Werkwijze
Cultuur
Het huidige cultuurbeleid wordt in 2000 herijkt. Te verwachten valt dat Leeuwarden het vigerende beleid in de
cultuurnota 2001-2004 in essentie niet zozeer zal wijzigen. Het huidige beleid wordt op onderdelen uitgebouwd
en aangescherpt. De gemeente neemt deel aan de besprekingen voor een nieuwe cultuurconvenant tussen het
Noorden en het Rijk. Uiteraard blijft de gemeente de partners in het veld betrekken bij de ontwikkeling van het
cultuurbeleid.
Een in 1999-2000 te houden onderzoek naar de participatie (publiekssamenstelling, verhouding vraag en aanbod)
en de waardering voor het cultuuraanbod op podia zal meer inzicht verschaffen, waarna het beleid eventueel kan
worden aangescherpt.
Bevordering van cultuurparticipatie krijgt op diverse manieren gestalte. Door kunst en cultuur letterlijk naar de
(achterstands-)wijken te brengen, worden mensen bereikt die de drempel naar de instituten te groot vinden. Het
pilotproject 'Kunst naar de wijken' van de Openbare Bibliotheek en het instituut voor Kunsteducatie Pamas
bereiken wijkbewoners die niet uit zichzelf op het cultuuraanbod afstappen. Zij worden geprikkeld tot actieve
cultuurdeelname. Via cultuureducatieve projecten (op school of in de naschoolse opvang) en door middel van
kinder- of jongerenfestivals wordt de jeugd bereikt. Goede voorbeelden hiervan zijn het Wereld Kinder Festival,
Jongerenfestival Springtime en het project van Tryater 'Geweld. Nee!' voor alle leerlingen van klas 3 van het
voortgezet onderwijs.
Deze voorstelling is opgezet in het kader van het rijksbeleid Cultuur en School en speelt in op maatschappelijke
tendensen. Leeuwarden wil de in gang gezette ontwikkeling op het gebied van cultuureducatie blijven
stimuleren. Voorts wordt aansluiting gezocht bij het buurtschool-concept en bij projecten in het kader van
stedelijke vernieuwing.
Het productieklimaat wordt versterkt door middel van artist in residence projecten, door de stimulering van
theaterproducties en door kunstenaarsateliers en -werkplaatsen te realiseren. Het streven naar de vestiging van
een Academie voor popmuziek en nieuwe media hangt samen met de beoogde versterking van het
productieklimaat.
Op het gebied van cultureel erfgoed kunnen krachten worden gebundeld. Wie door de binnenstad wandelt,
beweegt zich door een decor van monumenten uit een reeks van eeuwen. Daarnaast is uiteraard een schat aan
informatie beschikbaar op de verzamelpunten van de Friese historie, zoals het Ryksargyf, het Frysk
Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum, de Fryske Akademy en natuurlijk het gemeentearchief. Zij
zijn een belangrijk onderdeel van de culturele infrastructuur. De rijke historie van Leeuwarden is één van haar
krachten. Leeuwarden kan bogen op een omvangrijke geschiedenis als zetel van het centrale bestuur en
hoofdstad van het gewest vanaf de 16e eeuw. De belangstelling voor historie is landelijk groeiend; de
belangstelling voor geschiedenis van stad, streek en familie neemt toe. Er zijn volop kansen voor Leeuwarder
archieven, om in te spelen op deze ontwikkelingen en nieuwe producten aan te bieden. Collecties in archieven
zijn momenteel echter over veel locaties verspreid, ze zijn grotendeels nog volstrekt onvoldoende toegankelijk
en er is sprake van versnippering van energie en middelen. Daarom zijn forse inspanningen nodig op het gebied
van behoud en (digitaal) toegankelijk maken van materiaal. Het gemeentearchief is, noch qua personeelsomvang,
noch qua fysieke voorziening in staat zijn historisch culturele bronnen beter bekend en toegankelijk te maken
voor een groot publiek. Strategische samenwerking met alle partners zal hier de aanpak moeten zijn. De
voornaamste partner, het Ryksargyf en het ministerie van OC&W steunen de ontwikkeling van één Provinciaal
Historisch Documentatie Centrum Friesland; een 'unique selling point'. In de nieuwe cultuurnota (2001 - 2004)
zal bovendien meer dan tot nu toe het geval was aandacht worden besteed aan de Friese taal en cultuur.
Met het oog op cultuurtoerisme en stadspromotie gaat speciale aandacht uit naar festivalszoals het Noordelijk
Filmfestival. Met name grootschaliger, meerdaagse festivals zullen ook bezoekers trekken van elders,
bijvoorbeeld als onderdeel van cultuurtoeristische arrangementen. Dit geldt in het bijzonder voor activiteiten die
de sfeervolle binnenstad gebruiken als cultureel podium. Een goed voorbeeld hiervan is festival 'Sirkus
Ljouwert'.
Sfeervolle inrichting van de openbare ruimte door middel van beeldende kunst en vormgeving draagt bij tot een
goed imago. Voor de planontwikkeling en uitvoering van beeldende kunst en vormgevingsprojecten zijn in een
aantal gevallen basisbudgetten beschikbaar vanuit de gemeentelijke Percentageregeling Beeldende Kunst en
Vormgeving. Zoals gebruikelijk worden vertegenwoordigers van bewoners en andere belanghebbenden
betrokken bij opdrachtformuleringen en bij de keuze van kunstenaars en schetsontwerpen.
Het Cultureel Kwartier wordt prominenter geprofileerd, bijvoorbeeld door de realisering van culturele routes en
door de culturele potenties van stadspark de Prinsentuin beter te benutten. Waar mogelijk worden nieuwe
cultuurhuizen gehuisvest in het Cultureel Kwartier; het Provinciaal Historisch Documentatie Centrum de
Academie voor Popmuziek en Nieuwe Media, het Frysk Hüs en cultuur-historisch belevingscentrum het
Patershuys.
96
De belangrijkste opgave waarvoor de gemeente zich in dit verband in de komende tijd gesteld ziet, is het (her-)
definiëren van het te voeren sportbeleid. De sociaal-maatschappelijke en economische ontwikkelingen, maar ook
de veranderingen in leeftijdsopbouw in de breedtesport, zullen een belangrijke rol gaan spelen in de voorstellen
die uiteindelijk moeten leiden tot vaststelling van een basisvoorzieningenniveau op sportgebied in de gemeente
Leeuwarden na het jaar 2000. Binnenkort zal een aanvang gemaakt worden met het (her)defmiëren van het te
voeren sportbeleid. Hiervoor zal onderzoek moeten worden gedaan naar de participatie en non-participatie door
burgers aan sportactiviteiten. Dit onderzoek moet antwoord geven op vragen als: wie nemen deel, aan welke
sporten, op grond van welke motieven, de tevredenheid met het gebodene, lacunes in het aanbod, prijs-
kwaliteitsverhouding en het bereik van het aanbod. Daarnaast kunnen vragen aan de orde komen als: Waar gaat
het om bij de sport: lichamelijke opvoeding, bewegmgsactiviteiten of vrijetijdsbesteding; doe-evenement of
kijk-spektakel; gezondheidszorg of integratiebevordering?
En waar ligt dan de overheidstaak in een veld waarin gelijktijdig calculerende burgers, belangenloze
sportverenigingen en commerciële sportondernemingen actief zijn? Nadat de Raad hierover politieke
uitgangspunten vastgesteld heeft, zal het beleid verder worden ontwikkeld. Daarbij zullen de geprivatiseerde
gemeentelijke sector sport - nu als 'BV Sport Leeuwarden e.o.' - als ook de nieuwe 'Leeuwarder Sportfederatie
namens de sportverenigingen belangrijke gesprekspartners zijn.
In het kader van de Breedtesportimpuls (zie claim in hoofdstuk 9 - Financiën) zijn er plannen ontwikkeld c.q. in
ontwikkeling met daarin aandacht voor de volgende maatregelen c.q. activiteiten gericht op de integrale
versterking van de lokale sportinfrastructuur, te weten:
stimuleringsactiviteiten voor jeugdparticipatie en jeugdvrijwilligerswerk in de sport jeugdsportstimulering)
stimuleringsactiviteiten na-schoolse sportactiviteiten
stimuleringsactiviteiten t.b.v. sportintroductie en -keuze op scholen en wijken en buurten
Deze maatregelen zullen een verbinding moeten leggen tussen onderwijs, sport en welzijn, waarbij nauwere
samenwerking tot stand dient te komen tussen scholen/sportverenigingen en wijken. Er wordt aansluiting
gezocht bij de reeds in gang gezette plannen in Leeuwarden rond 'Jeugd in Beweging' in het kader van het Grote
Steden Beleid.
De plannen voor de realisatie van een Sportboulevard (Kalverdijkje) passen in het concept om in een
verzorgende hoofdstad mime mogelijkheden te bieden voor het beoefenen van een breed scala aan sporten. Via
particuliere initiatieven en in samenwerking met het bedrijfsleven, verenigingen en het onderwijs zal gewerkt
worden aan de realisering van de sportboulevard.
Operationele doelen
Toename van de cultuurparticipatie met 15% en door jongeren met 20% in 2004.
Toename van het aantal binnenschoolse cultuureducatieve projecten met 30% en het aantal lokale producties in
2004
Toename van het aantal bezoekers aan musea met 15% en aan festivals met 30% in 2004.
Sport: p.m. (nog te ontwikkelen.
97