Met het oog op de omgevingskwaliteit en duurzaamheid is bij de verbetering van de verkeersinfrastructuur voor
een goede bereikbaarheid ook veiligheid een belangrijk element.
Strategisch doel:
Het waarborgen van de bereikbaarheid van de stad binnen beheersbare milieu-effecten en het bevorderen
van de verkeersveiligheid.
Werkwijze
In voorbereiding is een Gemeentelijk Verkeers- en VervoerPlan (GVVP). Dit plan vertaalt het landelijk beleid
(SVV II/NVVP) en het provinciaal beleid (PVVP) naar de lokale situatie. Dit plan biedt een integraal
maatregelenpakket. Kernpunt van het op te stellen GVVP is de verbetering van de hoofdinfrastructuur rondom
Leeuwarden. Enerzijds voor een goede bereikbaarheid van de stad, anderzijds om het wegennet in de stad te
ontlasten van het doorgaande verkeer dat niet op Leeuwarden gericht is. In aanvulling daarop wordt ingezet op
de bevordering van het openbaar vervoer. Plannen met betrekking tot busbanen, transferia en carpoolplaatsen
zullen de komende jaren verder uitgewerkt worden. In het GVVP komen ook flankerende maatregelen in beeld.
Bovendien wordt als bouwsteen voor het GVVP de huidige nota Fietsverkeer geactualiseerd. De bereikbaarheid
zal dus worden verbeterd door het uitvoeren van een samenhangend pakket van maatregelen.
Hoofdweginfrastructuur. Het gaat dan onder andere om het aanleggen van wegen die een belangrijk deel van het
doorgaande en het externe verkeer gaan afwikkelen en het verbeteren van het bestaande lokale wegennet.
Met name via de 'Haak' en de noordwesttangent kan een belangrijk deel van het doorgaande verkeer ten
opzichte van Leeuwarden en een deel van het externe verkeer (herkomst en bestemming ligt dan in Leeuwarden)
afgewikkeld worden. Daardoor ontstaat op het lokale wegennet meer ruimte en neemt de bereikbaarheid toe.
Voor het waarborgen van de bereikbaarheid van de stad zullen ook op het lokale wegennet - in ieder geval aan
de oostzijde van de stad - verbeteringen moeten worden aangebracht. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan de
realisatie van een aantal verkeersmaatregelen om enkele knelpunten (m.n. in het zuidoosten) op korte termijn te
verminderen. Niet alleen vanuit verkeersplanologisch oogpunt is de Haak van groot belang. Aanleg van de Haak
is essentieel voor de stedelijke ontwikkeling van Leeuwarden aan de zuidkant. Duidelijkheid over het tracé van
de Haak is voorwaardelijk voor de start van die ontwikkeling.
Interne bereikbaarheid. Naast de externe bereikbaarheid worden tevens maatregelen genomen voor verbetering
van de interne bereikbaarheid. Een soepele doorstroming van het stadsverkeer, de oplossing van knelpunten in de
binnenstad en de verbetering van de ontsluiting van de bedrijventerreinen zijn daarbij aan de orde.
Voor de revitalisering van de bedrijfslocatie aan de Merodestraat in Leeuwarden-Oost, is het aanpassen en
creëren van nieuwe ontsluitingen in de directe omgeving en op de hoofdwegenstructuur binnen de gemeente aan
de orde. Overigens ligt hier ook een relatie met bedrijventerrein Hemrik-West. In Leeuwarden-Zuid zal de
komende jaren een nieuw stadsdeel tot ontwikkeling komen. Noodzakelijk is een nieuw te maken ontsluitingsas
door het gebied, tussen de Hendrik Algraweg ter plaatse van de Goutumerpolder, en RW 32, iets ten noorden van
Werpsterhoek. De koppeling van de nieuwe uitleggebieden ten zuiden van het Van Harinxmakanaal en de
bestaande stadsdelen ten noorden van het kanaal, vraagt om forse infrastructurele maatregelen en dito (voor-)
investeringen. Aanpassingen aan de huidige verbindingen en/of aanleg van een nieuwe verbinding komen aan de
orde, evenals de aansluiting van de invalswegen op de stadsrondweg.
Openbaar Vervoer - Langzaam Verkeer. Er zal intensief ingezet worden op infrastructurele verbeteringen ten
behoeve van een betere doorstroming van het openbaar vervoer (o.a. busbanen en transferia) en een comfortabele
en effectievere afwikkeling van het fietsverkeer. Er zijn extra investeringen nodig in voorzieningen die snelle
verbindingen en de doorstroming van het fietsverkeer bevorderen en die gericht zijn op het tot stand komen van
een sluitend en veilig systeem van fiets- en voetpaden. De behoefte aan goed bereikbare en toegankelijke
(bewaakte) fietsenstallingen wordt met name in relatie tot de binnenstadsaanpak uitgewerkt (zie het onderdeel
Binnenstad en Toerisme). Realisering van een N.S.-voorstadstation in de nabijheid van Werpsterhoek is gebaat
bij realisering van draagvlak daarvoor. De combinatie van een nieuwe woonwijk, industriële bedrijvigheid en
een kantoorlocatie zal in aanvulling met de overige bestaande en geplande woongebieden aan de zuidkant van de
stad, op termijn naar verwachting voldoende draagvlak genereren. Vooruitlopend op de mogelijkheid van
railvervoer, zal in eerste instantie het openbaar vervoer over de weg plaatsvinden. In het kader van de integrale
planuitwerking voor de zuidwestflank van Leeuwarden zal overleg plaatsvinden met de N.S.
Goederenvervoer. Bevorderd wordt dat voor het vervoer van goederen in toenemende mate gebruik gemaakt
wordt van rail en water. Belangrijke maatregelen in dit verband in Leeuwarden zijn het verplaatsen van de
huidige railterminal nabij het NS-station (in het gebied FEC-City) en verbreding naar een multi-modaie-terminal
(weg-water-spoor) en het realiseren van een Regionaal Overslag Centrum (ROC) voor bulkgoederen (zie ook de
Economische Pijler).
38
Water- en railinfrastructuur. Een opwaardering van het Van Harinxmakanaal tot (krap) klasse V is onder meer
vanwege het goederenvervoer van belang, evenals de volledige verdubbeling van de spoorverbinding
Leeuwarden-Groningen (de laatste overigens ook voor personenvervoer). Verder wordt zoveel mogelijk
bevorderd dat Leeuwarden goede aansluitingen krijgt op het (inter-) nationale hoofdverkeer- en vervoernet,
onder meer via een aantakking op de Zuiderzee-spoorlijn.
Duurzaam veilig. De gemeente heeft zich met de ondertekening in 1997 van het landelijk Startprogramma
Duurzaam Veilig verplicht tot het nemen van 'nieuwe/aanvullende' verkeersveiligheidsmaatregelen teneinde het
aantal verkeersslachtoffers verder te verminderen. Diverse maatregelen worden hiervoor genomen.
In het raam van het programma 'Duurzaam Veilig' zal voortgegaan worden met de aanpassing van de inrichting
van wegen; 30-km-weg in woonwijken, maatregelen bij aansluiting van woonwijken op de hoofdinfrastructuur
en in samenwerking met de omliggende wordt nagegaan welke wegen als 60-km-weg zullen worden ingericht.
Parkeren. Voor de opvang van de personenauto's die de binnenstad als doel hebben wordt gewerkt aan de
realisering van parkeergarages waardoor er extra parkeerplaatsen bijkomen. De samenwerking met de Stichting
Parkeergarages maakt het mogelijk dat naast de aanwezige twee parkeergarages met een totale capaciteit van
1100 parkeerplaatsen er nog twee parkeergarages gebouwd worden met een gezamenlijke capaciteit van 900
parkeerplaatsen ten behoeve van de bezoekers aan de binnenstad.
Flankerend beleid. Flankerend beleid om automobilisten te stimuleren gebruik te maken van andere
vervoersmodaliteiten is daarnaast noodzakelijk. In de eerste plaats dient hierbij gedacht te worden aan een actief
woningbouwbeleid (b.v. bij OV-knooppunten). Een goed RO-beleid met betrekking tot locatiekeuzes (in de
gehele regio) kan bijdragen aan het oplossen van de bereikbaarheidsproblemen en de milieu-druk. In de
structuurschets 'Leeuwarden, Open Stad' zijn de grootschalige uitbreidingen gekoppeld aan bestaande dan wel
geplande infrastructuur welke de groei in verkeersbewegingen op kan vangen (afstemming van ruimtelijke
ontwikkeling en infrastructuur). Binnenstedelijk is de zone FEC-City van groot belang voor de werkgelegenheid;
daar telt met name de korte afstand tot de knooppunten van openbaar vervoer. Bij de keuze van
uitbreidingslocaties is mobiliteit derhalve nadrukkelijk een aandachtspunt. De fietsafstand tot de bestaande stad
en de ontsluitingsmogelijkheid met openbaar vervoer staan daarbij centraal. Gebruik van lokaal openbaar
vervoer zal worden bevorderd door verbetering van de kwaliteit middels marktwerking en opsplitsing in een
stemet (snelle stadslijnen) en een servicenet (langzame stadslijnen).
Verder wordt gewerkt aan het bevorderen van vervoermanagement door het bedrijfsleven (vervoersplannen voor
de werknemers), parkeerbeleid en locatiebeleid voor bedrijven. Provincie en gemeente hebben in het kader van
het nieuwe stadsconvenant bovendien afgesproken om binnen een jaar te komen met gezamenlijke voorstellen
voor vernieuwende verkeers- en vervoersmaatregelen. De mogelijkheden van het gebruik van busbanen door
vrachtverkeer en gratis openbaar vervoer zullen daartoe verkend worden. De aandacht voor OV, fiets,
vervoermanagement, etc. wordt niet alleen uigegeven doordat dit een bijdrage kan leveren aan het oplossen van
bereikbaarheidsproblemen, maar eveneens vanuit de gedachte van een duurzame stedelijke ontwikkeling en dus
beperking van de milieu-druk (b.v. minder C02-uitstoot - zie ook het operationele doel bij het onderdeel
Duurzame ontwikkeling en milieu).
Operationele doelen
De toename van de gemiddelde reistijd in het stadsgewest in 2010 zal 39% zijn in plaats van 88%.
De groei van het aantal autokilometers in het stadsgewest in 2010 zal beperkt worden tot 37% in plaats van de
voorspelde autonome groei van 43%.
De groei van het aantal verkeersslachtoffers zal in 2010 beperkt worden tot 19% in plaats van 25%.
In 2010 zal het doorgaande verkeer in Leeuwarden, ondanks de fors toenemende automobiliteit, net als nu nog
steeds 4% uitmaken van het totale verkeer.
Het goederenvervoer via water en rail neemt in 2010 een half miljoen ton over van vervoer via de weg.
Het aandeel in het totale aantal verplaatsingen per fiets en openbaar vervoer gezamenlijk zal in 2010 toenemen
met 2% (tot 39% van alle verplaatsingen) in plaats van een daling met 6% (tot 31% van alle verplaatsingen).
Op het gebied van vervoermanagement doet in 2010 60% van de bedrijven met meer dan 50 werknemers aan
vervoermanagement en van de overige bedrijven 20%.
Verhoging van de kostendekkingsgraad in de stadsbusdienst van 27% in 1998 naar minimaal 35% in 2004.
Commitment
In 1998 is samen met Rijkswaterstaat, de provincie Fryslan en alle betrokken (regio-)gemeenten een
verkeersstudie uitgevoerd. In het naar aanleiding van deze studie verschenen rapport 'Rondom Leeuwarden' zijn
onder meer aanbevelingen gedaan met betrekking tot de aanleg van de Haak. De gezamenlijke opdrachtgevers
hebben het rapport in de volle breedte onderschreven. De grote infrastructurele projecten zijn door de provincie
ook in het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan opgenomen (PVVP) en tevens in het stadsconvenant provincie
gemeente.
39