Blad 2 Uit deze circulaire komt, kort samengevat, naar voren dat met de in artikel 2a van de Wvg bedoelde uitbreidingscapaci teit wordt gedoeld op een taakstelling in actieve of posi tieve zin voor een gemeente die voortvloeit uit het beleid van Rijk of provincie. Die taakstelling moet voor een gemeente een uitbreidingsca paciteit bevatten waarin de gemeente individueel dan wel samen met andere gemeenten bijdraagt aan de verstedelijking van de regio. Verder geeft de circulaire aan dat het bij het begrip uitbreidingscapaciteit niet alleen kan gaan om woningbouw maar ook bijvoorbeeld om bedrijfsvestiging. In dit verband is het provinciaal ruimtelijk beleid, zoals onder meer neergelegd in het Streekplan Friesland (1994), bepalend. Leeuwarden wordt in het Streekplan Friesland (1994) aangemerkt als een stedelijk centrum waar woon-, werk- en recreatiegebieden direct aansluitend op de stad tot ontwikkeling moeten worden gebracht. Ten aanzien van de woningbouw merkt de provincie Fryslan op dat de laatste decennia veel inwoners van Leeuwarden, met vaak hogere inkomens, zich in de randgemeenten hebben gevestigd. Met het oog op een evenwichtige bevolkingssamenstelling en behoud van economisch draagvlak vindt de provincie het noodzakelijk om dit proces om te buigen. In het ontwikkelingsperspectief voor Leeuwarden e.o. geeft het Streekplan Friesland (1994) aan dat de noord- en oostrand van Leeuwarden benut kunnen worden voor recreatie in samenhang met natuurontwikkeling en de realisatie van kleinschalige woonlocaties. Met de keuze voor een noordelijke woningbouwlocatie sluit Leeuwarden aan bij de ruimtelijke wensen van de provincie Fryslan Gelezen de wettekst en de daarop betrekking hebbende circulaire én gelet op het ruimtelijk beleid van de provincie Fryslan beschikt de gemeente Leeuwarden over uitbreidingscapaciteit. De gemeente Leeuwarden kan derhalve zonder tussenkomst van de provincie Fryslan tot vestiging van het voorkeursrecht in het gebied Bullepolder overgaan. Bestemming Alleen gronden waarvan het huidig gebruik afwijkt van de toekomstige bestemming, welke bestemming niet-agrarisch mag zijn, komen voor een aanwijzing in aanmerking. De in de aanwijzing betrokken gronden worden momenteel agrarisch gebruikt en krijgen in de toekomst een niet-agrarische bestemming Blad 3 Het ligt in de bedoeling om de gronden een nader uit te werken bestemming voor wonen met de daartoe behorende voorzieningen als groen-, natuur-, water- en infrastruc turele voorzieningen te geven. Grondslag - Beleidsvoornemen Ontwikkelingsgebied Bullepolder Op basis van een nog niet ter inzage gelegd ontwerp- structuurplan of ontwerp-bestemmingsplan kan de gemeente raad, ingevolge artikel 8 Wvg, tot de vestiging van een voorkeursrecht overgaan. De gemeente Leeuwarden kan derhalve, door middel van een met redenen omkleed raadsbesluit, tot aanwijzing van het gebied Bullepolder, op grond van de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 van de Wvg, overgaan op basis van het "Beleidsvoor nemen Ontwikkelingsgebied Bullepolder" (versie 04-01-1999) In dit beleidsvoornemen wordt het wonen in het gebied Bullepolder nader verwoord. Het voorkeursrecht komt te vervallen als niet binnen twee jaar een ontwerp-structuur- plan of een ontwerp-bestemmingsplan ter inzage gelegd wordt. 4Beleidsvoornemen Ontwikkelingsgebied Bullepolder Het planologisch kader wordt bepaald door het Beleidsvoor nemen. De belangrijkste planologische randvoorwaarden zijn: 1. Het hele gebied komt in studie. 2Het studiegebied bevat in ieder geval het gebied dat wordt begrensd door de Dokkumer Ee in het westen, de gemeentegrens in het noorden, het Ouddeel/Murk met een aangrenzende strook van het Wielengebied in het oosten en de Groningerstraatweg in het zuiden. 3. Het kwelderwalgebied blijft in principe onbebouwd. 4. Natuurontwikkeling ter compensatie in de gebieden die voor woningbouw bestemd worden maakt deel uit van het programma 5. Eventuele nieuwbouw in de Bullepolder mag geen wezenlijke aantasting vormen van de natuurwaarden van het Wielen gebied, daarom wordt gedacht aan een overgangsgebied met water en natuurontwikkeling. 6. Voor de (auto)ontsluiting wordt in ieder geval geen gebruik gemaakt van de route via Lekkum. Een aansluiting op het kruispunt Groningerstraatweg/Anne Vondelingweg is een optie. 7Gedacht wordt aan woningen op ruime tot zeer ruime kavels, gesitueerd en passend in een natuurlijke omgeving. Open vaarwater speelt in de planopzet geen wezenlijke rol.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 29