Blad 2
Aanvrager wil de bestaande schietbaan uitbreiden met een
100 meter baan en een 25 meter baan met een inpandige berg
en kleedruimte. De gehele uitbreiding wordt uitgevoerd in
één bouwlaag. De 25 meter baan met berging en kleedruimte
(met een breedte van 6,60 meter) wordt tegen de bestaande
schietbaan aangebouwd. De meest ingrijpende uitbreiding is
de realisatie van de 100 meter baan. Deze baan staat haaks
op de bestaande hal en is in de westelijke richting
gesitueerd. De richting van deze baan is tijdens het
planproces gewijzigd. Door deze wijziging door te voeren,
wordt voorkomen dat de uitbreiding toekomstige
ontwikkelingen op de sportboulevard zal frustreren.
In functioneel opzicht past de uitbreiding van de huidige
schietbaan tot een multifunctionele schietbaan met een
bovenregionaal karakter binnen de ontwikkeling van de
sportboulevard
Door de uitbreiding van de schietbaan zal het trapveldje
ten noorden hiervan enigszins moeten worden verlegd en
verkleind. Qua afmetingen blijft het in ieder geval een
volwaardig trapveld.
Gezien het vorenstaande, achten wij het bouwplan uit
planologisch en stedenbouwkundig-ruimtelijk oogpunt
aanvaardbaar. Er zijn geen belangen van derden/omwonenden
in het geding.
Blijkens het advies van de Commissie voor Welstands-
advisering en monumentenzorg Hüs en Hiem van 15 februari
1999 voldoet het bouwplan aan redelijke eisen van welstand.
Met de commissie zijn wij van mening, dat de geplande
uitbreiding niet zal misstaan in het omgevingsbeeld.
Het bouwplan is gepubliceerd als binnengekomen bouwplan en
het heeft in het kader van de artikel 19 WRO-procedure twee
weken ter inzage gelegen.
Tegen het bouwplan zijn geen bedenkingen ingebracht.
Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen,
is het noodzakelijk, dat voor het perceel een voorberei-
dingsbesluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de
mogelijkheid vrijstelling te verlenen van het geldende
bestemmingsplan. Wel dienen Gedeputeerde Staten van
Friesland vooraf te hebben verklaard geen bezwaar tegen het
verlenen van de vrijstelling te hebben.
Blad 3
Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in
haar op 13 april 1999 gehouden vergadering heeft
geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij
u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp
besluit
Leeuwarden, 6 mei 1999.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mw. L.B.M. van Maaren-van Balen burgemeester.
mr. F.M.J. Steijvers
secretaris.