Blad 8
Wij verwachten in een nog op te stellen uitvoerings-
programma hierover meer duidelijkheid te kunnen
verschaffen
Ten aanzien van de bedrijfsopvang merken wij nog op, dat
het bedrijfsleven naar verwachting in toenemende mate het
belang van goede kinderopvang voor werknemers zal onder
kennen. Het is voor bedrijven steeds moeilijker om goed
geschoold en ingewerkt personeel te verwerven of vast te
houden. Een kinderopvangregeling kan de aantrekkelijkheid
van een bedrijf voor (potentiële) werknemers vergroten.
Verder worden de fiscale mogelijkheden verruimd. Op dit
moment mogen werkgevers twintig procent van de niet-
loonkosten voor kinderopvang (na aftrek van de ouder
bijdrage) aftrekken van de af te dragen loonbelasting en
premies voor volksverzekeringen. Werkgevers die vennoot
schapsbelasting betalen, kunnen de kosten van kinderopvang
(na aftrek van ouderbijdrage en afdrachtkorting) aftrekken
van de brutowinst. Dit betekent een voordeel van veertig
procent. Zoals gezegd zullen deze voordelen voor bedrijven
naar verwachting verder toenemen, waardoor de netto kosten
van bedrijfsopvang afnemen. Dit gegeven zal eveneens
bijdragen aan de verdere groei van de bedrijfsopvang
Resumerend concluderen wij dat ook het bedrijfsleven de
komende jaren een forse financiële impuls kan geven aan de
verdere uitbreiding van de kinderopvang. Bij de opstelling
van een uitvoeringsprogramma zullen wij hier concreet op
terugkomen
Acties 1999
1. Opstellen van een uitvoeringsprogramma inclusief
financiële consequenties.
2. Met de SKL zal worden overlegd over de noodzaak van
een extra impuls voor promotie gastouderopvang
3. Aan de SKL zal opdracht worden gegeven een financiële
onderbouwing voor het uitbreidingsplan bso te leveren
binnen het door het Rijk beschikbaar gestelde budget
en na goedkeuring hiervan de verdere uitbreiding ter
hand te nemen.
4. Aan het CMK "Kinderopvang voor bedrijven" zal advies
worden gevraagd met betrekking tot maatregelen die een
extra impuls aan de bedrijfsopvang kunnen geven.
5. Aan de gemeentelijke P&O sector is verzocht maatregel
5 betreffende het huren van meer bedrijfsplaatsen door
de gemeente uit te voeren.
6. In het subsidiecontract 1999 met de SKL zullen streef
cijfers voor de bezettingsgraad worden opgenomen.
7. Wij zullen via de VNG landelijk aandacht vragen voor
verbetering van de kwaliteit van de overblijf-
voorzieningen
Blad 9
8. Het traject met betrekking tot het realiseren van een
buurtschool aan de Larixstraat/Plataanstraat is
gestart; de verbetering van het kinderdagverblijf ter
plaatse zal hierin worden meegenomen.
9. Het wijzigen van de eigendomsverhoudingen van kinder-
opvangaccommodaties zal in een algemeen plan voor
gemeentelijke accommodaties worden meegenomen.
10. Een pilot-project rond de plusfunctie in de opvang zal
worden gestart
11. Er zal een experiment met vouchers worden opgezet.
12. Over de vorming van een koepelorganisatie peuterspeel-
zaalwerk zal een studiedag worden georganiseerd.
13. Wij zullen de HWL (peuterspeelzaalwerk) verzoeken:
a. een behoeftenonderzoek onder gebruikers uit te
voeren en
b. een overleg- en communicatiestructuur voor de
ouders in te voeren.
14. De GGD zal opdracht worden gegeven om de ruimtelijke
kwaliteit van peuterspeelzalen te onderzoeken en te
adviseren met betrekking tot verbetermaatregelen.
Vervolgens zal met Vastgoed een meerjaren verbeterplan
worden opgesteld.
15. Met het bedrijfsleven zal worden overlegd over de
mogelijkheden voor uitbreiding van de bedrijfsopvang
Tenslotte
Onder vermelding, dat de Commissie Welzijn in haar
vergadering van 15 april 1999 heeft ingestemd met ons
voorstel, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig
bijgaand ontwerp-besluit
Leeuwarden, 6 mei 1999
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mevrouw L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester.
mr. F.M.J. Steijvers secretaris.