Blad 4 Het is denkbaar dat daarna wel organisatie-wijzigingen aan de orde zullen komen. Die kunnen bijv. voortvloeien uit de wens om activiteiten en functies beter op elkaar te laten aansluiten of uit de noodzaak van een meer efficiente bedrijfsvoering. Ook de beoogde nieuwe huisvesting kan gevolgen hebben voor de inrichting van de organisatie. Verder wordt momenteel gesproken over de ontwikkeling naar grotere samenwerkingsverbanden van de scholingsinstellingen van Arbeidsvoorziening en de ROC's. Ook daaruit kunnen op korte of langere termijn consequenties voortvloeien die van invloed zijn op de organisatie. Dat is allemaal thans niet te overzien. Daarmee is een relatieve onzekerheid gegeven over de vraag wat er met de over te dragen CBB-activiteiten en CBB- medewerkers zal gebeuren indien die ontwikkelingen zich voordoen. Die onzekerheid is echter onvermijdelijk en kan zich ook voordoen als van overdracht zou worden afgezien. Wel kunnen bij de overdracht voor het personeel een aantal basisgaranties worden vastgelegd. Die gaan echter niet zover dat ze zekerheid bieden, voor het geval dit of dat gebeurt. De beslissingsbevoegdheid wordt overgedragen en daarmee is het RBA verantwoordelijk voor de belangen van het werk, de organisatie en het personeel. Overigens geldt dat - net als in de bestaande situatie - bij ingrijpende functiewijzigingen en organisatie-aanpassing de inspraak-, overleg- en besluitvormingsprocedures van toepassing zijn die binnen de organisatie van Arbeidsvoorziening gebruike lijk zijn. Inhoud van de overeenkomst Om alle gemaakte afspraken omtrent deze overname vast te leggen is een overname-document opgesteld. De tekst daarvan is voor u ter inzage gelegd. Op enkele hoofdpunten geven wij een korte toelichting. 1. De samenvoeging van het CBB en Friop met het CV-F moet leiden tot een nieuwe organisatie die zich enerzijds binnen het RBA-verband kan positioneren als een efficiente opdrachtnemer voor beroepsscholing en training, en die zich anderzijds ook steeds meer als een zelfstandige partij met een concurrerend pakket van producten en diensten kan handhaven op de scholingsmarkt. Omdat de gemeente Leeuwarden voor de nieuwe organisatie een belangrijke leverancier is van klanten en afnemer van producten voor die klanten, is het van belang voor de nieuwe organisatie om die vraagkant zeker te stellen. Dat geldt zeker in een sterk bewegende markt. 2. Daarom zijn er afspraken gemaakt over opdracht- en afname-verplichtingen gedurende de periode waarin de overgang naar de vrijere marktsituatie zijn beslag Blad 5 zal moeten krijgen. Daarbij is ervan uitgegaan dat er voldoende vraag zal blijken te zijn naar de producten van de nieuwe organisatie en dat die producten ook van een goede kwaliteit zijn. De gemeente verplicht zich in het kader van deze overeenkomst voor een periode van 4 jaar het aanbod van CBB-cursisten uit de gemeente Leeuwarden te handhaven op het gemiddelde niveau van de afgelopen 4 jaar. In concreto betekent dat ongeveer 30% van de huidige plaatsingscapaciteit. In de overeenkomst is dat vertaald in een opdrachtverplichting tot een bedrag van 8 ton per jaar. Als voorwaarde geldt daarbij dat er zich geen wijzigingen voordoen in het ESF-aandeel in dat bedrag. Voorts geldt dat indien in de komende jaren delen van het rijksbudget, waaruit de activiteiten van het CBB thans (via het RBA) bekostigd worden, overgeheveld worden naar de gemeente(n), de gemeente Leeuwarden deze budgetten naar rato van de aan het CBB toe te rekenen delen zal blijven aanwenden voor de inkoop van producten van de nieuwe organisatie. 3. Daarnaast verplicht de gemeente zich in de periode van 4 jaar na het sluiten van de overeenkomst, tot het verstrekken van additionele opdrachten voor de uitvoering van scholings- en trainingsactiviteiten tot een tegenwaarde van minimaal 4 ton per jaar. Als financieringsbron daarvoor is gedacht aan de middelen in het kader van Grote Steden Beleid en/of het scho lings- en activeringsbudget in het kader van de WIW. 4Het is de bedoeling dat de nieuwe organisatie zal worden gehuisvest in een nieuw te bouwen accommodatie waarbinnen zoveel mogelijk uitvoeringsfuncties van de nieuwe organisatie zullen worden samengebracht. Het is ons bekend dat er op dit moment serieuze onderhan delingen plaatsvinden over de verwerving van een bouwlocatie in Leeuwarden. Alles wijst erop dat dat op korte termijn zal lukken. 5. Alle personeelsleden werkzaam bij het CBB en in dienst van de gemeente worden door het RBA overgeno men in een zoveel mogelijk gelijke functie en met een minstens gelijkwaardige rechtspositie; daarbij geldt een netto-netto garantie. Deze en andere voorwaarden en regelingen die betrekking hebben op de overname van de CBB-medewerkers zijn een doorvertaling van wat is vastgelegd in het sociaal statuut, waarop in het hiernavolgende nader wordt ingegaan. 6. Alle roerende en onroerende zaken, schulden, hypotheken en vorderingen die op de balans van het CBB staan, worden naar de stand van zaken op de overdrachtsdatum overgedragen aan het RBA tegen de symbolische overdrachtswaarde van f 1,-. Ook alle overeenkomsten met derden worden overgedragen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 228