Blad 6 door een viertal ondergrondse brandstoftanks) en een verontreiniging met zware metalen in de bovengrond. Sanering Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat er sprake is van een saneringsnoodzaak maar dat geen sprake is van (milieuhygiënische) saneringsurgentie. Dat laatste is gebaseerd op het actuele gebruik. Bij herinrichting, ten behoeve van de geplande woningbouw, vindt echter grondverzet plaats. Tevens leidt het gewijzigde gebruik tot andere blootstellingsroutes. Sanerende maatregelen zijn in die situatie onontkoombaar. Saneringskosten en medefinanciering. De genoemde onderzoeken bevatten tevens kostenramingen voor het saneren van de geconstateerde verontreinigingen. Op basis van deze ramingen is overleg met de provincie Fryslan aangegaan omtrent financiering van de sanering. Vanwege het ontbreken van milieuhygiënische saneringsurgentie, maar ook bijvoorbeeld recente verwerving van een deel van de locatie, komt sanering niet in aanmerking voor zogenoemde budgetfinanciering (Wbb)Omdat een verhaalsactie ten opzichte van een veroorzaker niet mogelijk is dient in principe de eigenaar (in casu de gemeente) een sanering te bekostigen Omdat sprake is van woningbouwdoelstellingen, ondanks het feit dat budgetfinanciering niet mogelijk is, bestaan wel mogelijkheden om een beroep te doen op FES-middelen (Fonds Economische Structuurversterking)Daartoe is overleg gevoerd met de provincie wat uiteindelijk heeft geresulteerd in een voorstel van Gedeputeerde Staten (brief d.d. 6 februari 1998 met kenmerk MO/97-70051) om over te gaan tot budget medefinanciering. Overwegingen om daartoe over te gaan zijn onder meer geweest: 0 geen betrokkenheid van de gemeente bij de veroorzaking van de verontreiniging; 0 sanering vindt plaats in het kader van nieuwbouw van woningen; 0 kans op verdere verpaupering ingeval de bouwplannen geen doorgang zouden vinden. De verdelingssystematiek die de provincie hanteert is geënt op de volgende elementen: 0 zgn. ongerechtvaardigde verrijking: opbrengsten van de locatie na sanering worden in mindering gebracht op de totale saneringskosten; Blad 7 0 samenloopkosten; een aantal (fysieke) activiteiten worden uitgevoerd in het kader van de bouwwerkzaamheden, deze komen niet in aanmerking voor een bijdrage uit het overheidsbudget en worden in mindering gebracht op de totale saneringskosten; 0 is de gemeente wel of geen veroorzaker, dan wel is zij daarbij op andere wijze betrokken geweest; wanneer heeft de veroorzaking plaatsgevonden; 0 eigendomssituatie/verwerving; evenals bij het vorige punt wordt ten aanzien van deze factor een relatie gelegd met de totstandkoming en uitbreidingen van de Wet bodembescherming (Interimwet bodemsanering, zorgplicht, saneringsregeling) Inmiddels is de systematiek vastgelegd in een beleidsnotitie bodemsanering budget-medefinanciering (Gedeputeerde Staten van Fryslan, november 1998)Voor de verdeling van de kosten wordt verwezen naar het onderdeel krediet en dekking van dit raadsvoorstel. Uitvoering sanering. Gelet op de samenhang van de uitvoering van de sanering met de uitvoering van het bouwplan voor de woningen is het gewenst om de realisatie en coördinatie bij de gemeente neer te leggen. Op basis van artikel 53 Wet Bodembescherming zullen wij de provincie hiertoe verzoeken, onder voorbehoud dat u akkoord gaat met de voorstellen. De gemeente kan daardoor 'werk met werk' maken tijdens het aanleggen van een nieuwe walbeschoeiing langs de Potmarge Ten behoeve van de bodemsanering dient formeel een beschikking (ernst en saneringsurgentie van de gevallen van bodemverontreiniging) te worden aangevraagd bij de provincie. Daarmee is een procedure van maximaal 13 weken gemoeid. Gelijktijdig kan de goedkeuring saneringsplan worden aangevraagd. Dat saneringsplan dient zo spoedig mogelijk te worden opgesteld. Vervolgens zullen het saneringsbestek en het bouwbestek worden geïntegreerd. De provincie blijft bevoegd gezag ten aanzien van het (milieuhygiënische) eindresultaat en is financiële verantwoording verschuldigd aan het Rijk voor het verleende budget medefinanciering. Grondverkoop De verkoop van perceel P16 zoals aangegeven op de voor u ter inzage gelegde tekening (G2574 d.d. 14-10-1998) maakt deel uit van de verkoop van een aantal percelen bouwterrein, gelegen in het gebied "Tulpenburg-midden" aan de BAM Vastgoedontwikkeling B.V. waartoe eerder door de gemeenteraad is besloten. Er is destijds voorgesteld om

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 71