Voor bepaalde (beleids-)onderdelen en projecten binnen de gemeente is het element duurzaamheid al redelijk
geïntegreerd. Op diverse beleidsvelden worden duurzaamheiddoelen geformuleerd en geïntegreerd. Bijvoorbeeld
het terugdringen van het autoverkeer, uitvoeren van meer natuurlijk groenbeheer, duurzaam bouwen (zie het
onderdeel Woningmarkt) en het meewegen van milieuhinder en ecologische aspecten in de ruimtelijke
ontwikkeling. De opgave waarvoor Leeuwarden momenteel staat is een structurele en verdergaande integratie
van duurzaamheid in het gemeentelijk beleid en projecten.
Volledige integratie is in Leeuwarden nog niet bereikt. Dat kan ook niet, integratie van duurzaamheid is een
'jonge' doelstelling, hetgeen betekent dat er nog veel 'uitgevonden' moet worden. Bovendien gaat het om een
complex proces dat de nodige inspanning vereist.
Wel is in Leeuwarden, ook buiten de wettelijke milieutaken, al veel bereikt. Er is experimenteel en vernieuwend
beleid opgezet, onder meer 'actief bodembeheer', 'duurzaam bouwen' en 'energie'. Hiermee worden goede
resultaten behaald. Op dit moment wordt gewerkt aan het project 'Blauwe Diamant - Watervisie Leeuwarden'.
Deze projecten, waarin meerdere partners samenwerken, werken als versneller en vernieuwer.
De afgelopen jaren heeft de gemeente ingezet op een actieve en adequate uitvoering van de milieuregelgeving.
De gemeente voert een groot aantal wettelijke taken uit. Op het gebied van wetgeving zijn er grote
veranderingen gaande met vergaande consequenties voor de gemeentelijke taakuitvoering. Enerzijds zijn deze
veranderingen gericht op deregulering en dat legt daarmee een grotere verantwoordelijkheid (en dus ook een
groter risico) bij gemeenten (op het gebied van bodem en geluid), anderzijds versterken deze veranderingen de
lokale regelgeving die dan overigens wel meer gericht is op preventie in plaats van op curatief optreden.
Adequate uitvoering van de milieuregelgeving is van groot belang voor het instandhouden en verbeteren van de
omgevingskwaliteit, het voorkomen van (lokale) milieuhinder en aan het voorkomen van stagnatie bij stedelijke
ontwikkeling.
Bodem
Bodemverontreiniging kan risico's met zich meebrengen voor de volksgezondheid en het milieu en er kan
daardoor tevens stagnatie optreden in de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de stad. De problematiek van
bodemverontreiniging in Leeuwarden is omvangrijk. Naast gevallen (te relateren aan een specifieke activiteit of
bedrijf) is er sprake van zogenoemde diffuse bodemverontreiniging in met name de stedelijke (bebouwde)
omgeving. Leeuwarden is daarop geen uitzondering. De uitdaging is om met dat gegeven tot verantwoord en
duurzaam bodemgebruik te komen. Daartoe is de gemeente Leeuwarden samen met de provincie Fryslan in 1997
gestart met een zorgvuldig opgebouwd traject in een pilot-project 'actief bodembeheer'.
Actief bodembeheer is het proces dat de keten preventie, beheer, sanering en nazorg omvat, met als doel het op
een maatschappelijk verantwoorde wijze realiseren van een duurzaam bodemgebruik. In Leeuwarden is
begonnen met het ontwikkelen van bodem-kwaliteitskaarten. Daarin worden vier lagen onderscheiden:
onderzochte locaties
verdachte locaties
achtergrondgehalten (diffuse verontreiniging)
kwetsbaarheidkaart
Leeuwarden kent op dit moment ongeveer 1.400 onderzochte locaties waarop totaal meer dan 2.000 onderzoeken
zijn verricht. Ruim 200 van deze locaties zijn opgenomen in het provinciale bodemsaneringsprogramma, omdat
ze (waarschijnlijk) ernstig verontreinigd zijn. Daarnaast zijn 6.400 voormalige bedrijfsactiviteiten bekend, die
mogelijk tot bodemverontreiniging hebben geleid.
Waterbodem.
Het merendeel van de watergangen in de gemeente Leeuwarden is verondiept en de waterbodems zijn veelal
(ernstig) verontreinigd. Dit leidt tot milieuhygiënische problemen, zorgt voor overlast voor het waterverkeer en
is een belemmering voor de stedelijke ontwikkeling. Tot nu toe gemaakte plannen (Baggerbeleidsplan 1993) om
de vaarwegen te baggeren en de verontreinigde waterbodems aan te pakken konden niet in uitvoering worden
genomen vanwege de hoge kosten en het gebrek aan opslagcapaciteit voor verontreinigd slib. De provincie
Fryslan heeft voor een beperkt aantal, geografisch over de provincie verspreid liggende depots gekozen. De
daadwerkelijke realisatie van de depots zal aan de marktpartijen wordt overgelaten.
De in Leeuwarden te verwijderen hoeveelheden baggerspecie over de komende 15 jaar worden geraamd op:
Klasse 0, 1 en 2 slib
513.000 m3
Klasse 3 en 4 slib
279.000 m3
BAGA
56.000 m3
Totaal
848.000 m3
58
Geluid
Geluid maakt onderdeel uit van een scala aan verstorende factoren die de kwaliteit van de leefomgeving van de
burger bedreigen. Geluid wordt van al deze milieufactoren als de meest hinderlijke ervaren. Uit (landelijk)
onderzoek blijkt dat 40% van de gehinderden geluid als belangrijkste verstoringsfactor aanwijst, gevolgd door
risico's (36%), geur (13%), stof/roet/rook (6%), trillingen (5%) en verlichting (1%).
Vervolgens scoort wegverkeerslawaai en burenlawaai binnen de verschillende lawaaibronnen het hoogst.
Geluidhinder kan rechtstreeks gerelateerd worden aan de gezondheid en het algemeen welbevinden van de
burgers. Burgers voelen zich vaak direct betrokken, de geluidproblematiek manifesteert zich in hun directe
woonomgeving. Binnen de gemeente Leeuwarden ondervinden ruim 1.350 woningen een geluidniveau van meer
dan 60 dB(A) afkomstig van het gemotoriseerde wegverkeer. Hiervan bedraagt bij 50 woningen de
gevelbelasting zelfs meer dan 65 dB(A). Voor deze laatste woningen is door het ministerie van VROM geld
gereserveerd voor gevelisolatie(A-lijst). Binnen de prioritaire ontwikkelingsgebieden in Leeuwarden zijn de
woningen met een geluidbelasting met meer dan 60 dB(A) geïnventariseerd. Dit geeft het volgende beeld:
Ontwikkelingsgebied
A-lijst
Aantal
B-lijst
Aantal
Binnenstad
26
216
Noordrand
10
272
Achter de Hoven/Vegelin/ Potmarge-zone
--
24
Leeuwarden-Oost
--
144
FEC-City
-
26
Naast het hiervoor genoemde wegverkeerslawaai vormt het lawaai van buren de grootste geluidhinderbron. Bij
alle regelgeving voor de zogenaamde 'onpersoonlijke bronnen' zoals bedrijven, vliegtuigen, auto's, wordt aan
deze vorm van geluidhinder het minste aandacht geschonken. Bij de meeste woningbouwcorporaties blijkt uit het
klachtenpatroon dat burenlawaai veruit de belangrijkste reden is om bij de verhuurder te klagen over
burenoverlast.
Energie en Duurzaam Bouwen
De ondertekening van het Klimaat Verbond m 1992 en het GEA-traject (Gemeentelijke Energie Aanpak) van
Novem heeft geleid tot een 4-jarig energieprogramma (1996 - 1999) in Leeuwarden, hetgeen is opgezet en
uitgevoerd in samenwerking met Frigem. De strategie heeft steeds bestaan uit de volgorde: energiebesparing,
inzetten duurzame energie en het toepassen van efficiënte technieken.
Door een combinatie van energie- en duurzaam bouwen-beleid zijn meer partijen betrokken geraakt bij het
onderwerp energie en hebben daarin een actieve bijdrage geleverd. Het gaat om architecten, makelaars,
ontwikkelaars, bouwers en veel sectoren binnen de gemeente zelf. Ook het 'Convenant Duurzaam Bouwen' met
een accent op energie heeft hierin een bijdrage geleverd (zie verder ook het onderdeel Woningmarkt).
Naast aandacht voor energie in nieuwbouw en bestaande bouw is een aantal projecten ontwikkeld met een zeer
vooruitstrevend energieconcept. Samen met een tiental partijen zijn twee verschillende woningbouwprojecten
ontwikkeld, waarbij de woningen in eigen energiebehoefte voorzien (energie-nul-womngen). Bij deze projecten
zijn veel lokale partijen betrokken. Nationaal gezien zijn de ontwikkelingen in Leeuwarden rond energie en
duurzaam bouwen zeer succesvol geweest. In 1998 won Leeuwarden de nationale PV-prijs (zonne-energie) en in
1999 behaalde Leeuwarden de hoogste energiescore in Nationale Duurzaamheidcompetitie.
In 1999 is op initiatief van de gemeente met de Frigem, de Provincie, Novem en het Wereld Natuurfonds het
project 'Leeuwarden Energiegemeente' opgestart. In dit project is een aanzienlijk multiplier effect behaald: in de
afgelopen 4 jaar is door de gemeente ongeveer f 400.000,- in energie gestoken. Als gevolg van de gemeentelijke
initiatieven en bijdragen in financiële middelen is in totaal door derden (subsidies of investeringen) een bedrag
van ca. f 6 miljoen geïnvesteerd.
Afval
Het afvalbeleid van Leeuwarden stond de afgelopen jaren vooral in het teken van de verzelfstandiging,
vergroten van efficiency en uitvoeren van rijksbeleid. Nieuwe eisen die ar.r> dp wijze van inzamelen worden
gesteld zijn veel minder aan de orde geweest. Inmiddels valt de landelijke trend van de stijging van het
afvalaanbod ook in Leeuwarden waar te nemen.
Tot slot. Duurzaamheid is ook een potentiële groeifactor voor bepaalde onderdelen van het bedrijfsleven en de
onderwijssector (zie ook de Economische Pijler, bijvoorbeeld het MERA-cluster (milieu-energie-recycling-
afval) en de onderwijs-/kenmssector (b.v. watertechnologie). In Leeuwarden liggen kansen op dit gebied. Ook in
de Sociale Pijler zijn er relaties met duurzaamheid op het punt van gezondheid, het voorkomen van gevaar en het
welbevinden van de inwoners.
59