vu iLÉNze REACTjL S TA -us kotpoRA rit t S^J P.W.V in het M.O.P van de gemeente Leeuwarden in het kader van GSB en ISV, concept dd 6.9.99 Algemeen, zie begeleidende brief dd 7.9.99: In het M.O.P. zijn verwerkt reeds vastgestelde dan wel in ontwikkeling zijnde beleidsvisies op onderdelen van het gemeentelijke beleid. Het M.O.P. heeft dus een integraal karakter. Het M.O.P. heeft vooral de bedoeling een kader te vormen voor de prioriteitenafweging bij de financiering, men noemt dat 'een gerichter inzet van de middelen", in overeenstemming met de eisen van het Rijk voor het verkrijgen van GSB en/of ISV middelen middels een te sluiten convenant met het Rijk in december 1999 De gemeente vraagt vooral ons commentaar op de paragrafen 4.2, 5.2 en 5.3. Paragraaf 4.2 Binnenstad en Toerisme Blz 29 Gesteld wordt dat er, naast achterstallig onderhoud, sprake is van een gebrekkige kwaliteit van veel (winkel)puien. Wordt bouwtechnische kwaliteit van de puien bedoeld of esthetische kwaliteit met een uitnodigend karakter. Blz 30 Onder het kopje 'werkwijze' wordt vermeld dat aandacht bestaat voor o.a. herontwikkeling van binnenstadsdelen. Wat wordt hier mee bedoeld, welke projecten heeft men op het oog en wat zijn de achterliggende motieven. Paragraaf 4.3 Ruimtelijke Ordening Blz. 33 par. 'analyse'. De leefbaarheid wordt bevorderd door de bouw van voldoende geschikte woningen en een (sociaal) veilige verantwoorde en dus prettige omgeving. Wat zijn geschikte woningen in het kader van leefbaarheid Uitsluitend daar waar vraag naar is Of gaat het hier ook om doelgroepbepaling, om architektuur. om stedcbouwkundige kwaliteit. Kwaliteit genereert zijn eigen vraag. Wat is een veilige verantwoorde omgeving':* Gaat het er om dat de (sociale) veiligheid verantwoord is? Wie bepaalt dat? De architekt, het VAC, de opdrachtgeefster, de betreffende organen van de gemeente, HQs en Hiem. of, achteraf de bewoners Blz. 34 Bovenaan deze blz. wordt met één zin het Kaderplan Stedelijke Vernieuwing genoemd, hoewel het daarin gaat om majeure projecten waarvan de invloed in het M.O.P. zeer groot is, met name de financiering daarvan. In verband daarmee is voorafgaande vaststelling van het kaderplan S. V. wenselijk. Onze instelling, de SVK is niet in de gelegenheid gesteld commentaar te leveren op dit kaderplan met het oog op de doelstellingen de kwaliteit in de goedkope particuliere sector op te krikken dan wel te waarborgen. Gelet op het Rijksbeleid m.b.t. de invoering van de zgn. 1KB in combinatie met de complexgewijze verkoop van goedkope sociale huurwoningen aan bewoners kan worden gesteld dat het goedkope segment in de koopsector de komende jaren aanmerkelijk zal uitbreiden. Wat zijn de gc.olgcn daarvan in de markt en wat voor de ontwikkeling in de onderhoudskwaliteit in dit segment? Welk effect zal dit hebben op de prijsontwikkelingen in de koopsector? Zie ook commentaar bij blz. 43/44 kopje: Kaderplan Stedelijke Vernieuwing.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 255