Artikel 15 Vergoeding van de kosten van
openbaar vervoer
1. Burgemeester en wethouders kennen een vergoeding toe
op basis van de kosten van het openbaar vervoer aan de
ouders van de leerling die een school voor speciaal
onderwijs, een school voor voortgezet speciaal
onderwijs dan wel een school voor speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs bezoekt, indien:
a. de leerling een school voor speciaal onderwijs
bezoekt van de soort van Zeer Moeilijk Lerende
Kinderen (ZMLK);
b. de leerling een school voor speciaal onderwijs,
niet zijnde ZMLK, bezoekt en de afstand van de
woning naar de dichtstbijzijnde voor hem
toegankelijke school meer dan 6 km bedraagt
c. de leerling een school voor voortgezet speciaal
onderwijs, niet zijnde ZMLK, bezoekt en de
afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde
voor hem toegankelijke school meer dan 6 km
bedraagt.
2. Indien een leerling een school voor speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs bezoekt is het bepaalde in
het eerste lid, onder a, van toepassing indien de leerling
speciaal onderwijs volgt, en is het bepaalde in het eerste
lid, onder b, van toepassing indien de leerling
voortgezet speciaal onderwijs volgt.
Alternatief indien wordt gekozen voor een afstandcriterium van
3 respectievelijk 4 kilometer.
In de huidige verordening leerlingenvervoer is een
afstandcriterium opgenomen van 3 respectievelijk 4 kilometer.
Indien dat afstandscriterium wordt gehandhaafd dient het getal
6 in het eerste lid vervangen te worden door het getal 3
respectievelijk 4.
Bovenstaande alternatieven kunnen desgewenst ook in
combinatie worden gekozen waarbij vervoer per fiets wordt
ingevoerd gelijktijdig met een afstandcriterium van 3
respectievelijk 4 kilometer. In dat geval dient het getal 6 in de
oorspronkelijke tekst gewijzigd te worden in 3 respectievelijk 4.
Artikel 16 Commissie van onderzoek
1Indien burgemeester en wethouders de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op
een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of een school voor speciaal voortgezet
onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekennen, dienen zij bij de beschikking het advies van de
commissie van onderzoek te betrekken.
2. Burgemeester en wethouders kunnen tevens het advies van andere deskundigen inwinnen.
3. Als de commissie van onderzoek binnen vier schoolweken na verzending van de
adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de
adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door burgemeester en
wethouders het besluit genomen zonder het advies van de commissie van onderzoek.
Artikel 17 Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
1Indien aanspraak bestaat op een in artikel 15 bedoelde vergoeding vergoeden burgemeester en
wethouders tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de
ouders tegenover burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling,
gelet op zijn geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd, niet in staat is
zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.
2. Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts
gedeeltelijk toekennen, dienen zij het advies van de commissie van onderzoek en eventueel het
advies van andere deskundigen te betrekken.
3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het
openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor vergoeding in aanmerking.
alternatief indien niet wordt gekozen voor de mogelijkheid een
fiets of bromfiets als 'eigen vervoertoe te laten: