Met de provincie Fryslan wordt, mede als onderdeel van het huidige convenant in meerdere duurzaamheid- projecten intensief samengewerkt (b.v. bodem, energie, water). Bij het opstellen van het derde milieubeleidsplan van Leeuwarden zullen natuurlijk ook burgers, organisaties en bedrijven betrokken worden. Middelen Structureel geeft de gemeente Leeuwarden bijna f 5 miljoen uit aan milieubeleid en milieubeheer. Als de planontwikkeling meer geïntegreerd plaats gaat vinden, wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de kosten hiervoor moeten worden meegenomen bij de betreffende te ontwikkelen plannen. De kosten van het als onderdeel van het 3e milieubeleidsplan in 2000 te ontwikkelen Duurzaamheidkader zijn (gedeeltelijk) gedekt in het kader van het Milieu-Uitvoerings-Programma (MUP). Daarnaast zal een beroep worden gedaan op het innovatiebudget ISV (f 150.000,-) in 2000. Argument hierbij is dat dit instrument ingezet kan worden om gemeentebreed de lokale milieukwaliteit te verbeteren. De kosten voor het uitvoeren van het duurzaamheidbeleid komen voor rekening van de betreffende onderdelen en projecten. In het Duurzaamheidkader zal één en ander verder worden uitgewerkt. Vanwege de invoering van nieuwe regelgeving is overigens ook structureel behoefte aan extra middelen omdat de extra uitkering uit het Gemeentefonds hiervoor niet toereikend is. De kosten van afvalinzameling in Leeuwarden bedragen ruim f 17 miljoen gulden. Met name in de experimentele en vernieuwende projecten zal naar verwachting een aanzienlijk multiplier effect kunnen worden behaald. Bodem Een globale raming leert dat totale sanering van alle bekende en vermoede gevallen van ernstige bodem verontreiniging m de gemeente Leeuwarden een investering van meer dan f 600 miljoen zou vergen. Naar verwachting zal de, in het vorenstaande genoemde, werkwijze met (landelijke en regionale/lokale) maatregelen de kosten van de totale bodemsaneringsoperatie met de helft tot tweederde doen afnemen. Op deze wijze wordt het mogelijk voor 2023 (NMP-doelstellmg) tot de gewenste beheersbaarheid van ernstige gevallen van bodemverontreiniging te komen. De bijdrage uit het Wbb-budget blijft overigens beperkt, een kwart van het daarvoor benodigde budget (VROM heeft tot het jaar 2023 f 10 miljard beschikbaar, terwijl de gehele saneringsoperatie, na beleidsvemieuwing op f 40 miljard is geraamd). De rest dient gefinancierd te worden door de markt: veroorzakers ('de vervuiler betaalt'), perceeleigenaren/-gebruikers en 'overige overheidsgelden'. In Leeuwarden zou in de vijf ISV-perioden tot 2023 derhalve ongeveer f200 a 300 miljoen nodig zijn waarvan f 150 a 225 miljoen uit de markt moet komen en de resterende f 50 a 75 miljoen uit gelabelde overheidsmiddelen (nu nog Wbb, straks ook deels ISV). Wbb-middelen zijn in principe bedoeld voor gevallen van ernstige bodemverontreiniging, waarvan sanering (milieuhygiënisch) urgent is en een veroorzaker of eigenaar met (meer) aan te spreken is en/of onvoldoende financiële draagkracht heeft. Deze middelen dienen als vangnet waarop geheel (volledig Wbb-budget) dan wel gedeeltelijk (via een budget medefinancieringsregeling) een beroep op kan worden gedaan. Belangrijk is dat deze mogelijkheden in de komende ISV-periode blijven bestaan. ISV-gelden worden afgezonderd van het provinciale Wbb-budget en dienen in principe voor vergelijkbare situaties te worden ingezet. De budgetmede- financieringsregeling is tot op heden slechts beschikbaar voor gemeenten (Leeuwarden heeft bijvoorbeeld hier ten behoeve van sanering van percelen aan de Romkeslaan en het Elmar-terrein in Huizum gebruik van gemaakt). De provincie heeft overigens het voornemen deze uit te bouwen naar een algemene stimuleringsregeling om maatschappelijke stagnatie in overige situaties tevens trachten te voorkomen. ISV-tijdvak 2000 - 2004 Voor wat betreft de eerste periode blijft de ISV-claim voor bodem vooralsnog beperkt tot onderstaande tabel. Gebaseerd op de verwachte fysieke ingrepen in vermelde gebieden zal bodemkwaliteitsinformatie tenminste op het niveau van oriënterend onderzoek beschikbaar moeten komen. Getracht zal worden binnen het gevraagde budget een hoger informatieniveau (nader onderzoek) te behalen door clusteraanpak. 64 LOCATIES MAATREGELEN TOTALE GERAAMDE KOSTEN (bedragen x f 1.000,—) INDICATIEF DEKKINGSVOORSTEL ISV Marktpartijen Noordelijke stadsrand Oriënterend milieukundig bodemonderzoek (14 potentieel verdachte locaties) 240 60 180 Verder onderzoek en sanering p.m. p.m. p.m. Achter de Hoven/ Vegelin Oriënterend milieukundig bodemonderzoek (80 potentieel verdachte locaties) 1.200 300 900 Verder onderzoek en sanering p.m. p.m. p.m. TOTAAL 1.440 360 1.080 Bron: kaart met voormalige bedrijfsterreinen, aangevuld met 25% (in de verfijningslag BKK wordt getracht nog een kwart van die terreinen van een actueel adres te voorzien); zie voor deze locaties ook het onderdeel Woningmarkt. Basis inschatting: 25% van de (voormalige) bedrijfsactiviteiten vermenigvuldigt met een UPM-kental voor BlO/oriënterend onderzoek (f 15.000,-); deze bedragen zijn inclusief personele begeleidingskosten. Uitgaande van een multiplieropdracht in het kader van ISV-bodem van '4' zal driekwart van de locaties door 'de markt' worden gefinancierd. Deze kosten kunnen pas worden geraamd indien meer details omtrent de verontreinigingsituatie, maar ook ten aanzien van de eigendomssituatie, (her-) inrichting, etc. beschikbaar zijn. Waterbodem De kosten voor het baggeren, afvoeren en verwerken van de eerder aangegeven hoeveelheden slib bedragen tussen de f50 en f70 miljoen. De grote marge is afhankelijk van de manier van verwerken die wordt gekozen. De kosten van aanvullende maatregelen worden geraamd op f27 miljoen. Aanvullende rioleringsmaatregelen die nodig zijn om herverontreiniging te voorkomen en die niet in het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) gedekt zijn: Binnenstad/Bleeklaan/Vrijheidswijk f 7 miljoen Westelijk industriegebied f 4 miljoen Bemalingsgebied Snekerkade f 5 miljoen De Hemrik f 11 miljoen Totaal f27 miljoen Uit deze bedragen wordt voor de Binnenstad (zie ook onderdeel Binnenstad en Toerisme) de volgende investeringsbehoefte geraamd: 2000 - p.m. 2001 - f2 miljoen 2002 - f2 miljoen (riolering) 2003 -f4 miljoen (baggeren) Deze investeringen zouden betekenen dat de binnenstadsgrachten (Nieuwestad, Voorstreek, Tuinen, Weaze) in 2003 gesaneerd en op vaar-/onderhoudsdiepte zijn gebracht. Over de verdeling van de kosten van het baggeren (ad f4 miljoen) is nader overleg noodzakelijk met de provincie Fryslan en de waterschappen. In de aanpak van de noordelijke stadsrand (zie het onderdeel Woningmarkt) zijn de noodzakelijke kosten van sanering van delen van de Dokkumer Ee en Kalksloot met meegenomen. Hiervoor zijn nog geen ramingen gemaakt. Geluid De financiële middelen voor de A-lijst worden overgeheveld naar het ISV. Het totale bedrag dat voor de sanering van deze 50 meest zwaarbelaste woningen noodzakelijk is, bedraagt f 600.000,-. Het bedrag dat VROM nu indicatief verdeeld heeft is voor Leeuwarden slechts f 80.000,- voor de periode 2000 - 2004, zodat het via deze oude systematiek nog extreem lang zal duren voordat de meest zwaarbelaste categorie woningen geïsoleerd is. Leeuwarden zet geen extra financiële middelen in boven op deze van rijkswege beschikbaar gestelde middelen. Er is een raming van de totale kosten gemaakt voor gevelisolatie van woningen met een geluidbelasting met meer dan 60 dB(A) voor de prioritaire ontwikkelingsgebieden (op basis van de saneringslijsten, zoals vastgesteld door het ministerie van VROM (A- en B-lijsten)). 65

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 200