Blad 2 punt 6 van het Sociaal Convenant (additionele werkgelegenheid) wel van toepassing is. Functiewaardering Artikel 6 1. De Procedureregeling Functiewaardering 1994, door burgemeester en wethouders vastgesteld op 31 mei 1994 is van toepassing. 2. Aan de ambtenaar mogen geen werkzaamheden worden opgedragen die qua functiewaardering uitstijgen boven schaal 1. Organisatorische positionering Artikel 7 Met inachtneming van de algemene uitgangspunten van deze regeling, is de directeur van de dienst belast met de feitelijke invulling van de arbeidsplaatsen als bedoeld in de rijksregeling vermeld in artikel 1. Aanstelling Artikel 8 1. De ambtenaar wordt aangesteld in tijdelijke dienst voor de duur van een jaar bij wijze van proef; 2. Na een jaar volgt aanstelling in vaste dienst, tenzij daartegen uit andere hoofde bezwaren bestaan; 3. In afwijking van lid 1 van dit artikel, kan een persoon op een WIW-dienstbetrekking die gedurende minimaal 1 jaar, direct voorafgaand aan de aanstelling, dezelfde werkzaamheden verrichtte, worden aangesteld in vaste dienst, tenzij daartegen uit andere hoofde bezwaren bestaan Arbeidstijd Artikel 9 1. De arbeidsduur per week bedraagt 32 uur, mits de langdurig werkloze hiermee niet langer aangewezen is op een algemene bijstandsuitkering op grond van de algemene Bijstandswet, dan wel een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers of de Wet Blad 3 inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. 2. Indien de langdurig werkloze met 32 uur per week nog aangewezen blijft op de uitkeringen bedoeld in lid 1, bedraagt de arbeidsduur 36 uur per week (de volledige betrekkingsomvang conform de AR) 3. Indien de ambtenaar direct aansluitend voor zijn dienstverband op een WIW-dienstbetrekking werkzaam was voor 36 uur, kan de arbeidstijd op 36 uur worden bepaald 4 Op grond van bij de ambtenaar gelegen factoren kan de arbeidstijd afwijken van de arbeidstijd bedoeld in lid 1 van dit artikel. Bezoldiging Artikel 10 1. De bezoldiging vindt plaats op basis van de bezoldigingsregeling bedoeld in artikel 3 lid 1 van de AR. 2. Bij indiensttreding vindt inschaling plaats in schaal 1 regel 0. Voor de salarisbedragen behorende bij schaal 1 wordt verwezen naar de AR. 3. Gedurende in ieder geval het eerste jaar van het dienstverband blijft de bezoldiging volgens schaal 1 regel 0 plaatsvinden, zodat bezoldiging niet hoger is dan 103% van het Wettelijk Minimum Loon (WML) 4. De bezoldiging blijft volgens schaal 1 plaatsvinden, zodat de bezoldiging uiteindelijk niet uitstijgt boven 130% WML. 5. Het verrichten van overwerk, beschikbaarheiddiensten of andere toelagen en toeslagen wordt vergoed conform de AR, tenzij dit zou leiden tot overschrijding van 130% WML. In dit geval bestaat de vergoeding uit verlof. 6. De vergoeding voor onregelmatige diensten is gebaseerd op de AR en blijft buiten beschouwing bij de beoordeling of de beloning binnen de grens van 130% WML is gebleven. Ontslag Artikel 11 1. De in artikel 2 bedoelde extra arbeidsplaats wordt opgeheven indien de subsidie op grond van de rijksregeling vervalt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 113