9.6 Arbeidsvoorziening Noord-Nederland
9.7 Overige derden (excl. overheid)
9.8 Overzicht van de financiële aspecten van de 3 pijlers
de versterking van de lokale sportinfrastructuur, met name die van de sportverenigingen, om zo het dubbelkarakter van
de sport, de gerichtheid op zowel de intrinsieke als de maatschappelijke doelen, optimaal te kunnen benutten
het vanuit een integrale benadering inzetten van sport als middel teneinde bij te dragen aan oplossingen voor
maatschappelijke lokale 'problemen' en ter versterking van de algemene lokale sociale infrastructuur
het leggen van lokale dwarsverbanden tussen diverse sportaanbieders en met andere aan de sport gerelateerd sectoren,
zoals het onderwijs, de recreatie, het welzijnswerk en de gezondheidszorg
Voor de uitvoering van maatregelen c.q. activiteiten gericht op de integrale versterking van de lokale
sportinfrastructuur (zie Sociale Pijler - onderdeel Vrije tijd) dient Leeuwarden een claim Breedtesportimpuls
1999 in van f 250.000,-. De totale kosten van de activiteiten worden voorshands geraamd op 5 ton (voor 1 jaar);
uitvoering vindt plaats in 2000. Indicatief wordt er vanuit gegaan dat het resterende bedrag door 'derden' wordt
opgebracht. Voor maatregelen in navolgende jaren zal Leeuwarden in een later stadium separate aanvragen
indienen bij het Rijk. In ieder geval zal bekeken worden of er mogelijkheden zijn voor de 'groene long' met een
belangrijke functie op het gebied van sport en recreatie, het Kalverdijkje (zie ook het onderdeel Omgevings
kwaliteit).
Naast de reguliere c.q. normale samenwerkmg tussen Arbeidsvoorziening en de gemeente, is er met het oog op
een duurzame ontwikkeling van de stedelijke werkgelegenheid en ter versterking van de economische structuur
een werkgelegenheidsovereenkomst in voorbereiding door de gemeente Leeuwarden, Arbeidsvoorziening
Noord-Nederland en de provincie Fryslan. Inzet van middelen voor de uitvoering van deze werkgelegenheids
overeenkomst: p.m..
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om marktpartijen (projectontwikkelaars, financiers, beleggers), bedrijfsleven,
woningbouwcorporaties, etc.. Voor deze partijen geldt (zeker) dat er veelal pas op het concrete projectniveau
harde afspraken kunnen worden gemaakt over cofinanciering. Ook al is dit financiële commitment er op dit
moment voor een aantal projecten nog niet, toch is getracht indicatief aan te geven wat vanuit die hoek ongeveer
wordt verwacht, te weten:
PROGRAMMA'S ECONOMISCHE PIJLER
(x f 1 miljoen)
Derden
(bedrijfsleven, marktpartijen, etc.)
Economische zaken, arbeidsmarkt en kennis
602,9 p.m.
Binnenstad en toerisme
23,5 p.m.
PROGRAMMA'S FYSIEKE PIJLER
(x f I miljoen)
Derden
Corporaties
Marktpartijen
en/of particulieren
Bereikbaarheid (2000 t/m 2010)
-
p.m.
Woningmarkt
44,3 p.m.
246 p.m.
Duurzame ontwikkeling en milieu (bodem en geluid
1,08 p.m.
In algemene zin zal Leeuwarden de procesmatige lijn voortzetten die ze tot nu toe ook hanteert met betrekking
tot het commitment van deze partijen. Zoals eerder ook al is aangegeven vormt coproductie de grondslag voor
cofinanciering. Met het oog daarop betrekt Leeuwarden strategische, cruciale partners in een zo vroeg mogelijk
stadium te betrekken bij de plan- en projectontwikkeling. Deze werkwijze zal worden gecontinueerd in de
toekomst.
Daarnaast wordt via diverse overlegstructuren (b.v. overlegcommissie Bedrijfsleven) getracht om meer op
hoofdlijnen commitment te verkrijgen voor de gekozen ontwikkelingsrichting van de stad. Ervan uitgaande dat
de vervolgfase naar een nadere concretisering van projecten in de vorm van coproductie en cofinanciering dan
eenvoudiger is.
Hierna wordt nog meer specifiek ingegaan op een aantal belangrijke maatregelen in relatie hiermee.
Binnenstad: aan maatregelen in het kader van de binnenstad wordt gewerkt samen met het bedrijfsleven (via de
Leeuwarder Ondernemers Vereniging) in de aansturing van het project (Stuurgroep) op basis van een
intentieverklaring. Over de concreet opgenomen bijdragen van derden (baatbelasting en St. Parkeergarages) is
overeenstemming. Daarnaast wordt voor particuliere investeringen zoveel mogelijk een koppeling gezocht op
projectniveau, b.v. waar al ontwikkelingen gaande zijn (zoals de verbindingszone NS-station - binnenstad in
relatie tot nieuwbouw van het verzekeringsconcern Achmea).
118
Stedelijke Vernieuwing: er is een convenant met de woningbouwcorporaties, die inmiddels ook het Kaderplan
Stedelijke vernieuwing hebben onderschreven; daarnaast is Leeuwarden bezig met bezig met het onderzoeken
van de mogelijkheid van het oprichten van een zogenaamde WijkOntwikkelingsMaatschappij, waarin ook
marktpartijen moeten gaan participeren, vooreerst als proef in het gebied Achter de hoven/Vegelin.
Bereikbaarheid: op projectniveau wordt in samenwerking en in overleg met het ministerie van Verkeer
Waterstaat (of de provincie Fryslan) bekeken/onderzocht of PPS-constructies mogelijk en haalbaar zijn; dit
gebeurt bijvoorbeeld al momenteel concreet voor het project Haak om Leeuwarden.
Voor projecten op het gebied van economische structuurversterking geldt dat er op projectniveau actief wordt
gezocht naar direct betrokken marktpartijen. Bij de visie-ontwikkeling en -uitwerking van bijvoorbeeld het
Masterplan FEC-City zijn enkele marktpartijen nauw betrokken, hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld Leeuwarden-
Zuid (o.a. terminal).
Voor wat betreft bodem, dit wordt eveneens op projectniveau ingevuld, waarbij voor wat betreft de uitvoering
zoveel mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de planning van ontwikkelingsgebieden (b.v. kantoren, bedrijven
of wonen).
De bij dit onderdeel opgenomen financiële tabellen zijn gebaseerd op de verschillende deeltabellen, zoals die
zijn opgenomen bij de drie pijlers in de voorgaande hoofdstukken. Voor detailinformatie wordt verder verwezen
naar de uitgebreide tabellen.
Sociale pijler
Bij de Sociale Pijler zijn in verband met de overzichtelijkheid 2 tabellen opgenomen; één voor de structurele
middelen en één voor de incidentele middelen (afgerond op honderdduizendtallen). In de totaalbedragen per
programma zijn de middelen van 2000 opgenomen; in een aantal gevallen neemt de hoeveelheid middelen in
navolgende jaren (echter) toe.
PROGRAMMA'S
SOCIALE PIJLER
(x f 1 miljoen) Structureel
Gewenst
Bestaande middelen
Aanvulling door
(nog) geen
dekking
aanwezig
Gemeente
Rijk
Derden
Gemeente
Rijk
Derden
Basisvoorzieningen
54,4
36,3
13,2
1,1
-
0,9
-
3,0
Sociale integratie
23,5
14,5
4,0
0,7
0,3
1,7
-
2,4
Achterstandbestrijding
57,2
2,6
45,2
7,1
-
0,8
--
1,5
Totaal
135,1
53,4
62,3
8,9
0,3
3,4
6,8
PROGRAMMA'S
SOCIALE PIJLER
(x f 1 miljoen) Incidenteel
Gewenst
Bestaande middelen
Aanvulling door
(nog)geen
dekking
aanwezig
Gemeente
Rijk
Derden
Gemeente
Rijk
Derden
Basisvoorzieningen
16,8
2,7
-
--
1,6
3,8
0,3
8,5
Sociale integratie
8,8
0,8
--
0,2
-
3,1
--
4,8
Achterstandbestrijding
2,6
-
--
--
--
-
--
2,6
Totaal
28,2
3,5
-
0,2
1,6
6,9
0,3
15,9
Het grootste deel van de Sociale Pijler maakt onderdeel uit van Lokaal Sociaal Beleid van Leeuwarden. Een
proces dat momenteel nog volop gaande is in Leeuwarden en dus nog in discussie en beweging is. Door het
huidige stadium van ontwikkeling van het Lokaal Sociaal Beleid, is het maken van goed afgewogen en
onderbouwde keuzes in het kader van het MeerjarenOntwikkelingsProgramma dan ook nog erg prematuur. Ook
al omdat een groot deel van de (financiële) inzet voor dit terrein van de overheid en dus ook de gemeente moet
komen (financieringsbronnen van derden zijn schaars). Voor een aantal onderdelen uit de sociale pijler wil
Leeuwarden bovendien nog nadrukkelijk de discussie aangaan en de afweging maken welke rol de overheid op
financieel gebied heeft met betrekking tot dergelijke onderdelen en in het verlengde daarvan welke rol andere
partijen zoals het bedrijfsleven en particulieren hebben op financieel gebied. Ook aspecten als 'oud voor nieuw'
binnen de verschillende beleidsterreinen krijgen nog volop de aandacht.
In 2000 zal Leeuwarden in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid wel nadrukkelijk deze keuzes maken.
In het kader van dit MeerjarenOntwikkelingsProgramma wordt er daarom voor gekozen om vooreerst uit te gaan
van de bestaande financiële kaders i.e. de beschikbare financiële middelen, zoals de beschikbare eigen
gemeentelijke middelen, de beschikbare rijksmiddelen (doeluitkeringen), de extra rijksmiddelen (regeerakkoord)
en de bijdrageregeling Sociale Integratie Veiligheid.
119