6.7 Vrije tijd
Algemeen maatschappelijk werk (amw)
De bereikbaarheid voor jongeren (en hun ouders/verzorgers) in het amw moet worden vergroot, zodat in
samenwerking met het voortgezet onderwijs er mogelijkheden gaan ontstaan om jongeren toe te leiden tot de
'sluitende aanpak'(jongerenloket) en het uitvoeren van trajecten.
Extra formatie maatschappelijk werk als meer vindplaatsgerichte activiteit ten behoeve van thuiswonende
ouderen is van belang. Dit zal worden uitgevoerd samen met het gecoördineerd ouderenwerk, waarbij het project
'Heft in handen' (activerend huisbezoek) als voedingsbodem zal fungeren.
Maatschappelijke opvang
In de afgelopen jaren heeft de gemeente haar rol als regisseur op het beleidsterrein van de vangnetvoorzieningen
nog onvoldoende kunnen invullen. Het gebrek aan cijfers omtrent de resultaten en de effectiviteit van de
hulpverlening en van allerlei projecten, bemoeilijkt echter de invulling van de gemeentelijke regierol.
Momenteel worden voorstellen ontwikkeld om dergelijke gegevens te verkrijgen en op basis daarvan
beleidskeuzen voor de toekomst te maken. Deze worden neergelegd in een kademota. De aanvullende benodigde
middelen zullen dan ook in beeld worden gebracht.
In overleg met de Friese gemeenten, met partners en uitvoerende instellingen wordt bepaald wat er aan
voorzieningen en projecten nodig is en worden trajectonderdelen ingekocht bij uitvoerende instellingen. Er zal
een experiment gestart worden waarbij case-management er voor dient te zorgen dat trajecten worden uitgezet
binnen en vanuit de bestaande instellingen en met gebruikmaking van de reguliere instrumenten.
De gemeente neemt verder het initiatief tot een structureel overleg en samenwerking met alle relevante partners
Operationele doelen
In 2001 zal op 50% en in 2002 op 80% van alle scholen voorlichting gegeven worden over risicovol
experimenteergedrag met drugs.
Het percentage van de bevolking dat via het wijkmonitoringsysteem aangeeft overlast te ondervinden van
verslaagden vermindert van 12% naar 9% in 2004.
In de periode tot 2002 zullen in totaal 60 extra trajecten voor (kansrijke) verslaafden (20), daklozen 10),
zwerfjongeren (10), mensen in de crisisopvang (10), uit Blijf-van-m'n-Lijf (10) worden uitgevoerd; deze
trajecten zijn gericht op uitstroom naar betaald of onbetaald werk of opleiding en worden uitgevoerd in het
kader van en worden uitgevoerd in het kader van een case-management-experiment.
Analyse
Cultuur
Op cultureel gebied heeft Leeuwarden zich moeten ontworstelen aan de inzinking die het culturele leven in de
stad in het begin van de negentiger jaren doormaakte als gevolg van het Herenakkoord. Inmiddels ligt er weer
een degelijk fundament waarop kan worden verder gebouwd.
1Regiofunctie.
Leeuwarden vervult als hoofdstad van Fryslan een centrumfunctie. De stad werkt bij de ontwikkeling van haar kunst
en cultuurbeleid nauw samen met de provinciale overheid. Gezamenlijk voeren zij een actieve cultuurpolitiek. Hun
jaarlijkse uitgaven voor kunst en cultuur bedragen momenteel 52 miljoen gulden.
In de gemeentelijke cultuurnota 1998-2000 'Tussen de stenen het cementis geconstateerd dat Leeuwarden inmiddels
beschikt over een eigentijdse culturele infrastructuur die haar in staat stelt om een groot publiek uit de wijde omtrek te
bedienen. Inderdaad maken tal van inwoners uit naburige gemeenten gebruik van de voorzieningen in Leeuwarden; van
het publiek van een basisvoorziening als de Stadsschouwburg blijkt bijvoorbeeld 40% afkomstig te zijn uit de eigen
gemeente, terwijl 60% elders woonachtig is.
Het culturele voorzieningenniveau is omvangrijk en divers, maar het is daarmee nog met 'af. Momenteel werkt
Leeuwarden met diverse partners aan de realisering van een CBK (centrum voor de beeldende kunst en vormgeving).
De vestiging van een Academie voor popmuziek en nieuwe media, de vorming van een Frysk Hüs - een huis voor de
Friese taal en cultuur - en de realisering van een Provinciaal Historisch Documentatie Centrum behoren wellicht tot de
mogelijkheden.
Leeuwarden vervult overigens niet alleen vanwege haar hoofdstedelijke positie een voorname rol. De stad heeft de
status van stedelijk knooppunt en participeert in het cultuurconvenant tussen het Noorden en het rijk. Hieruit blijkt dat
haar culturele betekenis ook van noordelijke belang is
2. Participatie en ontmoeting.
Het beleid is gericht op vergroting van dc participatie. Natuurlijk vanwege de intrinsieke waarde die kunst en cultuur
hebben voor het individu Maar zeker ook om andere redenen. Actieve beoefening an kunst en cultuur geschiedt vaak
in groepsv erband en heeft in die zin tevens een sociale functie. Leeuwarden kent traditioneel - een bloeiend
amatcurskunstlcven en ook de lokale omroep draagt bij tot participatie
94
3. Imago en lokale economie.
Voor de economische ontwikkelingskansen van Leeuwarden is het van belang dat kunst en cultuur zich er zodanig
kunnen ontwikkelen, presenteren en vernieuwen, dat het publiek nieuwsgierig wordt gemaakt en de stad de naam krijgt
een levendige stad te zijn waar kunstenaars graag willen werken.
Meer concreet legt de gemeente prioriteit bij de volgende beleidsdoelstellingen:
Versterking van het productieklimaat.
Het kunstklimaat in een stad wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kunstenaars die er wonen, werken en
worden opgeleid. Het verdwijnen van de kunstvakopleidingen als gevolg van het zgn. Herenakkoord eindjaren tachtig,
heeft geleid tot een verzwakking van het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid voor kunstenaars. Daarmee heeft het
Herenakkoord indirect ook klappen toegebracht aan het lokale kunstaanbod en aan vernieuwende impulsen. Mede om
die reden legt de gemeente een hoge prioriteit bij de versterking van het productieklimaat.
Bevordering van cultuureducatie en cultuurparticipatie.
Kunst en cultuur hebben allereerst natuurlijk hun intrinsieke betekenis voor het individu en de samenleving. Alleen al
daarom is het investeren in kunstenaars en het productieklimaat van grote waarde van de stad. In specifieke context
fungeren kunst en cultuur soms als een instrumentarium waarmee abstractere doelen kunnen worden geconcretiseerd,
zoals sociale cohesie, maatschappelijke integratie, culturele diversiteit en integratie.
Versterking en uitbouw van culturele festivals en manifestaties.
Een gevarieerd aanbod van grootschalige, veelal openluchtfestivals, naast kleinere festivals met inhoudelijke
verdieping bevordert de cultuurparticipatie, geeft impulsen aan het productieklimaat en draagt bij tot de uitstraling van
de stad als bruisend knooppunt in het Noorden. De gemeente hecht ook belang aan festivals en manifestaties die zich
speciaal richten op jongeren of het thema andere culturele diversiteit centraal stellen. Voorts kan Leeuwarden haar
culturele potenties nog beter benutten als trekpleister voor nieuwe HBO-studenten.
Verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.
1De vele stadsuitbreidings-, stadsvemieuwings- en herinrichtingsprojecten brengen de kwaliteit van de openbare
ruimte op de agenda. De openbare ruimte bepaalt immers het beeld van een stad en is van invloed op de
waardering van de directe leefomgeving. Naast architectuur spelen daarin ook vormgeving en beeldende kunst
een rol. Gestreefd wordt naar invullingen die daadwerkelijk bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving en
aan de waardering en zorg die wijkbewoners ervoor hebben.
2. Door kunst en cultuur te hanteren als onderdeel van de fysieke ontwikkelingsrichting van de stad, worden de
vitaliteit, leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad versterkt. Langzaamaan vindt er een concentratie plaats
van culturele instellingen in vooral het noordelijke deel van de binnenstad, waardoor bijna op natuurlijke wijze
een 'cultureel kwartier' ontstaat. Bij de herinrichting van de binnenstad die recentelijk ter hand is genomen, wordt
rekening gehouden met de functie die de binnenstad heeft als cultureel podium.
Sport
Het vigerend gemeentelijk sportbeleid is neergelegd in de beleidsnota 'Sport in de negentiger jaren' (1993).
Deze nota geeft een overzicht van vooral het sport-accommodatiebeleid en de daarmee verband houdende
voorzieningen. Van de benutting van sportvoorzieningen (zwembaden, sporthallen, -zalen, -velden, en -banen)
zijn prestatiegetallen bekend, uitgedrukt in aantallen deelnemers of uren gebmik door groepen en verenigingen.
Over de wensen en het gedrag van de sportconsumenten is minder bekend.
In de gemeente Leeuwarden zijn, naast het particuliere aanbod, 12 sportparken, 3 sporthallen, 18
gymnastieklokalen, 2 zwembaden en 1 atletiekbaan. Daar maken ca 65 verenigingen en of organisaties gebruik
van.
Naast de diverse algemene sport- en recreatieactiviteiten is er een aanbod voor specifieke doelgroepen, zoals:
jeugd en jongeren (schoolsport en kennismakingsactiviteiten)
ouderen (meer bewegen /55+ activiteiten)
randgroepjongeren/allochtonen (maatwerk activiteiten)
buurt- en wijkbewoners (wijk- en buurtsport)
In de toekomst zal iedereen kunnen beschikken over steeds meer vrije tijd. Verhoudingsgewijs zal dan ook een
hoger percentage van het inkomen besteed gaan worden aan hobby en vrije tijd. Gelet op de meer algemeen
erkende belangen van sport (gezondheid, zelfontplooiing, sociale contacten) ligt er voor een gemeente de
uitdaging om dwarsverbindingen te maken met andere terreinen van het gemeentelijke beleid met betrekking tot
jeugd, sociale cohesie, volksgezondheid, grote steden problematiek, milieu en groen in en om de stad. In welke
mate. hoe en waar sport gestimuleerd moet worden hangt sterk af van de aard van de knelpunten.
Harde gegevens daaromtrent ontbreken nog. Maar vragen naar de betaalbaarheid van sporten in de breedste zin
van het woord komen voor iedere sporter in snel tempo naderbij. Bovendien hebben verenigingen te kampen met
een teruglopende belangstelling voor het verrichten van vrijwillige taken op organisatorisch en bestuurlijk
terrein.
95