2.4 Ontwikkelingsrichting en strategie De basis voor de ontwikkelingsrichting wordt gevormd door de twee hoofdfuncties van Leeuwarden, te weten: op regionaal niveau: de dynamische stad van en voor Friesland, waarvoor een centrumfunctie wordt vervuld; op (inter-)nationaal (en landsdelig) niveaueen vestigingsplaats van hoogwaardige diensten in een ruimte en kwaliteit biedende stadsomgeving. De twee hoofdfuncties komen samen m de centrale ambitie om ook in de volgende eeuw één van de twee hoofdsteden te zijn van Noord-Nederland. In grote lijnen wordt ingezet op het versterken van het dienstenprofiel van Leeuwarden, waarbij de kansen van de verdere verdienstelijking van de economische structuur in de Westerse samenleving en de aanwezige sterke dienstensector in Leeuwarden worden aangegrepen als basispotentieel. Deze inzet geldt ook voor de van oorsprong belangrijke economische basis van Leeuwarden, de agri-nutri-sector, waarbij onder andere handel en diensten de sleutelfactoren zijn voor de toekomst. In algemene zin streeft Leeuwarden naar een meer kennisintensieve ontwikkeling. Dit komt enerzijds tot uiting in het versterken van de relatie van kennis tot de economische ontwikkeling en de arbeidsmarkt in algemene zin, maar anderzijds ook in het verder ontwikkelen van het aspect kennis binnen de agri-nutri-sector. Voor de toekomstige samenleving in het algemeen, maar voor de door Leeuwarden nagestreefde ontwikkelingsrichting in het bijzonder, zijn de ontwikkeling en het benutten van de mogelijkheden op informatie- en communicatiegebied, doorslaggevend. Deze ontwikkelingsrichting sluit ook goed aan bij het streven naar een duurzame ontwikkeling van de stad en haar omgeving. Om niet alleen indirect, maar ook direct een sneller en beter antwoord te kunnen geven op de behoefte aan werk voor de onderkant van het arbeidsaanbod wordt secundair ook de verdere industriële ontwikkeling van Leeuwarden bevorderd. Eén aspect van de twee geformuleerde hoofdfuncties van Leeuwarden is met het voorgaande nog enigszins onderbelicht gebleven, te weten de 'ruimte en kwaliteit biedende stadsomgeving'. Dit betekent immers ook investeren in (de kwaliteit van) de stadsomgeving aansluitend bij twee sfeerbeelden van Leeuwarden, aan de ene kant de onthaaste, historische, culturele stad ((inter-)nationale rust), maar aan de andere kant ook de levendige, bruisende, culturele stad (regio-dynamiek). Alhoewel deze beelden op het eerste gezicht moeilijk met elkaar te verenigen lijken, zijn ze beide nu al terug te vinden in bijvoorbeeld de binnenstad die zowel cultuurhistorisch erfgoed en stadspark is als ook centrum voor activiteiten, zoals uitgaan. De centrale ontwikkelingsrichting is logischerwijs 'full-service city', waarvan de contouren nu reeds zichtbaar zijn en die voldoende kansen en aanknopingspunten biedt voor de toekomst. Samenvattend wordt binnen de ontwikkelingsrichting full-service city nog een aantal strategische keuzen gemaakt, in de vorm van een viertal thema's: financiële service-sector agri-nutn brainport (kennis) verzorgende culturele hoofdstad Deze krijgen een consequente doorvertaling naar ideeën, projecten en activiteiten door middel van een viertal strategische projectclusters, die Leeuwarden als full-service city verder versterken. Deze selectie en beschrijvingen van strategische projectclusters in het kader van LEVI 2030 betekent niet dat andere projecten voor de ontwikkelingsrichting van de stad niet van belang zouden zijn, maar deze behoren meer tot het (reguliere) basispakket aan voorzieningen, dat een stad als Leeuwarden in ieder geval moet kunnen bieden. In wezen ondersteunen deze andere projecten de strategische LEVI-projectclusters juist. Enkele terreinen waarop Leeuwarden binnen het reguliere basispakket hard werkt aan voorzieningen, zijn: infrastructuur en mobiliteit (b.v. Haak om Leeuwarden); economische infrastructuur (b.v. bedrijfslocaties als Leeuwarden-Zuid); evenwichtige en aantrekkelijke woningmarkt (zowel voor wat betreft de uitleglocaties als voor wat betreft de herstructurering, de Stedelijke Vernieuwing Leeuwarden) leefbare stad en daarmee eveneens het tegengaan van een duale stad. Het feit dat projecten op deze terreinen niet als strategische projecten zijn opgenomen, wil dus niet zeggen dat er niet meer geïnvesteerd moet worden in de voorbereiding en realisatie van dergelijke projecten door Leeuwarden. Aan projecten als bijvoorbeeld Vernieuwing Lokaal Sociaal Beleid, Binnenstad - Nieuwe Stad, Rondom Leeuwarden, Grote Steden Beleid, Stedelijke Vernieuwing Leeuwarden, etc. wordt immers al hard gewerkt. Dit zal onverminderd voortgaan. In de hiernavolgende drie pijlers van het MOP komen ze dan ook uitgebreid aan de orde. 12 Zeer wezenlijk is tenslotte dat de gemeente in de toekomst een andere, maar uiterst belangrijke rol zal vervullen. De gemeente Leeuwarden is dan pro-actief, stimulerend, initiërend en regisserend, maar het is regel dat anderen dan de gemeente (b.v. qua investeringsvolume) de hoofdrol vervullen. Binnen deze werkwijze is de organisatiekracht van de gemeente cruciaal. Omdat de gemeente de vormgeving van de ambities en de toekomstige ontwikkeling niet alleen kan realiseren,, zijn de wisselwerking tussen bestuur en samenleving én partnership en samenwerking noodzakelijk. Slechts dan wordt het organiserend vermogen voor alle belanghebbenden ten volle voor de ontwikkeling van de stad benut. In het hoofdstuk randvoorwaarden van dit MOP wordt aan deze noties nader invulling gegeven. 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 174