Blad 6
dan de koopsom, de heffing over het meerdere door de
gemeente aan de vennootschap zal worden vergoed.
7.3. Juridische levering.
De notariële akte van levering zal worden getekend binnen 2
maanden na de dag waarop de vennootschap in het bezit is
gesteld van een onherroepelijke bouwvergunning voor het
stichten van de nieuwe bebouwing ter plaatse.
7.4. Wettelijke rente.
De vennootschap is met ingang van de dag waarop u het voor
de transactie vereiste besluit neemt, tot aan de dag van
het tekenen van de notariële akte, over de koopsom de
wettelijke rente verschuldigd.
7.5. De bodemtoestand.
7.5.1. Algemeen
Uitgangspunt is dat het verkochte wat betreft:
- de erfpachtsgrond aan de vennootschap wordt geleverd in
de toestand waarin deze ingevolge het erfpachtcontract al
door haar is aanvaard en voor overige in de bestaande
staat en toestand (voetstoots en op eigen bate en
schade)
de overige grond geheel in de bestaande staat en toestand
zal worden geleverd.
Deze uitgangspunten vinden op diverse plaatsen in de
overeenkomst hun uitwerking, doch zijn wat de bodemtoestand
betreft het meest in het oog springend.
De gemeente zal aan het verkochte geen enkele werkzaamheid
meer verrichten en de vennootschap dient dit zelf geschikt
te maken voor het door haar beoogde doel.
7.5.2. Mededelingsplicht.
Ter voldoening aan de wettelijke mededelingsplicht is de
vennootschap in kennis gesteld van de verontreinigings
situatie van de bodem. Zij is ook in het bezit van de
daarvan bestaande rapporten. In de tekst van de overeen
komst is daarenboven een gedeelte van de sanerings
beschikking van Gedeputeerde Staten van Friesland
aangehaald. Voor de aard van de aangetroffen verontreini
gingen verwijzen wij u naar artikel 14 van de overeenkomst.
Vast staat dat er hier sprake is van een ernstige
verontreiniging, maar dat er geen sprake is van een
saneringsurgentie.
Blad 7
7.5.3. Wijze van saneren.
Mede ter uitvoering van de gemelde uitgangspunten is de
vennootschap verplicht, in nauw overleg met het bevoegd
gezag (i.e. de Provincie), het verkochte zodanig te saneren
dat het geschikt is voor het door haar beoogde doel. Verder
is zij verplicht deze sanering uit te voeren als een zgn.
"I.B.C. variant" (isoleren, beheersen en controleren),
waarbij de sanering zal moeten bestaan uit het afdekken van
de verontreinigde grond met een leeflaag op die plaatsen
waar geen verhardingen worden aangebracht, alsmede het
aanbrengen van voorzieningen die het controleren van de
verontreiniging mogelijk maken.
Indien in de toekomst uit deze controle blijkt dat er
sprake is van verspreiding van de verontreiniging, is,
indien het bevoegd gezag dit noodzakelijk acht, de
vennootschap daarenboven verplicht alsnog een beheers
systeem aan te brengen in de vorm van actieve grondwater
onttrekking met reiniging.
Voor het overige zullen al de saneringswerkzaamheden
(waaronder ook begrepen bedoeld beheerssysteem) op de meest
sobere en doelmatige wijze door de vennootschap moeten
worden uitgevoerd.
7.5.4. Het dragen van de kosten van sanering.
Omdat, zoals gesteld, de gehele uit te voeren sanering
(derhalve met inbegrip van het in de toekomst eventueel nog
aan te brengen beheerssysteem) volledig tot de verant
woordelijkheid van de vennootschap behoort, zal zij ook de
daarop vallende kosten dragen.
Wel zal van deze saneringskosten (met inbegrip van de
kosten van het gemelde beheerssysteem) de gemeente aan de
vennootschap een bedrag van ten hoogste f 1.567.500,- (te
vermeerderen met BTW) vergoeden. Deze vergoedingsplicht zal
vervallen als de vennootschap de sanering niet op de
overeengekomen wijze uitvoert.
Verder zal deze vergoedingsplicht alleen bestaan gedurende
een tijdvak van 7 jaren, ingaande op de dag van het tekenen
van de notariële akte. Na deze periode heeft de
vennootschap geen recht meer op vergoeding, zelfs al zou de
verplichting tot het aanbrengen van het gemelde
beheerssysteem na deze termijn worden opgelegd.
Met het oogmerk om de afgesproken wijze van sanering zo
sober en doelmatig mogelijk te doen plaatsvinden zal de
vergoeding door de gemeente plaatsvinden aan de hand van
werkelijk voor de vennootschap ontstane betalingsverplich
tingen. De gemeente zal in eerste aanleg zelf beoordelen of