Twee sporen
Het grootste rendement kan in de Leeuwarder visie behaald worden door de tweesporen-benadering die
Leeuwarden voorstaat.
Het kenmerkende van sociaal beleid is de probleemgerichtheid: het wegwerken en waar mogelijk
voorkomen van achterstanden. Meer dan voorheen zal dit nieuwe beleid zich richten op de meest kwetsbare
groepen in een aanpak die zowel preventief als curatief van aard is.
Daarnaast is het van groot belang toekomstgericht te zijn en kansen optimaal te benutten: een sterke focus
op het pakken en vergroten van kansen (potenties). Het gaat daarbij om het maximaal uitbuiten van de sterke
kanten van de stad. Zo heeft Leeuwarden in het licht van de Toekomstvisie Leeuwarden 2030 voor
Leeuwarden ontwikkelingskansen gedefinieerd op het gebied van innovatieve zorgconcepten. Maar ook op
het gebied van de stedelijke vernieuwing kunnen verbindmgen worden gelegd tussen investeringen op
ruimtelijk terrein en de leefkwaliteiten van kwetsbare groepen zoals hulpbehoevende ouderen en
gehandicapten. De wijkaanpak tenslotte is bij uitstek een middel om de integrale wijze van werken tussen de
pijlers werk en economie, fysieke en sociale infrastructuur zichtbaar te maken.
Lokaal sociaal beleid speelt zich af op een gebied dat verder reikt dan alleen het 'smalle' welzijnsterrein. Een
vitale stad is gediend bij een blijvende koppeling van beleid gericht op economische en fysieke
structuurverbetering en achterstandbeleid. Zo kunnen op het gebied van stedelijke vernieuwing verbindingen
worden gelegd tussen investeringen op ruimtelijk terrein en de leefkwaliteiten van kwetsbare groepen, zoals
hulpbehoevende ouderen en gehandicapten. De wijkaanpak tenslotte is bij uitstek een middel om de integrale
wijze van werken tussen de pijlers zichtbaar te maken.
Beleidskader
Het Beleidskader LSB geeft aan op welke wijze vernieuwend lokaal sociaal beleid vorm gaat krijgen. Dit kader
is dan ook leidend voor de inhoud van deze Sociale Pijler.
De plannen van deze pijler sluiten aan bij de twee hoofddoelstellingen van het LSB beleidskader:
1 het bevorderen van sociale samenhang door te voorzien in een sociale infrastructuur met voldoende mogelijkheden voor
opvang, ontmoeting, ontplooiing en ontspanning;
2. het bevorderen van sociale reïntegratie van personen die in een achterstandspositie zijn geraakt.
De visie van 'enabling' krijgt meer concreet vorm door per LSB-doelstelling te formuleren wat de rol van de
gemeente moet zijn. Bij doelstelling 1, het in stand houden en kwalitatief verbeteren van een algemeen
voorzieningenniveau, betekent 'enabling' dat de gemeente streeft naar ontregeling en meer invloed van
gebruikers op de voorziening. De gemeente formuleert een basisniveau van voorzieningen en streeft ernaar haar
eigen inzet en inbreng te beperken ten gunste van partners en vooral gebruikers. Bij doelstelling 2, de sociale
reïntegratie van (groepen) personen in een achterstandssituatie, kan de gemeentelijke rol worden
gekarakteriseerd als een actievere opstelling van de gemeente en meer invulling geven aan haar rol van regisseur.
De volgende uitgangspunten worden in het beleidskader gehanteerd:
vraaggericht werken
probleemgericht werken
burger staat centraal: is zowel klant als medevormgever en mede-uitvoerder van beleid
integrale aanpak van problemen
gemeente stelt zich op als regisseur van het beleid
gemeente als ondernemer die maximaal gebruik maakt van alle ter beschikking staande instrumenten
gemeente werkt samen met instellingen en bedrijven (partnership)
Lokaal sociaal beleid speelt zich af in de driehoek 'overheid' (bestuur en ambtelijk apparaat), 'maatschappelijk
middenveld' en 'burgers'. Burgers moeten hierin een centrale positie in gaan nemen (wat nu veelal met het geval
is) om er voor te gaan zorgen dat het publieke domem weer het domein van het publiek gaat worden. Dat
betekent voor elk van deze partijen een aanzienlijke cultuuromslag. Voor het bestuur van de gemeente zal dit
leiden tot een verandering van bestuursstijl: kiezen voor vormen van interactieve beleidsvorming die er op
gericht zijn het bestuur weer/meer zichtbaar te maken, in coproductie met partijen waarmee strategische
allianties worden gesloten.
Het zal in de komende tijd vooral eerst gaan om het nog beter leren kennen van de klant. Daarvoor zal in
toenemende mate gebruik worden gemaakt van onderzoeken (monitoren) met behulp van bestaande en nieuw te
ontwikkelen meetinstrumenten, zoals het wijksignaleringssysteem, panel studies, opinieonderzoeken en
(omnibus)enquêtes.
Hoofdlijnen
Strategische programma's
Het gaat in dit veranderingsproces in essentie om het herdefiniëren van de probleemvragen van de burger, het
bijeenbrengen van een versnipperd en verkokerd aanbod en het opnieuw bepalen van de positie die Leeuwarden
daarin als overheid kunnen en willen innemen.
68
Omdat middelen en menskracht gelimiteerd zijn, zullen er keuzen moeten worden gemaakt en prioriteiten
gesteld. Daarom zal in de komende periode een beperkt aantal strategische programma 's centraal staan. Deze
vertegenwoordigen ontwikkelingsrichtingen waaraan vanuit maatschappelijke en politiek-bestuurlijke
overwegingen een groot belang is toegekend. Zij vormen tevens een voorbeeldfunctie voor andere
beleidsterreinen en -ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie en het welzijnswerk.
Het gaat om de volgende aandachtsgebieden:
integraal jeugdbeleid (sluitende aanpak jongeren 12-23 jaar)
kansentrajecten in maatschappelijke opvang en verslaafdenzorg
sturen op kwaliteit in het onderwijs (waaronder buurtscholen)
minima/zorgarrangementen
taakstellend activeringsbeleid
wijkaanpak: zelfbepaling en zelforganisaties
Strategisch projectcluster
Het strategische projectcluster 'Verzorgende culturele hoofdstad' dat is geformuleerd in LEVI 2030 sluit
geheel aan bij de Sociale Pijler. Het is één van de gebieden waarop Leeuwarden kansen ziet om succesvolle
ontwikkelingen tot stand te brengen. Binnen het projectcluster is er aandacht voor zorg, cultuur en fun leisure:
Met 'zorg' wordt de ingang gekozen van innovaties ('proeftuin') gericht op de groeiende vraag van consumenten naar
kwalitatief hoogwaardige zorg (voorzieningen en diensten). Daarbij wordt gericht op een toenemende seniorenmarkt
met een grote economische impact.
Geen aantrekkelijke stad zonder een bruisend cultureel klimaat. Culturele projecten met een landelijke uitstraling; naast
festivals en evenementen vooral ook de uitrusting met aansprekende voorzieningen zoals een cultureel kwartier.
Vrije tijd en recreatie. Er worden toekomstgerichte toeristisch-recreatieve plannen gemaakt waarin de verworvenheden
worden benut die voor het grijpen liggen: ruimte - rust - water - binnenstad - hoofdstad der 11 steden. Een breed
gesorteerd palet aan mogelijkheden voor sportbeoefening (sportboulevard) behoort eveneens thuis in een verzorgende
hoofdstad.
Dit strategische project zal gedurende de looptijd van dit ontwikkelingsprogramma zijn vertaling krijgen in
concrete maatregelen en activiteiten. Daarvoor zullen nieuwe beleidsnota's worden ontwikkeld (o.a. voor sport
en cultuur), terwijl naar de mogelijkheden van zorginnovatie samen met een extern bureau een verkennend
onderzoek is gestart. Dit strategische project vormt een concreet aanknopingspunt voor het samen optrekken van
overheid en andere relevante organisaties in het bedrijfsleven en de rest van de samenleving. De rol van de
gemeente zal daarin met name gericht zijn op het in kaart brengen van raakvlakken en mogelijkheden van
samenwerking en het bijeenbrengen van partijen.
Oriëntatie op het werkveld
Voor een goed begrip van de overwegingen van waaruit tot de beleidsopvattingen is gekomen die hierna zullen
worden gepresenteerd, wordt op het volgende gewezen.
Leidraad voor de inrichting van de Sociale Pijler zijn de hoofddoelstellingen die met de vernieuwing van het
welzijnsbeleid worden voorgestaan. Kort gezegd: het gaat om mensen en kwetsbare groepen in
achterstandssituaties, en we willen een voorzieningenniveau dat past bij een stad met onze ambities. Deze
doelstellingen leiden tot een oriëntatie op het werkveld die terug te voeren is op de volgende drie domeinen:
Basisvoorzieningen
Dit domein heeft betrekking op beleid gericht op het in stand houden en kwalitatief verbeteren van een algemeen
niveau van basisvoorzieningen, bedoeld voor iedereen. De basisvoorzieningen vervullen functies op het terrein van
ontmoeting, ontspanning, ontplooiing en opvang.
Sociale integratie
Hierin gaat het om beleid gericht op kansen en belemmeringen van burgers die in een bepaald verband met elkaar
samenleven. Daarmee is er verband met het begrip 'sociale cohesie', en het raakt het bredere begrip leefbaarheid en
veiligheid.
Achterstandshestrijding
In dit domein gaat het om beleid gericht op het verbeteren van de positie van individuele personen die in een
achterstandsituatie zijn geraakt.
Deze drie domeinen zijn in het lokaal sociaal beleid daarom ook als indelingsprincipe gehanteerd. Het is verder
het ordeningskader waarin alle vernieuwende en toekomstgerichte activiteiten van de gemeente op het
welzijnsterrein zijn onder te brengen. Omwille van een vergelijkbare presentatie van elk van de pijlers is er in
deze rapportage evenwel voor gekozen een indeling te volgen die grotendeels aansluit bij die van de
gemeentebegroting en het bestuursprogramma ('territoriale' indeling).
69