Blad 4
Wanneer de operationele fase is afgerond, dienen in het
natraject de fraudeoorzaken te worden geanalyseerd. Op
basis hiervan worden vervolgens de aanbevelingen voor de
preventieve maatregelen geformuleerd.
Tot slot is er de publiciteit. Deze wordt als middel
beschouwd om de preventieve uitstraling van de projecten te
ondersteunen
2.5. Financiering
De financiering van de Rifs vindt enerzijds plaats vanuit
de participerende instanties, via de inzet van hun
personeel ten behoeve van de diverse projecten en ander
zijds via bijdragen van het Rijk.
Een steeds wederkerend probleem bij de inzet van personeel
vanuit de participerende instanties betreft de daadwerke
lijke levering van personeel voor een project. Bij het
instellen van de Rifs was het uitgangspunt dat alle parti
cipanten personeel zouden aanleveren. In de praktijk is
gebleken dat instanties daar pas toe geneigd zijn indien
blijkt dat de instanties daar feitelijk belang bij hebben.
Echter, ook al hebben de instanties er belang bij, dan
speelt het gebrek aan personele capaciteit binnen de parti
ciperende instanties ook een rol. Één en ander is opgelost
door gebruik te maken van jaarplanningen. Hierdoor kan er
ruim van tevoren worden geanticipeerd op de personele inzet
ten behoeve van het Rif.
De rijksfinanciering bedroeg bij de instelling van de Rifs
in 1994 zo'n f 4 min. in totaal en de volgende jaren
f 5 min. Deze gelden worden beschikbaar gesteld via het
Gemeentefonds en over de initiatiefnemende gemeenten
verdeeld naar rato van het aantal uitkeringsgerechtigden.
De gelden van het rijk zijn bestemd voor de zogenaamde
vaste lasten en salariskosten van het vaste personeel (o.a.
een Rif-coördinator) in dienst van een Rif.
3. Opzet Rif Noord-Nederland
3.1. Inleiding
De gemeente Groningen heeft op 24 maart 1999 besloten om
het initiatief te nemen tot vorming van Rif Noord per
1 oktober 1999. Daartoe is er een concept-invoeringsplan
alsmede samenwerkingsconvenant opgesteld. Als beoogd
convenantpartner wordt het invoeringsplan en het samen-
werkingsconvenant thans aan de gemeente Leeuwarden voor
gelegd. In deze raadsbrief zullen alleen de hoofdpunten de
revue passeren. Voor een complete weergave van de inhoud
wordt volledigheidshalve verwezen naar het concept
invoeringsplan en het samenwerkingsconvenant
Blad 5
3.2. De doelstellingen
Binnen de kaders van het landelijk geldende missieniveau is
de missie van Rif Noord als volgt ingevuld.
Zwarte fraude op het terrein van de sociale zekerheid en
de daarmee samenhangende belasting- en premiefraude
multidisciplinair bestrijden.
De werkwijze is gericht op fraudepreventie en beperkt
zich tot toezicht.
Nastreven van financiële, administratiefrechtelijke en
maatschappelijke resultaten.
Formuleren van preventieve aanbevelingen.
3.3. Schaalgroottepartners en werkgebied
Rif Noord richt zich op een samenwerking van gemeenten,
arbeidsinspectie, uvi's, belastingdienst, openbaar
ministerie en politie in de 3 noordelijke provincies. Voor
wat betreft de gemeentelijke inbreng zal Rif Noord zich
vooralsnog beperken tot de grootste gemeenten per
provincie, te weten: Groningen, Emmen en Leeuwarden.
3.4. Organisatorische vormgeving
Hoewel het gezag over het Rif bij de Stuurgroep ligt, wordt
de rechtspositionele kant ondergebracht bij de gemeente
Groningen. Één en ander geldt ook voor de met Rif Noord
samenhangende subsidiegeldstroom.
Voor een schematische organisatorische inbedding van Rif
Noord wordt verwezen naar bijlage 1 van het bijgevoegde
invoeringsplan
3.5. Bestuurlijke ophanging
Uitgangspunt bij de totstandkoming van de Rifs was dat
dezen lokaal zouden worden ingebed en dat gemeenten
bestuurlijk verantwoordelijk zouden zijn voor het functio
neren van een Rif. In de praktijk houdt dit in dat de
bestuurlijke verantwoordelijkheid in handen wordt gelegd
van een wethouder van Sociale Zaken welke tevens voorzitter
is van de Stuurgroep. Voor Rif Noord wordt aangesloten bij
deze vorm van bestuurlijke ophanging. Van de deelnemende
gemeenten fungeert de wethouder van Sociale Zaken van de
gemeente Groningen als voorzitter van de Stuurgroep.
3.6. De financiering
De inzet van menskracht wordt bekostigd door de partici
perende instanties en belasten de Rif begroting niet in
directe zin.
De directe Rif kosten bestaan uit kosten voor het vaste
personeel, huisvesting, automatisering, projectkosten,
vervoerskosten en overige overheadkosten. Al deze kosten
kunnen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werk
gelegenheid worden gedeclareerd.