Blad 2
2Het rif-concept in een notendop
2.1. Inleiding
Het terrein van de sociale zekerheid is in de jaren
negentig sterk in beweging geraakt ook voor wat betreft de
fraudebestrijding. Zo wees van der Zwan2 in 1993 in zijn
onderzoek met een beschuldigende vinger naar de uitvoering
van de Bijstandswet. Aan controle en verificatie van de
door de cliënt aan te dragen informatie zou, volgens van
der Zwan, veel te weinig aandacht worden besteed. Het
besluit, zoals verwoord in het Bijstandsakkoord 19933, om
bij wijze van experiment Regionale interdisciplinaire
fraudeteams op te richten, kan dan ook worden gezien als
voortvloeiend uit de zorg om fraude.
Met het oprichten van de Rifs is een nieuwe structuur voor
fraudebestrijding ontstaan, waarvoor gemeenten bestuurlijk
verantwoordelijk zijn. Kenmerkend van de Rifs is dat
diverse opsporings- en controlediensten die met fraude
bestrijding te maken hebben intergaal, dat wil zeggen op
bestuurlijk, organisatorisch en uitvoerend niveau met
elkaar samenwerken. Het gaat daarbij om een vaste kern van
deelnemers, te weten: arbeidsinspectie, belastingdienst,
openbaar ministerie, uvi's, politie en de gemeenten.
2.2. Doelstellingen
In het Bijstandsakkoord is de doelstelling van de Rifs heel
globaal omschreven. Bij oprichting waren de Rifs dus ook
geheel vrij om invulling te geven aan hun missie. Gaandeweg
is hier op landelijk niveau wel consensus over ontstaan.
De missie van de Rifs kan als volgt worden omschreven.
Bestrijden van zwarte bijstands-, premie- en belasting
fraude
Inzicht verkrijgen in de fraudeveroorzakende structuren
en op basis daarvan doen van preventieve aanbevelingen.
2.3. Organisatorische vormgeving
In organisatorisch opzicht zien de Rifs er als volgt uit.
Binnen een Rif functioneren een Stuurgroep, Beheersgroep en
diverse projectteams. Daarnaast geeft een Rif-coördinator
leiding aan een vaste kern van medewerkers en indirect
leiding aan projecten.
2 Onderzoekscommissie toepassing ABW, Het recht op
bijstand: naar een beheersproces bij toekenning van
bijstand, 's Gravenhage, VUGA, 1993
3 Onderhandelaarakkoord Rijk-VNG Bijstand, 1993.
Blad 3
De Rifs worden aangestuurd door de Stuurgroep. Deze bestaat
uit vertegenwoordigers van het hogere management van de
deelnemende controle- en opsporingsdiensten. Deelnemende
gemeenten worden in de Stuurgroep vertegenwoordigd door een
wethouder. De Stuurgroep draagt dus de bestuurlijke verant
woordelijkheid, neemt de strategische beslissingen en is
tevens verantwoordelijk voor de financiering. Vanwege de
gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het functioneren
van de Rifs wordt het voorzitterschap van de Stuurgroep dan
ook bekleed door een wethouder.
Onder de Stuurgroep ressorteert de Beheersgroep. De beheer
groep bestaat uit hoofden van de uitvoerende afdelingen van
de participerende instanties en is, op beheersmatig niveau,
verantwoordelijk voor de uitvoering van de door de Stuur
groep genomen beslissingen. De Beheergroep regelt onder
andere de inzet van personele en financiële middelen en
begeleidt de uitvoering van de diverse projecten. De
voorzitter van de Beheergroep is de RIF-coördinatorDeze
coördinator maakt tevens ook deel uit van de Stuurgroep.
De feitelijke uitvoering van werkzaamheden vindt plaats
door projectteams. Voor ieder project wordt er een team
samengesteld, welke wordt aangestuurd door een project
leider. Een project heeft een beperkte looptijd. Na afloop
van het project wordt het projectteam ontbonden en keren de
teamleden terug naar hun eigen organisatie.
2.4. Werkwijze
Omdat de Rifs een nieuw fenomeen zijn, moest in 1994 de
werkwijze nog worden ontwikkeld.
Vanaf het begin is de werkwijze aangehouden dat de selectie
van projecten dient plaats te vinden aan de hand van duide
lijk omschreven (harde) criteria. Echter een volledig
rationeel onderbouwde projectkeuze blijkt niet goed moge
lijk omdat de noodzakelijke kennis, gegenereerd uit risico
analyses, ontbreekt. Een oplossing voor dit probleem is ook
nog niet gevonden. Het is echter wel zo dat gaandeweg uit
afgeronde projecten gegevens naar voren kunnen komen die
weer de basis vormen voor de keuze van nieuwe projecten.
Nadat een project is geselecteerd, wordt onder leiding van
de projectleider allereerst inzicht verkregen in de fraude
mogelijkheden in een bedrijf of bedrijfstak en op basis
daarvan wordt een plan van aanpak opgesteld ten behoeve van
de operationele fase.