6.6 Zorg
Een aanzet teneinde het hoofd te kunnen bieden aan overlastsituaties is genomen door middel van het, in nauwe
samenwerking met de politie en het openbaar ministerie, opzetten van een coördinatiemeldpunt overlast. Dit meldpunt
vormt een belangrijke input voor de verdere vormgeving van het 'overlastbeleid'.
De gemeente neemt verder het initiatief tot een structureel overleg en samenwerking met alle relevante partners.
Operationele doelen
De gemiddelde positieve beoordeling van de Leeuwarden inzake zijn of haar leefomgeving neemt toe van 24%
in 1998 tot 35% in 2003.
De beoordeling van de sociale kwaliteit in Leeuwarden-Oost zal in 2004 stijgen naar 6,0 (stedelijk gemiddelde
in 1998: 6,1).
In 2002 is het aandeel van de bevolking dat zegt het afgelopen 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van:
(poging tot) inbraak gestabiliseerd op 7%
auto-inbraak (autodelicten) teruggebracht van 20 tot 17%
fietsendiefstal teruggebracht van 20 tot 16%
vernielingen gestabiliseerd op 8%
geweldsdelicten teruggebracht van 8 tot 6%
In 2002 is het aantal minderjarige verdachten in de totale geregistreerde criminaliteit met 5% gedaald.
In 2002 zal de overlast die jongeren veroorzaken in wijken gedaald zijn van 12% naar 9%.
Analyse
Volksgezondheid
Naar verwachting is de zorg een groeisector vanwege de vergrijzing en een toenemende vraag van consumenten
naar kwalitatief hoogwaardige zorg. De seniorenmarkt zal in de toekomst een aanzienlijke economische impact
hebben. Er zullen andere eisen worden gesteld aan woningen, voorzieningen en producten. Zorg is een van deze
specifieke producten. Op het brede terrein van de volksgezondheid heeft de gemeente een beperkte financiële en
bestuurlijke verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid is vastgelegd in de Wet Voorzieningen
Gehandicapten (WVG) en in de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV). Op grond van de WCPV
heeft de gemeente met name een taak op het terrein van de basisgezondheids-voorzieningen: het in stand houden
van de GGD (preventie, sociale gezondheidszorg en verzamelen epidemiologische gegevens over de
gezondheidstoestand van de bevolking) en het nemen van initiatieven om te komen tot afstemming en
coördinatie tussen partners die op het terrein van de volksgezondheid werkzaam zijn. Hierbij gaat het er vooral
om dat instellingen voorzien in een sluitende aanpak voor met name de sociaal zwakkeren omdat de
gezondheidstoestand van mensen samenhangt met hun sociale positie.
Cliënten moeten nu nog vaak naar verschillende loketten. Dat levert allemaal verschillende niet integrale
dossiers op zodat er nauwelijks sprake kan zijn van een integrale behandeling van de individuele hulpvraag, laat
staan van antwoorden op maat. Er wordt daarom een onderzoek uitgevoerd naar een taakverbreding van het
regionaal indicatieorgaan.
Uit landelijk onderzoek is gebleken dat mensen die in een achterstandssituatie leven gemiddeld 5 tot 10 jaar
korter leven dan anderen. Ook kinderen die opgroeien in gezinnen in een achterstandsituatie blijken een kortere
levens- en gezondheidsverwachting te hebben.
Uit een leefbaarheids en participatie-onderzoek onder bijstandsgerechtigden in fase 4 dat in Leeuwarden is
gehouden valt op hoe slecht hun geestelijke en lichamelijke gezondheidstoestand is, in vergelijking met die van
de gemiddelde Nederlander. De helft van de ondervraagden had klachten over de gezondheid, 38% was onder
behandeling van huisarts en/of specialist. Een op de vier ondervraagden was onder behandeling van het
maatschappelijk werk of RIAGG, of was dit geweest.
Gehandicapten
Het percentage mensen met een handicap (lichamelijk en/of geestelijk) is landelijk ongeveer 10%. Op basis van
dit gegeven mag aangenomen worden dat in Leeuwarden ongeveer 9.000 mensen met een handicap wonen. Het
aantal personen dat voldoet aan de criteria van gehandicapt zijn en die gebruik maken van de WVG (Wet
Voorzieningen Gehandicapten) bedraagt in Leeuwarden iets meer dan 3.600 personen. Vier van de honderd
Leeuwarders maken gebruik van de WVG.
De meest voorkomende lichamelijke beperking heeft te maken met lichaamsbeweging. Het kan hierbij gaan om
twee zaken: aandoeningen aan het bewegingsapparaat of beperkingen in het uithoudingsvermogen (bijvoorbeeld
door CARA of hart- en vaatziekten). Deze aandoeningen zijn van grote invloed op de kwaliteit van leven. Op
lokaal niveau zijn cijfers over het aantal chronisch zieken niet bekend. Landelijk vindt momenteel onderzoek
plaats omtrent de situatie van chronisch zieken.
90
Op grond van de WVG is de gemeente verantwoordelijk voor de verstrekking van vervoersvoorzieningen,
rolstoelen en woningaanpassingen aan ouderen en gehandicapten. Leeuwarden heeft de uitvoering daarvan
uitbesteed aan de Stichting Thuiszorg.
Uit onderzoek is gebleken dat de gebruikers tevreden zijn over de verstrekte voorzieningen en ook over de wijze
waarop zij geholpen worden. De WVG-voorzieningen zijn in dit onderzoek los van andere zorgvoorzieningen
voor de doelgroep bekeken. In het licht van de afnemende mobiliteit zijn vooral vervoersvoorzieningen (publiek
en doelgroepenvervoer) van groot belang.
Prostitutie
In Leeuwarden werken ongeveer 100 vrouwen in de prostitutie. In de rest van de regio gaat het om enkele
tientallen. Daarbij zijn niet de vrouwen gerekend die via escort of in met bekende clubs of huizen werken.
Mannelijke prostituees zijn voor zover bekend in Leeuwarden in kleine aantallen aanwezig.
Prostituees (mannelijk en vrouwelijk) lopen uit de aard van hun beroep meer risico s besmet te raken met een
seksueel overdraagbare aandoening en aids. Voorlichting aan deze beroepsgroep over veilig vrijen, het juiste
gebruik van condooms, het tijdig herkennen van infectieziekten en advies zijn belangrijke activiteiten.
Door een sterke wisseling van de populatie is frequente voorlichting van belang. Doordat veel prostituees het
Nederlands niet machtig zijn, is het noodzakelijk de voorlichting ook in de eigen taal te laten plaatsvinden.
Algemeen maatschappelijk werk
Het algemeen maatschappelijk werk is een eerstelijnsfunctie en beweegt zich op het snijvlak van welzijn en
gezondheidszorg. Het is een algemene voorziening die niet bedoeld is voor specifieke groepen. Door de hulp die
het maatschappelijk werk biedt, wordt de zelfredzaamheid van burgers bevorderd en wordt voorkomen dat
burgers in een blijvend isolement geraken.
Het maatschappelijk werk heeft zowel een functie als vangnet als van eerste opvang voor burgers met
problemen. Kernactiviteit van het maatschappelijk werk is de hulp bij de verwevenheid van materiële en
immateriële problemen. De case-load bij de instelling voor maatschappelijk werk in Leeuwarden (onderdeel van
de brede welzijnsinstelling HWL) is in de afgelopen jaren toegenomen door een zwaardere problematiek bij een
gelijkblijvende formatie zodat er nu sprake is van wachtlijsten voor bepaalde vormen van dienstverlening.
De zwaardere caseload van de maatschappelijk werkers vertaalt zich in meer gesprekken per hulpeenheid en
daardoor een verlaging van het aantal cliënten per maatschappelijk werker. Het algemeen maatschappelijk werk
wordt daardoor minder toegankelijk en is nu minder pro-actief naar risicogroepen.
Het aantal hulpeenheden in 1998 was 858. Het aantal korte contacten 269. In totaal zijn door het algemeen
maatschappelijk werk 1.127 hulpvragen beantwoord. Het bereik van deze werksoort is 12 per 1.000 inwoners
(ingeschreven hulpvragers en korte amw-contacten). Advies in verband met problematische schulden maakt een
belangrijk deel uit van het hulpaanbod.
Een groep die onderbelicht is in het algemeen maatschappelijk werk betreft de ouderen en in het bijzonder de nu
nog kleine groep allochtone ouderen en jongeren.
Verslaafden
De Dr. Kuno van Dijkstichting is een brede voorziening voor de verslavingszorg in heel Fryslan Deze stichting
heeft zowel een rol in de ambulante zorg (dat deel waarvoor de gemeente Leeuwarden centrumgemeente is) als
in de klinische zorg (AWBZ financiering) en in het reclasseringsdeel (financiering door Justitie).
In de ambulante verslaafdenzorg gaat het om preventie, behandeling en resocialisatie van mensen met een
problematische verslaving aan met name alcohol, drugs en gokken. In de periode 1987-1997 is het totaal aantal
verslaafden verdubbeld. Leeuwarden kende in 1997 ongeveer 995 verslaafden. Dit aantal was als volgt
samengesteld: 360 verslaafden aan alcohol, 85 aan gokken, 50 aan softdrugs en 500 aan harddrugs.
De bestaande ambulante zorg aan verslaafden omvat:
Begeleiding/opvang van verslaafden, waar de situatie levensbedreigend is.
Begeleiding van verslaafden, opdat de verslaving voor betrokkene en voor de naaste omgeving hanteerbaar wordt.
Begeleiding van verslaafden om van hun verslaving af te raken.
Begeleiding van de verslaafde met het doel om te resocialiseren
Preventie: aan potentiële gebruikers, de omgeving, als ook aan intermediaire instellingen zoals het onderwijs, e.d
Het overgrote deel van de verslaafden aan harddrugs (90%) is bekend bij de hulpverlening, waardoor een
tamelijk nauwkeurig beeld omtrent de omvang van het probleem bestaat.
Het zijn vooral de verslaafden aan harddrugs die het meeste overlast voor de samenleving veroorzaken en een
onevenredig grote publieke aandacht voor zich opeisen. Het gaat in Leeuwarden in totaal om 120-140 mensen,
waarvan 30 tot 40 daadwerkelijk overlast veroorzaken. Dit zijn de mensen waarvoor het Straathoekwerk, het
Leger des Heils en het Maatschappelijk Centrum De Terp voor respectievelijk 80. 30 en 20 mensen het postadres
zijn voor met name het aanvragen van een uitkering. Deze hele groep is in potentie overlastgevend.
91