribueerd door middel van pijpleidingen welke installaties bovendien voldoen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 125