In aflopende volgorde deed de Leeuwarder in 1998 het meest aangifte bij de politie inzake aanrijdingen, diefstal van fiets/bromfiets, vernieling, woninginbraak en diefstal vanaf/uit auto's. In vergelijking met zes middelgrote steden (Enschede, Nijmegen, Tilburg, Utrecht, Arnhem en Groningen) blijkt dat de Leeuwarder minder kans loopt slachtoffer te worden van (poging tot) woninginbraak, autodelicten en vernielingen, maar iets meer kans maakt om te worden geconfronteerd met fietsendiefstal en geweldsdelicten. Een forse afname in het slachtofferpercentage is te constateren met betrekking tot (poging tot) inbraak, en in mindere mate ten aanzien van vernielingen, autodelicten, fietsendiefstal en geweldsdelicten laten een toename zien: Slachtofferschap 1996 1998 1998 gem. 6 steden Autodelicten 17% 20% 28% Fietsendiefstal 16% 20% 19% Vernielingen 10% 8% 10% Geweldsdelicten 6% 8% 7% Poging tot inbraak 11% 7% 12% Bron: GSB-monitor 1998-1999. Uit de volgende tabel blijkt dat het veiligheidsgevoel van de inwoners van Leeuwarden zich in de eigen buurt en in het algemeen sterk positief heeft ontwikkeld. In 1996 scoorde Leeuwarden nog boven het gemiddelde van de zes vergelijkbare steden, zowel in het algemeen als in eigen buurt (+8% versus +7%). In 1998 is dit niet meer het geval en is er zelfs sprake van een lager percentage (-2% versus -6%). Gevoelens van onveiligheid Algemeen Eigen buurt 1996 1998 1996 1998 Gemiddelde zes vergelijkbare steden 38% 38% 29% 28% Leeuwarden 46% 36% 36% 22% Bron: GSB-monitor 1998-1999. Jeugd en criminaliteit Uit de onlangs gehouden jeugdenquête 1998 onder 12-17 jarigen blijkt met betrekking tot criminaliteit en veiligheid onder andere dat bijna één op de vijf jongeren wel eens betrapt en/of opgepakt is door de politie. Eén op de twintig Leeuwarder jongeren is wel eens doorverwezen naar een HALT-bureau, meestal voor delicten als winkeldiefstal of vernielingen. Van bijna één op de vijf jongeren is het afgelopen jaar een fiets gestolen. Eveneens geeft één op de vijf jongeren aan dat andere spullen wel eens zijn gestolen, van één op de zeven zijn spullen vernield, één op de tien jongeren is de afgelopen 12 maanden bedreigd en 6% is wel eens in elkaar geslagen (vooral jongens 12-14 jaar). Wordt gekeken naar het aantal gehoorde minderjarige verdachten uitgesplitst naar soort misdrijf, dan is een forse toename te constateren voor de onderwerpen openbare orde en gezag en geweld tegen personen. Een toename is tevens waar te nemen ten aanzien van vermogensmisdrijven, zij het in mindere mate. In 1999 is een onderzoek uitgevoerd omtrent Marokkaanse jongeren. Hieruit blijkt onder andere dat de politie steeds vaker wordt geconfronteerd met criminaliteit gepleegd door Marokkaanse jongeren. Gedurende de periode van 1 januari 1997 tot en met 30 juni 1998 is bijna een kwart van het totaal aantal Marokkaanse jongens in de gemeente Leeuwarden in de leeftijdscategorie van 12 tot en met 24 jaar met de politie in aanraking gekomen. Op basis van vergelijking van onderzoeken lijkt het percentage Marokkaanse antecedenthouders in eerste instantie hoger te zijn in vergelijking met de totale Leeuwarder jeugd. In de afgelopen jaren zijn in de gemeente Leeuwarden reeds verscheidene activiteiten ontplooid in het kader van het GSB-thema 'jeugd en veiligheid'. Hierbij zijn diverse organisaties betrokken. Voorbeelden van projecten zijn: het 'Saris-project' dat zich richt op intensieve begeleiding van risicojongeren naar werk, school en/of andere maatschappelijke geledingen het project 'Bij de hand' dat een leer-/werkproject is voor jongeren boven de 18 jaar die stelselmatig crimineel gedrag vertonen het project 'Loca Bussa', waarbij ambulant jongerenwerk wordt gerealiseerd door de inzet van een rijdend jongerenhonk het voorlichtingsproject risicovol experimenteergedrag op het gebeid van drugs, criminaliteit en seksualiteit, onder de noemer waarvan diverse preventieve activiteiten plaatsvinden zowel gericht op het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs (o.a 'Gc/onde school en Genotmiddelen' en 'Nee, echt met') Werkwijze eiligheidsbeleid dient zich met te beperken tot het ad hoe organiseren van projecten. Daarom wordt er gewerkt aan een (integraal) veiligheidsplan (kademota) voor de middellange termijn 1998-2004). Hieraan kunnen veiligheidsplannen op wijkniveau gekoppeld worden. 88 De betreffende wijken bevinden zich in Leeuwarden-Oost, omdat daar de problematiek rond leefbaarheid, onveiligheid en een slechte sociaal economische positie van bewoners zich het scherpst manifesteert. Het te ontwikkelen integrale veiligheidsbeleid zoals opgenomen in de kademota krijgt vorm en inhoud overeenkomstig het 'Stappenplan Integrale Veiligheid' van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Uiteindelijk dient in de reguliere organisatie een cyclisch mechanisme te worden ingevoerd van ontwikkeling van projecten op wijkniveau, implementatie, uitvoering, evaluatie en bijstelling, waarbij niet alleen gemeentelijke diensten maar ook strategische partners en bevolking blijvend zijn betrokken. Naar het opstellen en uitvoeren van wijkveiligheidsplannen wordt de komende jaren wordt in ieder geval voorrang gegeven aan de vraagstukken rondom: Jeugd en Veiligheid De komende jaren zullen projecten als genoemd in de analyse, worden gecontinueerd/verfijnd dan wel uitgebreid, waarbij de items verjonging, verharding en oververtegenwoordiging van etnische jongeren centraal staan. In breder perspectief wordt aansluiting gezocht bij de Kademota Jeugdbeleid. De gemeente zal in haar rol als regisseur van lokaal jeugdbeleid samen met beide andere overheden zorgdragen voor een sluitende aanpak voor de risicojongeren. Deze aanpak kan resulteren in 'strenge' preventie op wijkniveau (dit geldt zeker voor de wijken waarvan jongeren zelf aangeven meer met criminaliteit in aanraking te komen), geautomatiseerde registratie uitwisseling van gegevens waar nodig en gewenst (Politie, Raad van de Kinderbescherming en het Openbaar Ministerie starten hiermee met ingang van september 1999), coaching van jongeren en het gezin en het realiseren van gecombineerde maattrajecten op gebied van zorg, werk en of scholing. Door de politie is het projectenplan 'Aandacht voor de jeugd' ontwikkeld. In dit plan is voorzien in voorlichting op basisscholen, adoptie van scholen in de wijk door leden van het wijkteam, aandacht voor probleemjongeren na aanhouding èn schoolagenten. De komende jaren wordt nadrukkelijk gestreefd naar uitbreiding van activiteiten. Om de ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit zo volledig mogelijk te monitoren wordt vanaf 1999 door de politie ook het aantal zogenaamde 12-minners geregistreerd. In verband met dit onderwerp is tevens op te merken dat op dit moment geëxperimenteerd wordt met een 'HALT-achtige' maatregel ('Stop-reactie'). Gezien de essentiële rol die de school speelt in de ontwikkeling van jeugdigen en daarmee in de preventie van jeugdcriminaliteit zijn de al in gang gezette en nog te ontplooien activiteiten op het terrein van onderwijs van groot belang. Denk bijvoorbeeld aan het RMC, de buurtschool en uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid. In directe relatie tot jeugdcriminaliteit wordt extra ingezet op het verbeteren van de veiligheid in en om de school. Belangrijk instrument hiervoor betreft de van rijkswege opgezette campagne 'De veilige school', waarin een aantal scholen in Leeuwarden op dit moment participeert. Daarnaast functioneren thans op alle 14 locaties van het voortgezet onderwijs de zogenaamde 'schoolagenten', die eveneens een taak vervullen met betrekking tot veiligheid in en rond de school (schooladoptieplan). De gemeente zal maatregelen nemen opdat scholen de preventie van jeugdcriminaliteit (waaronder voorlichtingsprojecten) een vaste plaats in hun kwaliteitsbeleid geven. Horeca en geweld Naar aanleiding van de gewelddadige dood van Meindert Tjoelker is er in Leeuwarden een stuurgroep 'Nee 1, tegen eeweld' opgericht met vertegenwoordigers vanuit een groot aantal disciplines, zoals politie, OM, het onderwijs, de horeca, hulp en welzijn, gemeente en de samenwerkende bewonersorganisatie. Een nota met dezelfde naam is opgesteld met daarin 42 actiepunten. De gemeenteraad heeft besloten dat de nota Nee, tegen geweld onverkort moet worden uitgevoerd. Dit zal de komende jaren dan ook plaatsvinden. Een evaluatie van de resultaten tot nu toe wordt verricht eind 1999 begin 2000. Voor zover de verharding van jeugdcriminaliteit zich uit in de groei van zinloos straatgeweld, wordt de bestrijding vormgegeven door middel van genoemde nota. Veilige leefomgeving - risicobeheersing Het thema veilige leefomgeving verwijst naar de relatie tussen het ontwerpen, inrichten en beheren van de openbare ruimte aan de ene kant en veiligheid in haal haar facetten aan de andere kant. Door bij de inrichting van de openbare ruimte en bij de ontwikkeling van bouwkundige voorzieningen al in een vroeg stadium aandacht te besteden aan de veiligheidsaspecten kan een veilige leefomgeving worden gerealiseerd. Het Keurmerk Veilig wonen speelt in relatie hiertoe een belangrijke rol. De gemeente werkt bij de bouw van nieuwe wijken en de herstructurering van bestaande wijken op dit moment reeds nauw samen met de contactpersoon Keurmerk Veilig Wonen van politie. De komende jaren zal een verdere implementatie van het keurmerk worden gerealiseerd. Tevens zal een toetslijst veiligheid worden ontwikkeld aan de hand waarvan zowel op ambtelijk en extern niveau praktisch gewerkt kan worden. In mei 1999 is het Rampenplan voorde gemeente Leeuwarden vastgesteld. De uitwerking van het rampenplan in deelplanncn /draaiboeken zal in het najaar van 1999 in zijn geheel beslag krijgen. Regelmatig zullen de deelplanncn op onderdelen op hun functionaliteit en bruikbaarheid worden getoetst. Om het accent van rampenbestrijding meer te richten op pro-actie en preventie zal de veiligheidseffectrapportage met bijbehorend instrumentarium als hulpmiddel worden aangewend Overlast en spanningen in de openbare ruimte Overlast kan veroorzaakt worden door diverse groepen waarbij een onderscheid kan worden gemaakt in overlast \croor/aakt door drugsverslaafden, daklozen, psychisch gestoorden, jongeren en 'buren' De komende periode wordt een actieplan ovcrlastbcstri|ding opgesteld, waarbij wordt gestreefd naar een 'totaalaanpak' van de problematiek, zich uitend in het nemen van maatregelen zowel in de preventieve als repressieve sfeer die met elkaar samenhangen en elkaar versterken. Relaties worden bijvoorbeeld gelegd met de gemeentelijke plannen gericht op dak- cn thuislozen en verslaafden (optimalisering opvang- kansentrajecten) en het 'outreachend' werken 89

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 212