II. Wijziging in de bouwverordening Vervang de tekst van het derde lid door een nieuwe tekst, luidende: "3. Het gestelde in het tweede lid is niet van toepassing, indien een mededeling, als bedoeld in 8.2.1, eerste en tweede lid, is gedaan of in een geval, als bedoeld in artikel 8.2.2. Ingeval werkzaamheden, als bedoeld in artikel 8.2.2, worden verricht, moeten de werkzaamheden zodanig worden verricht, dat verontreiniging van het milieu met asbest wordt voorkomen. Artikel B Overgangsbepalingen Op een aanvraag om bouwvergunning, vrijstelling of toestemming anderszins, die is ingediend voor het tijdstip waarop deze wijzigingsverordening van kracht wordt en waarop op genoemd tijdstip nog niet is beschikt, zijn de bepalingen van de bouwverordening van toepassing, zoals deze luidden voor de onderhavige wijziging, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de gewijzigde bepalingen worden toegepast. Het bovenstaande is slechts van toepassing op de artikelen 2.1.5, 2.4.1 en 2.4.2 voorzover deze in overeenstemming zijn met de Wet tot wijziging van de Woningwet inzake het tegengaan op verontreinigde grond (Wet van 14 februari 1998, Stb 1998, 132). Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad der gemeente d.d Bijlage 2 (4 december 1998) Artikel A Wijzigingen in de Bouwverordening Hoofdstuk 1 Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen I. Motivering De onderhavige wijziging houdt verband met het Besluit van 6 maart 1998 tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit (Stb. 1998, 171), met name de toevoeging van punt e aan artikel 1 van dat besluit. Overigens is de verouderde passage in de toelichting op de bouwverordening geactualiseerd betreffende het aanvragen van een certificaat door een nieuw asbestverwijderings- of onderzoeksbedrij f. III. Wijziging in de toelichting Vervang op blz. 2 de twee middelste alinea's (de regels 19 t/m 30) door een nieuwe tekst, luidende: "Nieuwe asbestonderzoeks- of asbestverwijderingsbedrijven kunnen wel reeds een certificaat bij een erkende certificatie-instelling hebben aangevraagd, maar dit nog niet hebben verkregen. Daarvoor is in het Besluit van 6 maart 1998 tot wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit (Stb. 1998, 171) een regeling opgenomen, die als derde lid is toegevoegd aan het bestaande artikel 10. De strekking is dat een nieuw bedrijf op twee of drie locaties bij wijze van proef werkzaamheden mag uitvoeren, indien het voldoet aan de theoretische eisen voor certificatie en het via de certificatie-instelling waar zijn aanvraag in behandeling is, schriftelijk toestemming kreeg van de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) te Rijswijk." Voeg eveneens op blz. 2 boven het opschrift "Wat is vrij bouwen?" een nieuwe toelichting tussen, luidende: "Hechtgebonden asbest In het Asbestverwijderingsbesluit (Stb. 1993, 290) is bij de wijziging van 6 maart 1998 (Stb. 1998, 171) een definitie toegevoegd van "hechtgebonden asbest". Deze luidt: asbest in een product met een kwaliteitsfactor van 0,35 of meer, bepaald volgens de onderzoeksmethode, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Warenwetbesluit asbest. Het begrip "hechtgebonden asbest" is van belang voor onder verwarmingstoestellen geklemde asbest bevattende platen. Meestal zijn dit asbestcementplaten, die hechtgebonden asbest bevatten, indien zij niet of slechts licht verweerd zijn. Dergelijke platen zijn slechts zeer incidenteel zwaar verweerd en bevatten dan niet-hechtgebonden asbest. Ook kan onder verwarmingstoestellen asbest bevattend brandwerend board zijn aangebracht, een materiaal dat altijd niet-hechtgebonden asbest bevat. Op grond van het voorgaande kan in veel gevallen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 62