Binnenstad en toerisme De Leeuwarder binnenstad bepaalt voor een belangrijk deel de levendigheid en leefbaarheid van de stad. Als koopcentrum is de binnenstad op achterstand geraakt. De koopkrachtbinding voor dagelijkse en niet-dagelijkse goederen laat nog te wensen over. En er is een stijgende vraag naar kwaliteitsaanbod (in tegenstelling tot ketenfilialen). Volgens BRO-onderzoek 1994) is een omzettoename in de binnenstad noodzakelijk met f 31 miljoen tot 2005 (ten opzichte van 1994: f 507 miljoen). Realisatie is mogelijk door vergroting van bezoekersstromen, meer herhalingsbezoek en een langere verblijfsduur. Versterking van het toerisme waarbij Leeuwarden vooral potenties bezit voor cultuur- en watertoerisme kan aan die toename een belangrijke bijdrage leveren. De achterstand van de binnenstad manifesteert zich overigens ook in de staat waarin de publieke ruimte zich bevindt (achterstallig onderhoud straatmeubilair, gebrekkige kwaliteit van veel puien) en toenemende leegstand van winkelpanden. De bereikbaarheid van de binnenstad en de parkeermogelijkheden vormen in toenemende mate knelpunten. Er is een behoefte aan 800 nieuwe parkeerplaatsen in parkeergarages gecalculeerd. In de binnenstad als belangrijke factor voor de economie, maar ook voor de leefbaarheid van de stad, zal vooral in kwaliteit worden geïnvesteerd. De sterke punten van de binnenstad, (cultuurhistorische omgeving en waterlopen) worden daarbij benut. Er wordt gestreefd naar toename van het aantal cultuur- en watertoeristen/-recreanten. De openbare ruimte zal worden heringericht waarbij vooral voetgangers en fietsers een centrale positie krijgen. Ook de bereikbaarheid van het kemwinkelgebied en de bijhorende voorzieningen (fietsenstallingen, parkeergarages) zijn belangrijke randvoorwaarden waaraan wordt gewerkt. Strategisch doei: Het versterken van de kwaliteit, de aantrekkingskracht, de toeristische (economische) potentie en de regionale positie van de Leeuwarder binnenstad. Operationele doelen Verhoging van de koopkrachtbinding tot 25% (nu: 22%) voor dagelijkse artikelen en tot 73% (nu: 70%) voor niet dagelijkse artikelen in 2003. Toename van de bestedingen in de niet-dagelijkse artikelen in de binnenstad tot f 538 miljoen (prijspeil 1994; dus excl. inflatie en prijsindex gezinsconsumptie) in 2005 (was in 1994: f 507 miljoen). Toename van het aantal toeristen (recreanten) met 100.000 (nu 250.000) op jaarbasis in 2005. Het realiseren van 800 parkeerplaatsen in parkeergarages in 2003. Ruimtelijke Ordening Op het terrein van de ruimtelijk ordening is na het rapport "Sjoch dizze stêd" en andere ontwikkelingen een actualisatie van de structuurschets van 1995 "Leeuwarden, Open Stad" noodzakelijk geworden. Die actualisatie zal door het meenemen van de sociale component en regionale positionering, naast de economische en mimtelijke, een integraler karakter moeten krijgen. Daarmee kan ook een goed planologisch en juridisch kader worden geboden voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de stad, die vervolgens een vertaling zal krijgen in een actualisatie-ronde van bestemmingsplannen. Dit moet een waarborg bieden voor het realiseren van een kwalitatieve ontwikkeling van de stad in haar omgeving. Wil het stedelijk milieu kwalitatief kunnen concurreren als woon-, werk- en verblijfplaats, dan zal er in een complete stad aandacht moeten zijn voor de zogenaamde groene longen in de stad (Potmargezone, Rengersparkgebied en het Kalverdijkje). Om de omgevingskwaliteit van Leeuwarden te kunnen behouden, zal eveneens de overgang van het "rood van de stad" naar het "groen van de omgeving" verantwoord moeten zijn. Strategisch doel: Het scheppen van de ruimtelijk-kwalitatieve voorwaarden voor het ontwikkelen van een evenwichtige woon-, werk- en leefstad, die een sterke positie in Fryslan en het Noorden inneemt. 10 Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010 Operationele doelen In 2000 wordt er een Ruimtelijk-Economisch-Sociaal-Plan (RES) op-/vastgesteld. Alle bestemmingsplannen worden in de periode 2000-2002 geactualiseerd, inclusief het bestemmingsplan buitengebied. In 1999/2000 wordt de Dorpennota geactualiseerd. De kwaliteit van de groene longen in de stad wordt gehandhaafd en versterkt. Er wordt voor gezorgd dat er een kwalitatief goede overgang is van stedelijk naar landelijk gebied (inrichting stadsranden), met name bij uitleggebieden. 4.3 De fysieke pijler Bereikbaarheid (verkeer ven'oer) De eerder gememoreerde excentrische ligging van Leeuwarden is niet gecompenseerd door een optimale bereikbaarheid. Daarnaast is er sprake van een grote inkomende pendel als gevolg van het woon-werkverkeer (circa 52%). Vooral in de ochtend- en avondspits is er sprake van een toenemende congestie op de rondweg en op de in- en uitvalswegen rond Leeuwarden. De bereikbaarheid van Leeuwarden staat derhalve steeds meer onder druk. De bereikbaarheid zal worden verbeterd door het uitvoeren van een samenhangend pakket aan infrastructurele maatregelen. Het gaat om het aanleggen van wegen en het verbeteren van het bestaande wegennet. Daarnaast wordt ingezet op infrastructurele verbeteringen ten behoeve van een betere doorstroming van het openbaar vervoer en een comfortabele en effectievere afwikkeling van het fietsverkeer. Voorts wordt bevorderd dat voor het vervoer van goederen in toenemende mate gebruik wordt gemaakt van rail en water. Verder wordt tevens zoveel mogelijk bevorderd dat Leeuwarden goede aansluitingen krijgt op het (inter-) nationale hoofdverkeer- en vervoernet, onder meer via een aantakking op de Zuiderzee- spoorlijn. Strategisch doel: Het waarborgen van de bereikbaarheid van de stad binnen beheersbare milieueffecten. Operationele doelen De toename van de gemiddelde reistijd in het stadsgewest in 2010 zal 39% zijn in plaats van 88%. De groei van het aantal autokilometers in het stadsgewest in 2010 zal beperkt worden tot 37% in plaats van de voorspelde autonome groei van 43%. De groei van het aantal verkeersslachtoffers zal beperkt worden tot 19% in plaats van 25%. In 2010 zal het doorgaande verkeer in Leeuwarden, ondanks de fors toenemende automobiliteit, net als nu nog steeds 4% uitmaken van het totale verkeer. Het goederenvervoer via water en rail neemt in 2010 een half miljoen ton over van vervoer via de weg. Het aandeel in het totale aantal verplaatsingen per fiets en openbaar vervoer gezamenlijk zal in 2010 toenemen met 2% (tot 39% van alle verplaatsingen) in plaats van een daling met 6% (tot 31 van alle verplaatsingen). Woningmarkt De woningmarkt in Leeuwarden is onevenwichtig. Er wonen relatief veel mensen met lagere inkomens en relatief weinig met hogere inkomens. Deze eenzijdige bevolkingssamenstelling concentreert zich vooral in een deel van de huurwijken. In deze met name in het oosten van de stad gelegen wijken (Bilgaard, Vrijheidswijk, Achter de Hoven/Vegelin) is een cumulatie van problemen opgetreden waarbij onder andere gedacht moet worden aan een hoge werkloosheid, verslavingsproblematiek en criminaliteit. Het vrij eenzijdige woningbestand heeft naast gevolgen voor de sociale structuur negatieve gevolgen voor het zelforganiserend vermogen in de gemeente, voor de wijk- en buurtcultuur en voor het draagvlak van voorzieningen. Deze ontwikkelingen, maar vooral de veranderde woningbehoefte, hebben geleid tot een hoge leegstand in huurwoningen en dus een overschot aan woningen in de goedkope huursector. 11 Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 300