Blad 8 10Rechtsbescherming Ons voorstel d.d. 27 november 1998 is op 30 november 1998 in de Staatscourant gepubliceerd en is de dag na deze publi catie in werking getreden voor een periode van acht weken. Binnen acht weken dient u het voorstel derhalve te bestendi gingen om de werking van het voorkeursrecht te verzekeren. Aansluitend heeft er eveneens publicatie van het voorstel van 27 november 1998 plaatsgevonden in de lokale dag- /weekbladen, tevens zijn belanghebbenden en pers over het voorkeursrecht en de keuze voor het gebied Bullepolder geïnformeerd. Aangezien ons voorstel op het moment dat u zou besluiten tot aanwijzing van de percelen gelegen in het gebied Bullepolder op basis van artikel 8 van de Wvg reeds geruime tijd bekend is, is het niet noodzakelijk dat het raadsbesluit vertrouwelijk genomen wordt. Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld om in het kader van de Wvg gedurende een periode van 4 weken (30 november t/m 28 december 1998) hun zienswijzen tegen ons voorgenomen besluit van 27 november 1998 mondeling en/of schriftelijk naar voren te brengen en hun zienswijzen tevens naar voren te brengen c.q. (nader) toe te lichten in een op 17 december 1998 gehouden hoorzitting. Voorts was er de mogelijkheid om in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) tot 6 weken bezwaar te maken en beroep in te stellen. Hetzelfde geldt voor het door u te nemen besluit. Voorts heeft degene die bezwaar tegen ons voorstel of het raads besluit heeft gemaakt, de mogelijkheid, indien onverwijlde spoed gelet op de betrokken belangen dat vereist, een verzoek om een voorlopige voorziening bij de president van de rechtbank te Leeuwarden te vragen. 11Mondelinge en schriftelijke zienswijzen Van de mogelijkheid om schriftelijk zienswijzen naar voren te brengen bij uw raad heeft één van de belanghebbenden gebruik gemaakt. De heer mr. S. Borger, werkzaam bij AVM juristen heeft tijdens de hoorzitting van 17 december 1998 aangegeven dat het namens de heer G. van Houten ingediende bezwaarschrift eveneens als zienswijzen aangemerkt moet worden Tijdens de hoorzitting van 17 december 1998 zijn mondeling zienswijzen naar voren gebracht door: De familie Visser, wonende Canterlandsewei 10 te Miedum, tijdens de hoorzitting bijgestaan door hun adviseurs de heer mrP. Stedehouwer, werkzaam bij A&S Advocaten en de heer Rijpma, werkzaam bij Accountantskantoor Alfa beag; De familie Veenstra, wonende Binnenpaed 47 te Wyns, tijdens de hoorzitting bijgestaan door hun adviseurs de heer mr. P. Stedehouwer, werkzaam bij A&S Advocaten en Blad 9 de heer Rijpma, werkzaam bij Accountantskantoor Alfa beag; De heer G.T. van Houten, tijdens de hoorzitting bijge staan door de heer mr. S. Borger, werkzaam bij AVM j uristen Tijdens de hoorzitting zijn niet alleen zienswijzen over de Wet voorkeursrecht gemeenten en de toepassig van het voor keursrecht door de gemeente in "De Bullepolder" naar voren gebracht maar eveneens diverse vragen gesteld. Deze vragen zijn tijdens de hoorzitting voor zover mogelijk beantwoord (zie het voor u ter inzage gelegde verslag van de hoor zitting van 17 december 1998). Onderstaand geven wij onze reacties op de in het kader van het voorkeursrecht naar voren gebrachte zienswijzen. Zienswij zen met betrekking tot de toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten Er is door de belanghebbenden naar voren gebracht dat de gemeente Leeuwarden de Wet voorkeursrecht gemeenten te prematuur heeft toegepast omdat er een structuurplan of bestemmingsplan aanwezig dient te zijn. De gemeente Leeuwarden had wellicht de Provincie Fryslan op de hoogte moeten stellen van het voornemen om de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing te verklaren op het gebied "De Bullepolder" en had ten aanzien van het natuurgebied geen gebruik mogen maken van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Reactie De (vernieuwde) Wet voorkeursrecht kan zelfstandig (zonder verklaring van geen bezwaar van de provincie) door een gemeente toegepast worden wanneer de gemeente krachtens nationaal- of provinciaalbeleid over uitbreidingscapaciteit beschikt. Zoals reeds eerder in deze raadsbrief gesteld, beschikt de gemeente Leeuwarden op basis van het Streekplan van de Provincie Fryslan over uitbreidingscapaciteit. Een aanwijzing van gronden is mogelijk als het huidig gebruik afwijkt van de toekomstige, niet agrarische, bestemming. Het gebied "De Bullepolder" wordt momenteel als agrarisch gebied gebruikt en zal in de toekomst voor o.a. woningbouw bestemd worden. Daarmee heeft de gemeente rechtsgeldig gebruik gemaakt van het voorkeursrecht. Voor de toepassing van artikel 8a van de Wet voorkeursrecht gemeenten wordt geen planologische basis vereist. Ons college kon derhalve nu reeds van het voorkeursrecht gebruik maken. Als uw raad krachtens artikel 8 van de Wet voorkeursrecht gemeenten tot aanwijzing van het gebied "De Bullepolder" overgaat is evenmin een planologische basis vereist; wel is een met redenen omkleed raadsbesluit noodzakelijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 32