Blad 2 Brief van het Ministerie van BZK met de bijdrageregeling Sociale Integratie en Veiligheid d.d. 23 juli 1999. Brief van het Ministerie van EZ met indicatieve verdelingen stadseconomiemiddelen d.d. 31 augustus 1999. Brief Ministerie van BZK inzake de toetsing Meerjaren- OntwikkelingsProgramma's d.d. 16 juli 1999 en d.d. 24 september 1999. De bovenstaande stukken liggen eveneens voor u ter inzage. Daarnaast hebben in het voortraject ook nog diverse (bilaterale) overleggen plaatsgevonden met de provincie oaISV, bodem) en de Ministeries (o.a. EZ, VROM, LNV) Status van het MOP Medio 1999 hebben wij (indicatief) duidelijkheid gekregen over de middelen vanuit het Rijk in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV), zie de hiervoor genoemde brieven. In totaal gaat het om een bedrag van ruim f 100 miljoen voor Leeuwarden in de periode 2000 t/m 2003 (voor GSB) en 2004 (voor ISV)Daarnaast kan Leeuwarden eventueel nog aanvullende middelen op projectbasis binnenhalen. Voor het definitief verkrijgen van deze middelen hebben wij, conform afspraak met het Rijk, een Meerjaren- OntwikkelingsProgramma (MOP) opgesteld, dat vóór 1 november a.s. ingediend moet worden bij het Rijk. Aansluitend zal het Rijk dit MOP beoordelen en voor het einde van 1999 zal er een stadsconvenant Rijk - Leeuwarden worden afgesloten, waarna Leeuwarden definitief de beschikking krijgt over de hiervoor genoemde middelen. Het MOP is een verdere verdieping van de reeds vastgestelde Perspectiefnota 2000 - 2003 - 2010 van Leeuwarden en geeft ons ambitieniveau voor de komende jaren weer. Met het MOP wil Leeuwarden bovendien de externe partijen uitdagen om te investeren in de ontwikkelingsmogelijkheden van de stad. Wij beschouwen het MOP van Leeuwarden als een groeimodel. Het MOP van Leeuwarden, zoals dat nu voorligt, is voor ons dan ook nog niet af. Het is nadrukkelijk een instrument dat de komende jaren nog moet groeien. Het nu voorliggende MOP heeft als eerste invalshoek het daadwerkelijk binnenhalen van de indicatief toegekende rijksmiddelen. Het is op dit moment nog geen volledig meerjareninvesteringsprogramma alhoewel het MOP wel een goed inzicht geeft in alle maatregelen die wij willen gaan nemen in de komende jaren. Het Rijk heeft gevraagd om een zeker abstractieniveau voor het MOP, te weten 'maatregelenniveau' en dus niet af te dalen tot projectniveau. Er is dus een spanning waar te nemen tussen de interne functie en de externe functie van ons MOP. In het MOP ten behoeve van het Rijk is getracht daarin een evenwicht te vinden. Blad 3 Er wordt door ons naar gestreefd om het MOP, zoals het voorligt, uit te gaan voeren, daarmee geven wij onszelf impliciet de opdracht om het te realiseren. Dit echter wel onder voorwaarden. Zo zijn wij daarbij natuurlijk afhankelijk van de medewerking, cofinanciering, inzet van en draagvlak bij een groot aantal externe partijen en van een groot aantal externe factoren. Wij kunnen als stad natuurlijk niet alle financiële middelen voor de uitvoering van alle maatregelen zelf op het kleed leggen. Stadvisie en prioriteiten Om de toekomstvisie via de centrale ontwikkelingsrichting 'full-service city' te realiseren, wordt door Leeuwarden gekozen voor een accent op een viertal thema's (strategische projectclusters)die extra aandacht en een extra kwaliteitsimpuls zullen moeten krijgen in de komende jaren, te weten: Financiële Servicesector Kennis (Brainport) Agri-nutri Verzorgende Culturele hoofdstad Gelet op deze strategische projectclusters in het kader van LEVI 2030 blijft een aantal projecten daarin dus (bewust) buiten beeld. Dit houdt overigens niet in dat deze projecten voor de ontwikkelingsrichting van de stad niet van belang zouden zijn en daarin niet geïnvesteerd zou moeten worden, maar ze behoren meer tot het (reguliere) basispakket aan voorzieningen, dat iedere stad, dus ook Leeuwarden, in ieder geval moet kunnen bieden. In wezen ondersteunen deze projecten de strategische LEVI- projectclusters juist. De strategische projectclusters vallen grotendeels binnen het programma 'Economische zaken, arbeidsmarkt en kennis' van het MOP. Binnen het totaalpakket aan maatregelen in het kader van dit MeerjarenOntwikkelingsProgramma legt Leeuwarden ook een aantal accenten c.q. bepaalt ze een aantal prioriteiten. Voor het verdelen van middelen (met name de middelen die 'ontschot' ingezet kunnen worden)is het van cruciaal belang dat deze keuzes gemaakt worden en prioriteiten gesteld worden. Het gaat om de volgende hoofdlijnen qua prioriteiten (dit is overigens conform de hoofdlijnen die ook al in de reeds vastgestelde Perspectiefnota 2000 van Leeuwarden zijn aangegeven) 1Het consolideren en uitbouwen van de gunstige economische ontwikkeling door middel van het investeren in de economische ontwikkeling en structuurversterking. Het accent ligt daarbij op de realisering van randvoorwaarden voor de in het kader van LEVI 2030 als belangrijk aangemerkte economische sectoren: financiële service-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 162