6.4 Educatie en participatie
Binnen de gemeente Leeuwarden wordt thans de mogelijkheid onderzocht om te komen tot een integraal
scholings- en educatieplan, waarbij de budgetten van relevante beleidssectoren zoals onderwijs, additionele
werkgelegenheid en sociale zaken kunnen worden samengevoegd. Doelgroep voor deze werksoort zijn
volwassen burgers in Leeuwarden van 18 jaar en ouder met prioriteit bij allochtonen/functioneel analfabeten en
fase-4 langdurig werklozen.
Bijstand
Net als door alle andere Nederlandse gemeenten wordt door de gemeente Leeuwarden in medebewind het
financiële vangnet van het sociale zekerheidsstelsel uitgevoerd: de Algemene Bijstandswet. Aangevuld met een
eigen gemeentelijk beleid is de Algemene Bijstandswet op lokaal niveau een belangrijke basisvoorziening omdat
het mensen de zekerheid van een inkomen verschaft als zij er niet in slagen om op eigen kracht een inkomen te
verwerven. Na de laatste grote inhoudelijke veranderingen van de ABW in 1996 is de aandacht en de nadruk
vooral komen te liggen op de uitvoeringsorganisatie van de ABW. Dit betekent o.a. dat sociale zaken als
uitvoeringsorganisatie de opdracht heeft om van een uitkeringsgerichte organisatie te ontwikkelen naar een
organisatie die gericht is op arbeidsmarkt- en sociale activering van de mensen die afhankelijk zijn van een
bijstandsuitkering. Door de landelijke overheid is hieraan gestalte gegeven door de vorming van Centra voor
Werk in Inkomen waarin de gemeente als uitvoerder van de ABW een plaats moeten krijgen. In de gemeente
Leeuwarden is hier verder aan toegevoegd dat sociale zaken zo mogelijk moet veranderen in opdrachtnemende
uitvoeringsorganisatie die intern of extern verzelfstandigd is.
In 1999 is een proces van organisatieombouw van start gegaan gericht op het veranderen van de organisatie van
de sector sociale zaken. Deze organisatie moet zo ingericht worden dat:
werk boven inkomen gaat
alleen een uitkering wordt verstrekt als dit echt niet anders kan
geen langere uitkeringsverstrekking dan strikt noodzakelijk
zo efficiënt mogelijke uitkeringsverzorging, accentverlegging van personele en financiële inspanning van
uitkeringsverzorging naar activering.
Bovendien sluit deze organisatieombouw aan bij de ontwikkeling van een Centrum voor Werk en Inkomen dat in
2001 operationeel moet zijn.
Armoedebestrijding
Gemeentelijke beleid voor armoedebestrijding blijft nodig en is ook een belangrijke randvoorwaarde voor een
succesvol activeringsbeleid.
Het belangrijkste instrument dat de gemeente in de strijd tegen de armoede inzet, is de bijzondere bijstand. Het
onvoldoende gebruik maken van dit instrument door de betreffende inwoners, wordt door de gemeente
Leeuwarden tegengegaan door het:
1gericht uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten
2. zo kort en zo simpel mogelijk houden van aanvraagprocedures
3. op experimentele basis koppelen van gegevensbestanden
Het met-gebruik kan verder krachtig worden bestreden door de inzet van een nieuw instrument: de categoriale
Met dit instrument krijgt de gemeente de mogelijkheid om de aanwezigheid van bijzondere en noodzakelijke
kosten bij bepaalde groepen mensen aan te nemen om daar vervolgens, zonder dat de aanwezigheid van de
kosten feitelijk behoeft te worden aangetoond, een vergoeding voor te geven.
Als aanvulling op de bijzondere bijstand heeft de gemeente in 1999 de Declaratieregeling minima Leeuwarden
ingevoerd. Dit instrument voorziet in het vergoeden van bepaalde kosten die vanuit de ABW niet als
noodzakelijk en bijzonder worden aangemerkt. De regeling beoogt mensen met een minimuminkomen financieel
in staat te stellen deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten. Door substitutie wordt het inkomen daardoor
verhoogd, hetgeen een bijdrage levert aan het bestrijden van armoede, terwijl tevens een bijdrage wordt geleverd
aan het doorbreken van sociaal isolement.
Verder worden de volgende instrumenten ook nog ingezet:
Kwijtschelding OZB en afvalstoffenheffing.
Deze kwijtschelding wordt actief uitgevoerd; dat wil zeggen dat mensen die aan bepaalde criteria voldoen geen aanslag
krijgen opgelegd en dus niet zelf om kwijtschelding hoeven te vragen.
Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering AV-Frieso.
Met ziektekostenverzekeraar 'De Friesland' is een contract gesloten op basis waarvan mensen met een minimuminkomen
(ook niet-uitkeringsgerechtigden) tegen een gereduceerde premie een aanvullende ziektekostenverzekering kunnen
afsluiten. Dit heeft enerzijds als gevolg dat bepaalde kosten waarvoor anders een bijzondere bijstandsvergoeding voor
aangevraagd moest worden thans via de ziektekostenverzekering vergoed worden, hetgeen drempelverlagend werkt.
Bovendien wordt door deze mogelijkheid de toegang tot de gezondheidszorg voor deze inkomensgroep groter.
Participatie in het project overkreditering.
In dit project werken diverse instellingen samen gericht op het bieden van schuldhulpverlening om langs deze weg het
gebruik van de schuldhulpverlemngsmogelijkheden te verhogen. De beste ingang daarvoor is de signalering van
schuldenproblematiek en doorverwijzing door medewerkers van Sociale Zaken.
78
Inkomensbeheer voor kortere of langere tijd vormt het sluitstuk van het schuldhulpverleningsbeleid. Dit instrument kan
een waardevolle bijdrage leveren aan het oplossen van een schuldprobleem met name als het gaat om het voorkomen van
recidive. De gemeente wil gaan participeren in een project inkomensbeheer van de Gemeenschappelijke Kredietbank. In
het kader dit project kunnen inkomensbeheerpakketten bij de Gemeenschappelijke Kredietbank worden ingekocht. Het
samenwerkingsproject 'overkreditering zal als platform fungeren, waarbinnen de criteria voor de inzet van het
instrument inkomensbeheer zullen worden bepaald.
Subsidiering van het Budget Adviescentrum en de Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland.
Het Budget Adviescentrum geeft adviezen en voorlichting inzake het financieel beheer van het huishouden in ruime zin.
De subsidiering van de GKB-F is bedoeld voor het dekken van de uitvoeringskosten van schuldsaneringen en
schuldregelingen.
Operationele doelen
In 2005 zal het werkloosheidspercentage nog maar op 125% van het landelijke werkloosheidspercentage liggen
en daarmee dalen van 16% (begin 2000) naar circa 11% (2005).
De groep gebruikers van de declaratieregeling zal met ongeveer 5% per jaar toenemen tot 35% in 2005.
Het aantal aanmeldingen door sociale zaken van bijstandsgerechtigden voor een schuldhulpverleningstraject zal
jaarlijks stijgen met ongeveer 10%; dit betekent dat het totaal aantal verwijzingen in 2005 stijgt naar 55.
Door de inzet van een regeling voor categoriale bijstand zal na 2 jaar het gebruik van de bijzondere bijstand met
20% zijn toegenomen.
Alle mensen die op, of vanaf januari 1998 een bijstandsuitkering hadden/hebben zijn in 2002 in beeld en er is
een plan voor vastgesteld; dit betreft 1.750 bijstandsgerechtigden in fase 2/3; 1.600 jongeren; 400
bijstandsgerechtigden in fase 4. Alle overige bijstandsgerechtigden in fase 4 zijn in beeld.
In 2002 zal het bestand aan uitkeringsgerechtigden in Leeuwarden per saldo met 1.200 zijn afgenomen ten
opzichte van het aantal op 1 januari 1998 (5.400).
Allochtone werklozen zullen minimaal naar evenredigheid gebruik maken van de
werkgelegenheidsinstrumenten.
Analyse
Allochtonen
Leeuwarden kent m verhouding tot andere grote steden weinig allochtonen. Met een ruime definitie is 11% van
de inwoners van niet-Nederlandse afkomst. Het aandeel niet-Nederlanders is niet evenredig over de stad
verspreid. Het aandeel met-Nederlanders is hoog in de Vrijheidswijk (29%), Heechterp (28%), Bilgaard (23%),
Schepenbuurt (20%), Schieringen (17%); de overige wijken zitten op minder dan 11% (peildatum 1 januari
1998). De deelname van allochtonen aan de formele verbanden zoals medezeggenschapsraden van scholen,
buurtcomités en politiek partijen, lijkt gering. Cijfermateriaal hierover is nog niet beschikbaar. Uit de evaluatie
van de portiek- blokgesprekken in de wijk Heechterp/ Schieringen blijkt dat de groep allochtone bewoners
moeilijk te bereiken is. Over het algemeen is de indruk dat allochtonen in geringere mate participeren dan
autochtonen en dat zij ook in mindere mate gebruik maken van algemene voorzieningen.
Er zijn in de afgelopen jaren diverse activiteiten ontplooid om door een gerichte aanpak allochtonen meer bij de
voorzieningen in hun wijk te betrekken of voor hen zo nodig aparte voorzieningen te creëren (Opstapje,
buurtmoeders, activiteiten voor allochtone vrouwen). Toch kan uit de beschikbare gegevens omtrent hun
participatie niet worden afgeleid wat de behoeften van allochtonen als het om hun eigen wijk gaat nu feitelijk
zijn.
Oudkomers
Onder de in Leeuwarden woonachtige allochtonen bevindt zich een groep 200 tot 600 werkloze en opvoedende
'oudkomers'. Onder 'oudkomer' verstaat Leeuwarden degene die geen inburgeringtraject heeft gevolgd maar
wel dezelfde behoefte heeft om langs die weg uit een ontstane achterstandspositie en/of sociaal isolement
komen. Analoog aan de inburgeringsprogramma's van nieuwkomers hebben in 1998 bijvoorbeeld 1.187
anderstaligen uit de gemeente Leeuwarden, waaronder oudkomers, programma's Nederlands en
Maatschappelijke Oriëntatie en voorbereiding op vervolgscholing, (on-)betaald werk gevolgd.
Daarnaast bestaat er in een aantal wijken (Heechterp, Schieringen, Vrijheidswijk en Bilgaard) een project voor
groepen anderstaligen vrouwen in de vorm van opstapcursussen Nederlands. Hierbij gaat het om vrouwen die
vanwege de gehele of gedeeltelijke zorg voor een of meerdere kinderen, het ontbreken van adequate
kinderopvang bij het Regionaal Opleidingen Centrum en hun verdere persoonlijke situatie (nog) met kunnen
deelnemen aan bestaande taallessen op de centrale locatie(s) van het Friesland College. In totaal hebben in 1998
'76' vrouwen deelgenomen via het wijkgerichte aanbod.
79